Ondanks zijn leeftijd blijft H.C.
ten Berge onverminderd productief als schrijver. Na het imposante In tongen
spreken (2020) ligt alweer een lijvige nieuwe bundel voor. Een kinderoog draagt
als ondertitel ‘De vroege jeugd van Xander Specht’, maar de kinderfoto van de
auteur op de kaft laat er geen twijfel over bestaan: ten Berge presenteert hier
een onderdeel van zijn poëtische autobiografie, met name het relaas van zijn
vroege kindertijd tijdens en onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog.
Tegelijk is en blijft Ten Berge allereerst een dichter. Hij
is zich bewust van de kleuring die de tijd gaandeweg op het historische
verleden heeft aangebracht. Een kinderoog presenteert geen historische
feitelijkheid maar de persoonlijke verwerking van kleine en grote
gebeurtenissen door een kind dat zich nogal eenzelvig en geïsoleerd voelt in
een turbulente wereld. Realiteit en fictie zijn daardoor onlosmakelijk
verbonden, en de keuze voor een fictioneel alter ego, Xander Specht,
onderstreept die creatieve dimensie van de hier verzamelde teksten. De
slotafdeling beklemtoont overigens dat deels gefingeerde karakter door
gedichten te verzamelen over diverse vormen van lezen: de jongen leest en leert
schrijven, en een ontzaglijke wereld van de literatuur gaat voortaan voor hem
open.
Ten
Berge heeft zijn verhaal sterk gefragmenteerd, met brokstukken die herinneren
aan zijn vroege Canto’s. Associatieve verbanden nemen soms de plaats in van een
rechtlijnig verhaal, en beschrijvingen of uitweidingen verstoren geregeld de
plot. Tegelijk blijven deze teksten echter erg leesbaar en herkenbaar, ook al
doordat de dichter steevast zichzelf als een ‘je’ aanspreekt en zo de
identificatie van de lezer met de jonge protagonist vergemakkelijkt. Wij maken
kennis met de leefwereld van een kleine jongen in een moeilijke tijd. De oorlog
heeft trauma’s veroorzaakt in het gezin, met een ondergedoken vader en een
sterke moederfiguur. De jaren na de oorlog blijven gekenmerkt door schaarste,
op de rand van de armoede. De jonge Xander neemt die uiterlijke en innerlijke
verwoestingen waar, maar het blijkt uitermate moeilijk om het innerlijk van
mensen te lezen. De wederopbouw van Nederland verloopt niet zonder problemen.
Xander heeft het vooral moeilijk met de vele vormen van mishandeling waarmee
hij te maken krijgt: het seksuele misbruik van kinderen door volwassenen (ook
religieuzen) is een vaak terugkerend motief dat die gewelddadigheid van de
samenleving blootlegt. Ook de relatie met de familieleden is allesbehalve
problematisch. Sommigen gedragen zich als vrijgevochten zwervers (de oom met
zijn motorfiets en zijn illegitieme relatie), anderen doen hun best om er zo
burgerlijk mogelijk uit te zien. De jongen zwerft zo als het ware van het ene
sociale experiment in het andere. Ook de bruuske confrontatie met verleiding en
seksualiteit (zowel door mannen als door jonge vrouwen) onderstreept hoe
opgroeien te maken heeft met kennis en macht, met het leren doorgronden van
anderen.
Die
zowel algemene als persoonlijke trauma’s worden hier erg beeldend verwoord. Ten
Berge is immers een meester van het sprekende detail. Vaak verspringen de
gedichten van de ene momentopname naar de andere, als scènes in een film die
disparaat lijken maar bij nader toezien met elkaar verweven zijn: personages
keren her en der terug, gelijkaardige gebeurtenissen leiden tot andere
resultaten, het leerproces wordt gaandeweg een component van het levensverhaal
dat wordt verteld. Tegenover die sterke beeldende kracht staat echter dat veel
van deze gedichten in feite vooral prozaschetsen zijn, die ritmisch tot
versregels zijn herschikt maar nauwelijks de meerwaarde van het poëtische laten
zien. Voor de grote leesbaarheid en de grote inlevingskracht van deze
herinneringen betaalt de poëzie als vormgegeven taal toch een prijs.
H.C. ten Berge: Een kinderoog. De vroege jeugd van Xander
Specht, Koppernik 2022, 100 p. ISBN 9789083237060.
Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan