Diep verscholen in de Zwitserse Alpen ligt een imposant
gebouw dat vroeger dienst deed als sanatorium voor tuberculosepatiënten. De
geschiedenis van het gebouw is gehuld in mysterie en volgens de overlevering
zijn er geheime medische experimenten gedaan die verschillende bewoners het
leven hebben gekost. Het sanatorium werd in 2015 door projectontwikkelaar Lucas
Caron en architect Daniel Lemaitre omgevormd tot het luxehotel Le Sommet met
kuuroord en congrescentrum. Lemaitre kon echter niet lang genieten van het
project want hij verdween nog voor de officiële opening spoorloos en werd nooit
meer teruggezien.
Vijf jaar later wordt rechercheur Elin Warner door haar broer Isaac in
het hotel uitgenodigd om zijn verloving met Laure te vieren. Sinds haar vorige
zaak is Elin al bijna een jaar met ziekteverlof, maar haar vriend Will ziet het
als een ideale gelegenheid om hun gedachten even te verzetten, ook al heeft
Elin haar broer al vier jaar niet meer gesproken. Tijdens het tochtje in de
kabelbaan naar het hotel krijgt Elin een paniekaanval, maar ze weten het hotel
toch veilig te bereiken. De volgende dag is Laure echter spoorloos verdwenen,
en wanneer even later een werkneemster van het hotel dood wordt teruggevonden,
beseft Elin dat er wel eens een moordenaar aanwezig kan zijn onder de
hotelgasten- of het hotelpersoneel. Helaas is het weer tegen dan compleet
omgeslagen waardoor Le Sommet ingesneeuwd is en er niemand meer in of uit het
hotel kan.
Het
sanatorium is het debuut van de Britse Sarah Pearse. In haar twintiger
jaren verhuisde ze naar Zwitserland en las een artikel las over vergeten
sanatoria in de bergen. Dat gegeven vormde ze om in een beproefd concept,
namelijk een thriller die zich afspeelt in een besloten ruimte waarin de
personages niet weg kunnen en het duidelijk wordt dat er zich een moordenaar onder
hen bevindt. Een Agatha Christie-concept dus, maar het staat mits het goed is opgebouwd
garant voor een spannende thriller.
Pearse neemt het eerste deel van
het boek de tijd om de setting te schetsen. We krijgen een uitgebreide
beschrijving van het hotel met zijn grote glasramen die de uitgestrektheid van
de omgeving benadrukken. En zijn niet al te frisse geschiedenis die een kil en
beklemmend sfeertje oproept. We maken kennis met de personages met voorop Elin
Warner, die met psychologische problemen thuis zit omdat haar laatste zaak uit
de hand is gelopen. Elin twijfelt zelfs nog of ze ooit weer aan de slag zal
gaan als rechercheur, maar door de omstandigheden in het hotel wordt haar
speurdersbrein toch weer aan het werk gezet. In het begin is het vrij vaag
welke band de personages met elkaar hebben, zoals waarom Elin en Isaac uit
elkaar zijn gegroeid. Langzaamaan reikt Pearse de lezer nuttige informatie aan,
maar helaas blijven de personages vrij vlak en echt met hen meevoelen doe je
eigenlijk nooit.
De spanning neemt beetje bij beetje toe en hoewel je graag wil weten wat
er nu precies aan de hand is, kan je ook al vrij snel raden welke kant het zal uitgaan.
Korte hoofdstukken met cliffhangers aan elk eind moeten je aanzetten om toch
maar door te lezen, maar op de duur werkt dit repititieve procedé storend. Pearse
maakt ook net iets te veel gebruik van grote toevalligheden. Jammer, want ze
schrijft vlot en de epiloog doet vermoeden dat er nog een tweede deel rond
rechercheur Elin Warner komt.
Sarah Pearse: Het sanatorium, Ambo/Anthos, Amsterdam
2021, 447 p. ISBN 9789026350917. Vertaling van The Sanatorium door Roelof
Posthuma. Distributie: VBK België
deze pagina printen of opslaan