Hoe behandel je een bij uitstek
confronterend thema als pedoseksualiteit op een integere wijze in een roman?
Ted van Lieshout (1955) doet met Beitelaar een poging -- niet voor het
eerst overigens, eerder sneed hij het onderwerp aan in onder meer Mijn
meneer en Schuldig kind (Querido 2017). Beitelaar levert een intrigerend resultaat op. Een uitdaging voor de gewone
lezer, maar ook voor de criticus. Want het boek zit dusdanig uitgekiend
in elkaar dat alleen al opmerkingen over de literaire vorm een
spoiler kunnen opleveren.
Als je, gewapend met een moreel besef uit eigen keuken,
gaat lezen, dan dient zich een ongemakkelijk gevoel aan dat een tijd blijft
hangen. Pas na twee derde van het verhaal verandert dit enigszins. Het relaas
van de hoofdpersoon, een jongen van vijftien, beweegt zich langs onverwachte lijnen.
Antonij verenigt namelijk tegengestelde aspecten van seksueel misbruik van
kinderen in zich. Bevreemdend en soms ook vervreemdend. Zo vertelt hij onwaarschijnlijk
genuanceerd en vaardig over zijn ervaringen en legt hij coulance voor bepaalde
typen van daders aan de dag. Bovendien draait hij de rollen ook een keer om.
Hij betoont zich nadrukkelijk de verleider van een oudere man.
Toon, woordkeus en
opbouw van Antonijs ontboezeming zijn niet te verenigen met zijn jeugdige
leeftijd. Dat is een minpunt. De roman raakt hierdoor uit balans. Eigenlijk is
hier dus gewoon de schrijver (en uitstekende stilist) Van Lieshout aan het
woord, verkleed als vijftienjarige. Nu is de kern van misbruik van kinderen
juist de prille leeftijd. Dat volwassenen met een misbruikervaring in hun jeugd
(Van Lieshout overkwam het als jongen zelf) veel later soms nuances aanbrengen,
is te begrijpen. Maar als eenvoudige buitenstaander (lezer) krijg ik echter de
bibbers als een vijftienjarige op dit gebied al te vrijmoedig handelt. Dat een
roman een innerlijk conflict teweegbrengt, is natuurlijk wel mooi. Literatuur
moet tot nadenken bewegen.
Een wending in deze leeservaring dient zich uiteindelijk
onverwacht aan. Opeens kun je wat schuurde en verontrustte in een ander en
vertrouwder licht bezien. Ook dan blijft echter de dubbelheid in gevoel bestaan
en weer heeft dat te maken met hoe Antonij zich in woord en geschrift
manifesteert. Aardige en ironische intermezzi zijn de epitafen (grafschriften)
die tussen de hoofdstukken in staan. Dat heeft te maken met het voornaamste
decor van Beitelaar: een begraafplaats in een suf dorpje. Zowel Antonij
als het andere hoofdpersonage, de beitelaar, heeft werkzaamheden op de
begraafplaats. Ze delen een belangstelling voor het ‘funeraire’.
Een mooi voorbeeld
van wat op een grafsteen in Tombstone, Arizona te lezen staat:
here lies george johnson,
hanged by mistake, 1882.
he was right, we was wrong,
but we strung him up
and now he’s gone.
Een
gerechtelijke dwaling kostte arme George Johnson lang geleden de kop. In Beitelaar
speelt het juridisch bedrijf uiteindelijk ook een rol. Maar dat zal de
lezer vanzelf ontdekken.
Ted
van Lieshout heeft met Beitelaar in ieder geval een spraakmakend boek
afgeleverd. Knap gecomponeerd, maar tegelijk uit evenwicht gebracht door de
veel te volwassen wijze waarop de jongen Antonij zich manifesteert.
Ted van Lieshout:
Beitelaar, Querido, Amsterdam 2022, 169 p. ISBN 9789021461328. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan