Musica Divina, het Kempense luik
van het Festival van Vlaanderen, combineert de afgelopen jaren muziek met
poëzie. Een aantal dichters (ieder jaar negen) is gevraagd een eigentijdse
versie te brengen bij het thema van het festival, en die gedichten werden voor
het publiek gebracht. Dit mooie boek brengt al die gedichten samen en via een
QR-code kan de lezer ook visueel de voordracht van de teksten ‘bijwonen’. In
2017 schreven de dichters een soort van eigentijdse psalm bij een vers uit de
Apocalyps: ‘En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’, een regel die de
traditie aan de eigen tijd koppelt. Hoop en onheil worden er met elkaar
verbonden. Het jaar daarop was het thema ‘Schaam je niet mens te zijn’, en in
2019 stond Leonardo da Vinci centraal, die vierhonderd jaar eerder overleed. In
2020 ten slotte was het motto ‘Zuurstof voor de ziel’, een bijzonder omineuze
vraag in het licht van de klimaatcrisis en de pandemie. Van poëzie wordt zo
telkens verbeelding gebracht, menselijkheid en kwetsbaarheid maar ook duidelijk
hoop en energie.
Het dient gezegd, voor de deelnemende dichters was het een hele uitdaging,
die ze enthousiast zijn aangegaan. De meeste gedichten sluiten nauw aan bij de
voorgestelde opdracht, en vrijwel alle dichters zetten hun beste beentje voor.
Begrijpelijkerwijze is het eindresultaat erg verscheiden, en daardoor lijkt
deze bundel nog het meest op een soort van thematische bloemlezing. In de
eerste afdeling, die het heeft over een soort van nieuwe schepping, houden
dichters als Bruno Neuville en Frederik Lucien de Laere het bij een soort van
lyrisch-filosofische overpeinzing, een oproep die lijkt uit te gaan van een God
(bij Neuville) of tot hem is gericht (bij De Laere). De algemene vraag om
bijstand wordt hier gekoppeld aan de uitputting van de aarde die de mensheid
noodzaakt om volstrekt andere wegen op te gaan, en in beide gevallen is het
optimisme van de dichters op zijn zachtst getemperd. Lies van Gasse zoekt het
meer bij een collectieve hymne, en bij Sylvie Marie lijkt een alwetende stem
zijn ‘kinderen in de nacht’ te observeren vanop afstand. Die spanning tussen
het meer algemene niveau van de beschouwing en de persoonlijke ervaring is
overigens een constante in dit boek; het weerspiegelt een van de centrale
thema’s van de hedendaagse poëzie, waar dichters op zoek gaan naar nieuwe
mogelijkheden voor een persoonlijk en maatschappelijk engagement zonder
prekerig over te komen.
De gedichten over Leonardo da Vinci zijn niet toevallig een
stuk anekdotischer en persoonlijker. Een dichter als Bart Stouten schrijft een
brief over Leonardo en zijn muze Mona Lisa, maar Els Moors gebruikt elementen
uit de wetenschappelijke uitvindingen van Da Vinci om er een nieuw poëticaal
programma mee te verwoorden. Gaea Schoeters en Lisette Ma Neza schrijven dan
weer militante, indringende psalmen die nauwelijks met Da Vinci in verband
gebracht kunnen worden. Ook de laatste afdeling, ‘Zuurstof voor de ziel’, is
heterogeen. Sommige dichters hebben het over de gezonde lucht (het thema van
dat jaar), maar Luuk Gruwez en Peter Theunynck geven opnieuw hun eigentijdse
versie van de aloude psalmen, hun gebed voor de mensheid in een tijd die God
niet langer in het vaandel draagt.
Dit boek is uiteraard allereerst bedoeld als een
herinnering aan de succesvolle muziekbijeenkomsten, maar het is veel meer dan
dat. Het is wat mij betreft een van de interessantste bloemlezingen van de
jongste jaren, met daarbovenop uitsluitend oorspronkelijk en kwalitatief
hoogstaand werk.
Jelle Dierickx, Festival van
Vlaanderen Kempen (red.): Poesia
Divina. Het Kempens Psalmen Boek, Poëziecentrum Gent 2021, 112 p. ISBN 9789056553296
deze pagina printen of opslaan