Vertaald proza

BOEKEN NR. 9, NOVEMBER 2022

Guzel Jachina: De trein naar Samarkand

door Jo Vanderwegen

Stap voor stap bouwt Guzel Jachina een oeuvre op dat vergeten – of onder de mat geschoven – stukken geschiedenis van de Sovjetstaat opnieuw belicht. Haar debuut Zulajka opent haar ogen had als achtergrond de strijd van de communisten tegen de koelakken; in Wolgakinderen speelden de Duitse immigranten de hoofdrol en De trein naar Samarkand handelt over de kindertransporten per trein, zo’n honderd jaar geleden. Door onder andere de burgeroorlog, de daaropvolgende communistische terreur en het mislukte landbouwbeleid was de landbouwproductie compleet ineengestort. Dat resulteerde in een verschrikkelijke hongersnood die jarenlang aansleepte en miljoenen levens kostte. De jonge staat richtte als antwoord treintransporten in, om hongerlijdende (wees)kinderen naar het warmere zuiden te brengen, waar nog wél voedsel voorhanden was.  

In De trein naar Samarkand krijgt treinchef Dejev het commando over één zo’n transport. Niet alleen kampt hij met een gigantisch tekort aan personeel, ook moet hij zelf maar voedsel, medicijnen en logistiek materiaal voor de lange treinreis van de half verhongerde kinderen regelen – een hele uitdaging in een land dat volledig aan de grond zit. Het hele verhaal door confronteert Jachina de lezer met de volstrekte chaos en armoede die in de Sovjet-Unie heerst, waar een handvol welwillenden moeten opboksen tegen absurde bureaucratie, machtsmisbreuk, terreur…  
 
Het leven van de treincommandant Dejev is daarbij een weerspiegeling van het vroege Sovjetrijk in het klein. De staat heeft enerzijds miljoenen doden op haar geweten (o.a. door de zelf veroorzaakte hongersnood), maar vindt het anderzijds héél belangrijk een paar duizend weeskinderen te redden – terwijl diezelfde staat rechtstreeks verantwoordelijk was voor de dood van hun ouders. Waar voormalig soldaat Dejev nog maar een paar jaar geleden zonder verpinken tegenstanders van het regime neerschoot, is hij er nu als de dood voor dat ook maar één van de aan hem toevertrouwde weeskinderen iets overkomt. Die tegenstrijdigheid levert hem commentaar van andere personages op, die hem wijzen op zijn verleden (‘Maar jij bent al niet meer te genezen. Jij bent verminkt.’), de ware reden voor zijn heldhaftige inzet voor het treintransport (‘[…] Dat het niet de kinderen zijn die je redt in deze trein, maar jezelf. De kinderen zijn bijvangst.’), of gewoon vlakaf zeggen waar het om draait: ‘Met de ene hand red je, met de andere hand dood je’. Het is goed dat Jachina zo’n belangrijk onderwerp, en zo’n waanzinnige tegenspraak wil blootleggen.
 
Helaas komen de personages niet tot leven. De arme weeskinderen vormen nooit meer dan een decor. Wanneer er kinderen tijdens de reis omkomen, worden ze vrijwel ogenblikkelijk vervangen door nieuw opgepikte zwerfkinderen. De schrijnende toestanden kunnen de lezer emotioneel niet bewegen. Nota bene in een boek dat de grillige lijn tussen goed en kwaad die door iedereen loopt als thema heeft, is het leven van de zieke weeskinderen zowat waardeloos en zijn ze zelfs voor de lezer niet meer dan inwisselbare levens. Merkwaardig.
 
Ook Dejevs treincollega’s lijken van bordkarton, en hun interactie is steevast beperkt tot de rol die ze ten opzichte van de hoofdpersoon Dejev spelen. Ze lijken geen eigen leven te leiden of een eigen wil te hebben. Het inzetten van opeenvolgende sprookjesachtige elementen, meevallers die te goed zijn om waar te kunnen zijn, was al een schrijftechniek die in Wolgakinderen een flink aantal keren opdook en wordt ook nu gretig opnieuw beoefend. Jammer genoeg zit er flink sleet op die formule.  
 
De bijzonder filmische beschrijving van het verhaal – laat het duidelijk zijn: het boek leest als een trein – kan niet verbergen dat er bovendien verschillende verteltechnische problemen zijn. Qua tempo zit De trein naar Samarkand erg onevenwichtig in elkaar. Uitvoerige en gedetailleerde beschrijvingen en een vrij langzame verhaalontwikkeling leiden tot een gebrek aan denkwerk voor de lezer. Guzel Jachina werkt alles véél te expliciet uit en onderschat daarmee haar publiek. Ook de redactie van het boek kon heel wat beter: er zitten veel onuitgewerkte ideeën en verschillende losse eindjes in het verhaal. Zo is er het vertelperspectief van een stom autistisch jongetje dat na een hele inleiding, nooit meer ergens opgepikt wordt. Andere hoofdstukken verklaren dan weer als een vulgariserend wetenschappelijk werkje op afstandelijke en pedante wijze het taalgebruik van de jongeren, in plaats van net díe beschouwingen in het verhaal te integreren. Technisch gezien rammelt het boek dus aan alle kanten en lijkt het bij momenten een haastklus.  
 
De trein naar Samarkand is een dubbele gemiste kans: het is jammer dat een zo fascinerend stuk van de Russische geschiedenis niet de uitwerking krijgt die ze verdient; daarenboven is Guzel Jachina tot véél beter in staat, getuige daarvan haar debuutroman, Zulajka opent haar ogen, die wereldwijd lovende kritieken kreeg en ook een verkoopsucces werd. Hopelijk vindt Jachina snel haar oude vorm terug.
 
Guzel Jachina: De trein naar Samarkand, Querido, Amsterdam 2022, 514 p. ISBN 9789021430591. Vertaling van Esjelon na Samarkand door Arthur Langeveld. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri