Vertaald proza

BOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2021

Ariana Harwicz: Sterf, liefste

door Hugo Van Hoecke

Het is alsof deze van origine Argentijnse auteur die al jarenlang in Frankrijk woont waar ze aan de Sorbonne studeerde, haar literaire carrière wil toespitsen op het uitpluizen van delicate menselijke situaties, die gebukt gaan onder een of ander duister taboe. Op deze eerste roman (uit 2012) volgde in 2014 een verhaal over zwakbegaafdheid, een jaar nadien een over vroegrijpheid. In alle drie voert Harwicz als het ware een vivisectie uit op de complexe denk- en leefwereld van jonge vrouwen die tijdelijk of blijvend het evenwicht verloren zijn. Je zou dit drietal verhalen een trilogie kunnen noemen - maar dan een onbedoelde trilogie, aldus de auteur: ‘Ik beschouw deze verhalen eerder als zusters. De thema’s sleepten mij gewoon mee, pas achteraf besefte ik pas hoezeer ze familie van elkaar waren’. Gemeenschappelijk eraan is inderdaad de heftigheid waarmee keer op keer fragiele vrouwen in scene worden gezet, brutaal en compromisloos, in de hoop begrip op te wekken voor hun existentiële ontsporing.  

Sterf, liefste
dus. Op de eerste bladzijde al leren we de vrouw kennen die het ganse verhaal lang aan het woord zal blijven. Zij is een ‘belezen, afgestudeerde vrouw’ die evenwel de weg lijkt kwijtgeraakt, want geregeld dromend van een mes in haar hand waarmee ze allerlei ravage kan aanrichten – maar niets daarvan omzet in daden. Moeder van een baby met mogelijk een tweede op komst is ze blijkbaar het spoor bijster en in haar ontregeling een willoze ‘moeder op automatische piloot’ geworden. Haar man, gelukkig maar, toont engelengeduld. Heftig agressief bij tijd en wijle gaat ze uitdagend tegen hem te keer, worstelend met haar seksualiteit (‘ik ben een bronstige slang’), en wentelt ze zich onverdroten in scenario’s van zelfvernietiging. Van begin tot eind worden we in de roman geconfronteerd met fragmenten uit het labiele bestaan van een weliswaar begaafde en energieke, maar stuurloze vrouw die zichzelf typeert als ‘een opgeschrikt stuk wild’ dat uithaalt naar alles en iedereen. Eigenlijk kan Harwicz’ roman eerder als de ontleding van een verstoorde geest beschouwd worden dan als een klassiek verhaal met lineair verloop.  
 
Hetgeen natuurlijk geen afbreuk doet aan de voortreffelijke kwaliteit van deze roman. Harwicz slaagt er uitmuntend in om de koortsigheid van de karakters om te zetten in een al even koortsige taal. Nerveuze gedachten over gefaald moederschap, dromen van geweld, begeerte, haar eigen vervreemding en erotische verlangens, alles wat bij de wankele hoofdfiguur tussen de oren zit en er een warboel installeert, volgen elkaar in uitdagend tempo op. Alsof Harwicz met haar centrale romanfiguur de goegemeente wil provoceren. In werkelijkheid is dat ook haar bedoeling: je hoort enkel te schrijven, zo horen we haar zeggen, vanuit de opwinding iets te creëren dat kwetst, moeilijk is, dat alles riskeert, dat je morele overtuigingen en ethiek aantast, je beschaamd doet staan. Of, deze uitspraak samenvattend: schrijven dient om het fatsoenshalve onuitgesprokene een stem te geven.  
 
En om, zo doende, op een weliswaar indirecte manier te hengelen naar een vleugje empathie. Want dat is uiteraard het ultieme opzet.
 
Ariana Harwicz: Sterf, liefste, Vleugels, s.l. 2021, 126 p. ISBN 9789493186354. Vertaling van Matate, amor door Eugenie Schoolderman

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri