Vertaald proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2022

Anoniem: De val van de Taira

door Jo Vanderwegen

Opnieuw heeft de eminente vertaler en winnaar van de Filterprijs 2019 Jos Vos (° Genk, 1960) een magistraal epos uit de Japanse klassieke literatuur geopenbaard voor de Nederlandstalige lezer. Jos Vos studeerde achtereenvolgens Germaanse talen en Japanologie en doceerde in Kyoto, Osaka en Oxford. Nadat hij onder meer met Het hoofdkussenboek, Het verhaal van Genji en Matsuo Basho’s De smalle weg naar het verre noorden (De Arbeiderspers 2005) aantoonde niet alleen de Japanse taal en cultuur in al zijn vezels te hebben zitten, maar ook zijn moedertaal op buitengewone wijze kon hanteren, is er nu De val van de Taira, in de Japanse cultuur bekend als de Heike monogatari (het begrip ‘heike’ laat zich trouwens vertalen als ‘het huis van de Taira’). Hierin verhaalt een anonieme verteller over de grootse samoeraiclan uit de Heian- en de Kamakura-periode (9-12de eeuw), de Taira. De val van de Taira gaat dan ook over de strijd die de clan van de Taira moet voeren tegen de clan van de Minamoto’s om de macht over Japan. Langzaamaan verliezen de Taira en gaan ze ten onder. Het verhaal werd overgeleverd door een blinde bard met een luit, een biwa, die de avonturen al zingend doorgaf, en is in Japan onder alle lagen van de bevolking een geliefd en beroemd verhaal. Elementen ervan keren overal in uitingen van hun cultuur terug.  

Jos Vos is erin geslaagd de lezer geboeid te houden doorheen de honderden bladzijden met avonturen over samoeraivechters en hofdames. De veelheid aan personages worden geduid door tal van stambomen, landkaarten, voetnoten en achtergrondinformatie in de inleiding. Hoewel de lezer soms door de bomen het bos niet meer ziet en de verhaallijnen aanvankelijk flinterdun lijken, weet Vos ze tot een stevige streng te vlechten, die je niet meer wil loslaten, tot de laatste bladzijde aan toe. De knappe vertaling is doorspekt met treffende beelden, metaforen (‘zwetend als een otter’, ‘zij klommen sneller op in de paleishiërarchie dan een draak zich boven de wolken verheft’) en stijlfiguren (‘die takke-Taira’, ‘troosteloze rookpluimen’); zij houden de lezer bij de les.
 
Ook humoristische beschrijvingen van onhandige zwaardvechters en de buitengewone afwisseling in het gekozen register draagt ertoe bij dat de lezer aandachtig blijft. Zo worden brieven, gedichten, epische herinneringen, beschrijvingen van zwaardgevechten, historische duiding met elkaar afgewisseld in wat toch een buitengewoon spannende vertelling is. Het is een techniek die ook hedendaagse schrijvers van bij ons graag hanteren. Zo paste ook Hella S. Haasse in haar roman Fenrir deze rijke schakering aan schrijfstijlen toe. Ook is de schrijver van De Val van de Taira schatplichtig aan Chinese dichters (Bai Juyi wordt bijvoorbeeld veelvuldig en uitgebreid geciteerd) en ook de godenwereld en het boeddhistische geloof spelen een essentiële rol in het verhaal. Daarnaast worden ook liederen uit het Liedboek voor Japanse en Chinese gedichten gezongen.
 
Zo zien we dus dat het boek veel meer is dan een verhaal over veldslagen en overwinningen en nederlagen. Het is essentieel een verslag over levende mensen, met emoties als verdriet, vreugde en blijdschap. Een belangrijke boodschap is dat ook de machtigen en de rijken gedoemd zijn tot ondergang, zo leren ons al de beginverzen van het boek:  
 
‘De klokken van het Jetavana -klooster  
zingen van de vergankelijkheid aller dingen.  
De kleur van de bloesems van dubbelstammige salbomen  
toont aan dat welvarenden ten val komen.  
Hovaardigen gedijen niet lang;
ze zijn als een droom op een lentenacht.
Machtigen gaan uiteindelijk ten onder;
ze zijn als stof dat opwaait in de wind.’
 
Jos Vos vertaalt niet alleen, hij legt verbanden met de ons vaak bekendere Romeinse cultuur: zo zijn de wandaden van keizer Yozei te vergelijken met Caligula, en is de Drievoordenstroom bij de Japanners gewoon de Styx bij de Romeinen. Het is een weergaloze vertaling van een unieke vertelling. Te lezen als geschiedschrijving, in zijn geheel, of fragmentarisch, omwille van de krachtige en apert poëtische beelden en prachtige taal. En bovendien kan de lezer aan het einde moeiteloos een fluitpijl van een zoempijl onderscheiden. Alle hulde voor het monnikenwerk van Jos Vos!
 
De val van de Taira, Athenaeum-Pollak & Van Gennep, Amsterdam 2022, 743 p. ISBN 9789025309848. Vertaling van Heike monogatari door Jos Vos. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri