Frank Keizer staat als dichter
bewust met beide voeten op de grond. Zijn poëzie is nadrukkelijk
maatschappelijk geëngageerd, ook al vormt de persoonlijke ervaring van de
dichter vaak de aanleiding tot het vers. Keizer is echter niet bezig met een
autobiografisch en hoofdzakelijk emotioneel dichterschap, want ook de gedachte
van iets individueels dat uniek en innerlijk zou zijn beschouwt hij grotendeels
als een ideologisch en retorisch effect. Op die manier verglijden zijn teksten
onophoudelijk van het persoonlijke naar het algemene, van het anekdotische naar
het structurele niveau, van de werkelijkheid naar de tastende constructie in
taal.
Nadat Lief slecht ding
op indringende wijze het individu en de intermenselijke relaties met een
vlijmscherpe scalpel analyseerde, kiest Kiezer in zijn jongste bundel voor een
breed maatschappelijk perspectief. De
introductie van het plot brengt diverse machtshegemonieën (constructies om
ongelijkheid te bevestigen en in stand te houden door groepen en belangen
voorop te stellen) bij elkaar: de economie en de globalisering, de politiek en
de slavernij, de disciplinering en de normering die als ‘vanzelfsprekend’,
‘onveranderlijk’ en ‘natuurlijk’ aan mensen en gemeenschappen wordt
opgedrongen. Centraal staat het thema van het ‘plot’, een kleinschalige
economische structuur in de tijden van de slavernij, die volgens de dichter moet
blijven doorwerken in onze neoliberale samenleving als een teken van verzet.
Dat concept verbindt hij met de ‘plot’ als de kern van een verhaalintrige, een
structuur die zin wil geven aan het bestaan, de geschiedenis, het samen-leven
van mensen, de omgang van de mens met de natuur en de aarde.
De gedichten voeren steevast een
‘jij’ ten tonele, het alter ego van de dichter en de lezer, die als het ware op
zoek gaat naar de oorsprong van de uitbuiting van de aarde en van mensen. In
eerste instantie leidt tot een aantal ingrijpende gedichten over ontbossing:
het cultiveren van de aarde (het begin van wat men ‘cultuur’ is gaan noemen)
leidt ertoe dat de mens de aarde maakbaar wil maken, dat er daardoor een
onderscheid (en een machtsverhouding) is ontstaan tussen subjecten en
zogenoemde objecten, het doel en de middelen. Het is het begin van een systeeem
dat op kapitalistische principes van productie, handel en winst is gebaseerd
maar dat tevens allerlei vormen van onderdrukking in zich draagt. Keizer gaat
allerlei nevenaspecten van dat algemene thema onderzoeken op een haast
wetenschappelijke wijze, maar ook via allerlei concrete anekdotes: zijn
gesprekspartners zijn gebeurtenissen uit de geschiedenis maar ook allerlei
bronnen die hem inspireerden tot het maken van deze bundel. Gaandeweg
verschuift het betoog naar een kritiek op het kapitalisme, naar een ecokritiek,
naar een postkoloniale analyse. Geschiedenis en heden blijken niet te berusten
op een radicale breuk maar integendeel op een verregaande continuïteit waardoor
doemscenario’s geen losgeslagen waanbeelden zijn. Hoopvol is wel de manier
waarop mensen als het ware van onderen uit opnieuw een verbondenheid met elkaar
en met de aarde trachten vorm te geven.
Dit is, niet verwonderlijk, een moeilijke bundel. De
dichter doet er immers alles aan om zijn ingewikkelde thema’s niet te reduceren
tot hapklare sjablonen of emotionele getuigenissen. Integendeel, hij heeft een
massa literatuur doorploegd, van de leerdichten uit de klassieke oudheid tot de
traktaten van marxistische economen en de theorieën van hedendaagse
klimaatactivisten; de sporen van die lectuur zijn her en der in de gedichten
verwerkt. Ze illustreren hoe Keizers kritische betoog is ingebed in een brede
maatschappelijke beweging en in een eeuwenoude geschiedenis. Tegelijk valt
nochtans op hoe ‘leesbaar’ deze teksten over het algemeen zijn gebleven, ondat
dat uiterst complexe weefsel van verwijzingen en nuances. Dat ligt aan het
grote stilistische vermogen van de dichter, iets wat bijvoorbeeld tot uiting
komt in de vele naïeve gesprekken die als ‘introducties’ zijn opgenomen.
Bovenal gaat het om bijzonder krachtige poëzie, die ritmisch en beeldend
getuigt van een enorme zin voor precisie en afwerking. Frank Keizer is, voor
wie er nog mocht aan twijfelen, een prominente dichterstem in ons taalgebied.
Frank Keizer: De introductie van het plot, Pluim, Amsterdam
2022, 76 p. : ill. ISBN 9789493256460.
Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan