Nisrine
Mbarki is actief als schrijver en vertaler, maar ook als programmamaker.
In al die opzichten stelt zij zich op als een bemiddelaar, tussen auteurs en
lezers maar ook tussen de Westerse en de Arabische
cultuur. Zij is daarbij geen doelgerichte reiziger maar veeleer een nomade,
iemand die permanent onderweg is en van dat ‘tussenin’ een eigen vruchtbare
biotoop heeft weten te maken. Oeverloos laat zich daarom ook lezen als
een weigering om samen te vallen met wat vaststaat, wat stabiel is en daardoor
niet langer voor verandering onderhevig.
De gedichten wortelen in het
levensverhaal van de auteur en haar familie, maar dat verhaal krijgt hier bij
uitstek epische trekken. Zo vangt de bundel aan met enkele aangrijpende teksten
over de ouders in de derde persoon: het zijn twee mensen die proberen de
culturen over een lange afstand te overbruggen, maar die daar nauwelijks in
slagen, een afstand die ook op persoonlijk vlak tot een scheiding leidt. Die
tragiek van mensen die geprangd zitten tussen dromen en de werkelijkheid is
niet toevallig het centrale thema van de bundel. Ook het lyrische ik (dat vaak
schuilgaat achter een ‘jij’, waardoor de lezer het vers wordt binnengetrokken)
laat zich in haar ‘biechten’ geregeld uit over dat falen en over het feit dat
het verlangen uiteindelijk niet te stillen valt. De mens wordt gedreven door
iets wat hem of haar ontstijgt; net daarin liggen de kansen maar ook de
frustraties van het bestaan.
Het is een dynamiek
die niet alleen in het heden opvalt, ook de voorgaande generaties werden door
dezelfde spanningen gekweld. Mbarki vertrekt zo van haar eigen herinneringen en
ervaringen, maar die groeien omzeggens uit tot rituele gebeurtenissen,
verhaaltjes die exemplarisch zijn voor wat mensen overkomt. Net daardoor maakt
deze poëzie, ook al lijkt ze losjes en associatief, zo vaak een dwingende
indruk. Ze registreert het kleine, maar plaatst dat onophoudelijk in de kring
van grotere verhalen: van generaties, van de geschiedenis, van de wisselende
seizoenen. De natuur vormt zo niet enkel een exotisch decor maar een
aangrijpende spiegel voor de mens, een biotoop waaraan de mens in feite niet
ontsnapt. Datzelfde geldt in nog grotere mate voor het bewustzijn dat
aangescherpt wordt door oorlogen en door de geschiedenis. Die menselijke
beslissingen veroorzaken trauma’s en dwingen voortdurend tot een opnieuw
bepalen van de eigen identiteit, de eigen plaats en de taken die men zich
stelt.
Oeverloos
is door die elementen herkenbaar als een soort van uitvergroting van wat veel
mensen ervaren. Tegelijk is er onophoudelijk de vervreemding die als een
duidelijke strategie fungeert om de lezer in het gedicht te betrekken en
hem/haar toch ook onvermijdelijk op afstand te houden. Mbarki weet gedoseerd om
te gaan met emoties en empathie, en dat komt vooral door de grote taalkracht in
haar bundel. De lezer wordt voortgedreven op een bezwerend ritme, maar die
onderliggende stroom wordt telkens weer functioneel doorbroken door
typografische verschuivingen of door nieuwe elementen in de zinsbouw. Daarbij
komt het spel met klanken en vooral met suggestieve beelden. Die verlenen aan
de bundel onmiskenbaar een zekere exotisme, dat nog in de hand wordt gewerkt
door de manier waarop de dichter diverse vreemde talen in haar verzen vlecht.
Toch is dit allereerst een authentieke, bij momenten zelfs harde lyriek die
spreekt vanuit een specifieke nomadische situatie, maar die evenzeer iets zegt
over algemeen-menselijke drijfveren, angsten en verlangens.
Nisrine Mbarki: Oeverloos, Pluim, Amsterdam 2022, 78 p. :
ill. ISBN 9789493256330.
Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan