Een vrouw vertelt in een steeds dieper wegzinkend
delirium over haar laatste dagen. Een man doet zakelijk verslag van zijn
opzoekingswerk in de baai van Napels. Een keizer beschrijft zijn laatste dagen
en uren aan zijn kleinzoon. Het einde van het lied is niet één boek, maar drie
liederen die samengehouden worden door het middelste.
Een leraar klassieke talen
verliest zijn vrouw en beslist het over andere boeg te gooien. Hij huurt een
appartement in een Napolitaans palazzo en wijdt zich daar aan het rechtzetten
van een literaire tekortkoming: Marguérite Yourcenar heeft haar Mémoires
d’Hadrien op een drafje afgewerkt en besteedt nauwelijks aandacht aan de
laatste momenten van de keizer. Schrijven over een
schrijver, of meer nog, het ontstaan van een boek, is niet alleen meta, ook het
schrijfproces van Willem du Gardijn zelf is een sterk staaltje genreoefening
waarin hij zich duidelijk heeft uitgeleefd.
De drie verhalen zouden
afzonderlijk kunnen bestaan en lijken op het eerste gezicht in de verste verte niet
op elkaar. Het eerste is een met opzet wazig verhaal over een duidelijk
depressieve vrouw. Het tweede deel lijkt eerder een documentaire over de
zoektocht van een schrijver naar de plaats waar keizer Hadrianus zijn laatste
dagen doorbracht. Je ziet zo de beelden met een Michael Palin-achtige figuur,
zij het dat de dronken beelden achter de schermen ons meestal onthouden worden.
In het relaas van zijn laatste dagen kruipt du Gardijn in het hoofd van
Yourcenar zoals zij eerder in het hoofd van Hadrianus kroop.
Schijn bedriegt echter. De drie
vertellers lijken allen eerst bakens van stabiliteit, maar ijlen richting een
zelfgekozen eindpunt. De eerste en de laatste naar een dood die ook een
opluchting zal inhouden, de tweede naar een staat van kalmte waarin hij, door
voor de één een passend einde te verzinnen, de andere eindelijk ten grave kan
dragen.
Willem
du Gardijn slaagt er met een enorme zin voor detail in om zijn personages tot
leven te wekken en doet dat met een meesterlijke taalbeheersing. In een
vingerknip is de sfeer gedraaid, maar hij weet de geloofwaardigheid op elk
moment te bewaren. Heftig boek, zeker een aanrader.
Willem du Gardijn: Het einde van
het lied, Koppernik, Amsterdam 2021, 229 p. ISBN 9789083089836
deze pagina printen of opslaan