In 2009 bracht Ramsey Nasr in Tussen lelie en waterstofbom (De Bezige Bij) de drie dichtbundels
samen die hij tot dan toe geschreven had: 27
gedichten en Geen lied (2000), Onhandig
bloesemend (2004) en de Antwerpse stadsgedichten uit Onze-lieve-vrouwe-zeppelin (2004), samen goed voor 304 pagina’s
poëzie. Meer dan een decennium later verschijnt nu met Nasr Compacter een boek van precies dezelfde omvang, hoewel in de
tussentijd nog Mi have een droom (De
Bezige Bij 2013) verscheen, een bundel van net geen 300 bladzijden met Nasrs
verzen die hij als Dichter des Vaderlands schreef. Aan de vooravond van de
Poëzieweek 2022, waarvoor Nasr het Poëzieweekgeschenk schrijft, bevat deze
zelfbloemlezing de hoogtepunten uit zijn poëtische oeuvre. De auteur heeft
geselecteerd en presenteert de gedichten niet langer in chronologische volgorde.
In de korte verantwoording voorin schrijft hij: ‘Ik ben daarbij vooral
thematisch en intuïtief te werk gegaan’.
Eigenlijk is Nasrs poëzie zelden
compact. Ze is nooit ondoordringbaar of hermetisch en beknoptheid is eigenlijk
ook geen kenmerkende eigenschap. Van veel van Nasrs gedichten valt op dat ze
lang en verhalend zijn, een personage als sprekend ik bevatten en zich erg goed
lenen tot voordracht. Het zijn vaak een soort theaterteksten die als dusdanig
ook door Nasr opgevoerd zijn. Het lange gedicht ‘Geen lied’ was zijn
afstudeervoorstelling aan de Studio Herman Teirlinck, tijdens een theatertournee
bracht hij de monoloog uit het Sjostakovitsj-gedicht ‘wintersonate (zonder
piano en viool)’ en het gedicht dat hij schreef naar aanleiding van de opening
van de Permeke-bibliotheek in Antwerpen, ‘achter een vierkante vitrine’, of ‘mi
have een droom’, een gedicht in een Nederlands van de toekomst, performde hij
zelf overtuigend. Die dubbele inzetbaarheid van veel van
zijn verzen, als gedicht en als speeltekst, maakt dat Nasrs poëzie tegelijk retorisch
briljant is en toch helder en meteen begrijpbaar.
Wie dit jaar zijn essay De fundamenten las, leerde Nasr
kennen als maatschappelijk betrokken auteur, maar wie zijn poëzie volgt, wist
al langer dat hij een geëngageerd schrijver is. Vast hebben de functies als
Stadsdichter van Antwerpen en Nederlands Dichter des Vaderlands daartoe
bijgedragen, want de gedichten uit de eerste twee bundels zijn eerder op de
kunst dan op de wereld gericht. ‘Geen lied’ is een hervertelling van de
Orpheusmythe, de reeks ‘dichter liefde’ een adaptatie van de liederencyclus Dichterliebe van Robert Schumann vermengd
met het dramatische verhaal van de bekendste uitvoerder van die muziek, Fritz
Wunderlich. Later komt er meer buitenwereld in zijn poëzie binnen en zal hij
veelvuldig een stem geven aan wie niet gehoord wordt. Het drieledige gedicht
‘stadsplant’ neemt de angst van de Antwerpenaar voor vreemde invloeden als
uitgangspunt voor een gedicht waarin voor nieuwe perspectieven op de stad en
voor verbinding wordt gepleit; ‘Mijn nieuwe vaderland’ is een parodie op het
Nederlandse volkslied waarin de bekrompenheid van de Nederlanders op de korrel
wordt genomen en ‘Wat ons rest’ een pijnlijke analyse van de financiële crisis.
Daarbij blijft
Nasr overigens verwijzen naar klassieke muziek, Nederlandse literatuur en
geschiedenis: ‘een vierkante vitrine’, dat ingaat op de angst voor verandering
van de Antwerpenaars, is doorspekt met referenties aan de beroemdste Vlaamse
poëzie; ‘wintersonate’ is geknipt uit het dagboek van Dmitri Sjostakovitsj en ‘Het
hemelse leven’, dat gaat over de positie van de joden ten tijde van het naziregime
in het Concertgebouworkest bevat anekdotes uit de levensbeschrijvingen van
Gustav Mahler en Willem Mengelberg. Daarmee is ook iets gezegd over Nasrs
techniek: hij citeert, alludeert, adapteert en parodieert, en hij put uit
biografieën, geschiedenisboeken en de actualiteit.
Het samenspel van de vorm, de
inhoud en de techniek zorgen ervoor dat Nasrs poëzie heel anders is dan de
typisch ik-betrokken lyriek waarmee het genre vaak geassocieerd wordt (en die
velen vandaag ook opnieuw bedrijven). Het maakt van hem een in de Nederlandse
literatuur uniek dichter. Dankzij Nasr
Compacter kunnen we ons daar opnieuw ten volle rekenschap van geven.
Ramsey Nasr: Nasr compacter. Een keuze uit de gedichten van
Ramsey Nasr, De Bezige Bij, Amsterdam 2021, 304 p. ISBN 9789403158518.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan