Mauro Corona (1950) is wereldberoemd in Italië. De
schrijver uit de Dolomieten heeft ruim twintig romans en verhalenbundels op
zijn naam staan. Daarnaast is hij beeldhouwer en kennen velen hem als fervent
bergbeklimmer. Verder maakt hij op de Italiaanse televisie geregeld zijn
opwachting als gast in praatprogramma’s. Al meermaals heeft hij daarbij door
onbehouwen uitspraken stof doen opwaaien.
Dat onbesuisde komt terug in het
karakter van de hoofdpersoon in Mauro Corona’s sterk autobiografisch
geïnspireerde roman Als een steen in de stroom. Het boek draait om de
levenslang doorwerkende gevolgen van een jeugd getekend door fysieke en
emotionele ontbering. Mauro Corona schreef het al in 2011. Het is zijn eerste
werk dat in het Nederlands verschijnt. Bij Wereldbibliotheek staan er nog twee
andere van zijn boeken op stapel: Het leven van Celio en zijn debuut uit
1997, de verhalenbundel De vlucht van de marter. Alle drie spelen ze
zich af in de Dolomieten, de plek waar hij vandaan komt en tot op vandaag mee
vergroeid is.
We
leren de hoofdpersoon in Als een steen in de stroom beter kennen via de
herinneringen van een vrouw die hem als geen ander begreep. Met haar
kleinzoontje op de arm loopt ze door een schemerige kamer vol sculpturen. Tussen
de beelden, die de man lang geleden uit boomstronken gehaald heeft, roept de
vrouw zijn gekwelde kinderjaren op. Die stonden in het teken van armoede en hard
labeur. Zijn vader deelde klappen uit, zijn moeder zocht een tijdlang andere
oorden op. Daarop werden hij en zijn twee jongere broertjes toevertrouwd aan hun
grootouders aan vaders kant. Als een wees met levende ouders, zo had hij zich toen
gevoeld.
Als
kind begon hij onder de vleugels van zijn grootvader te beeldhouwen. Dat was
een lichtpunt, want het fascineerde hem, om het hout onder zijn handen te zien
veranderen in pollepels en kommen. Met een zakmes kerfde hij in de bolle lepelkant
vaak een neus, ogen en een mond, om er zo leven in te blazen.
In en rond het dorpje waar ze
woonden, lieten ruim tweeduizend mensen in 1963 het leven door een verwoestende
overstroming. In de nasleep van de ramp werd hij op kostschool gestuurd. Na
zijn schooltijd keerde hij terug naar het bergdorp. Hij ging er aan de slag als
arbeider in de bouw en later als steenhouwer in een marmergroeve. In die moeilijke
jaren zocht hij verstrooiing in drank en baldadig gedrag. Zijn nurksheid
schudde hij nooit helemaal af, maar voorts herpakte hij zich, toen hij als beeldhouwer
en schrijver voet aan de grond kreeg. Hij werd een publiek figuur, wiens sluwe
grijns in de ene na de andere tv-uitzending te zien was. Rond zijn zestigste kwam
hij er evenwel achter dat de schijnwerpers en de roem niet alleen zijn
ijdelheid streelden, maar ook zijn innerlijke rust volledig tenietdeden.
Hij verlangde naar
meer harmonie en trok zich daarom opnieuw terug in de afgelegen bergen van zijn
kindertijd. Als bejaarde kluizenaar kwam hij er nu geleidelijk aan in een roes
onder invloed van rondzwevende geesten en allerhande nachtelijke natuurgeluiden,
zoals rochelende ransuilen en de roep van hongerige marters.
Zijn dagen waren gehuld in een
nieuwe magie, die ook de wisselwerking veranderde tussen hem en die ene vrouw,
die zijn ziel kon lezen. Voorheen koesterden de twee hun schaarse uren samen, maar
gaandeweg kwamen ze aan fysieke ontmoetingen niet meer toe en reikten ze enkel
in gedachten nog naar elkaar. Zo verzeilden ze synchroon in een soort paranormale
waanzin.
Naarmate
de man in de winter van zijn leven meer en meer opgaat in zijn afzondering, zijn
het overigens niet meer de herinneringen van de vrouw die een beeld van zijn
leven geven. De roman klinkt gaandeweg als het logboek van de man, die intussen
tot ver voorbij de grenzen van de realiteit kan zien. Zijn geloof in bovennatuurlijke
krachten neigt naar melig sentiment. Die stroperigheid staat haaks op de wrevelige
en larmoyante toon die overheerste, toen het boek over zijn gekwelde verleden
ging. Om die bijna sprookjesachtige wending te kunnen volgen, moet je dan ook zelf
een bocht van honderdtachtig graden (willen) maken.
Mauro Corona: Als een steen in de stroom, Wereldbibliotheek, Amsterdam 2022. 223 p.
ISBN: 9789028450752. Distributie Mythras books
deze pagina printen of opslaan