Nederlands proza

BOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2024

Christine Otten: Als ik je eenmaal mijn verhaal heb verteld

door Bea De Koster

 Als ik je eenmaal mijn verhaal heb verteld wordt gepresenteerd als het verslag van Anir, een ex-gedetineerde die wordt geïnterviewd door Emma in het kader van haar proefschrift voor het behalen van een doctoraat. Concreet wil ze onderzoek doen ‘naar hoe de loop van [zijn] leven verklaard kan worden aan de hand van “levensloopcriminologie en het symbolisch interactionisme”.’ En dat betekent meer dan alleen maar kijken welke sociaaleconomische en maatschappelijke elementen bijgedragen hebben aan zijn criminele carrière. Het symbolisch interactionisme gaat er namelijk vanuit dat de betekenis die mensen aan de dingen geven, ontstaat uit sociale interactie. Omdat je daarbij uitgaat van een proces, moet je een andere strategie hanteren dan wanneer je vastgelegde structuren bestudeert. En dat is precies wat Emma doet, al wordt dat op geen enkel moment zo benoemd in de roman.
 
De theorie van het symbolisch interactionisme wordt ook nergens uitgediept of zelfs maar verklaard, maar als lezer ben je wel getuige van het feit dat ze verregaand in interactie gaat met Anir, wat een broeierige, bijna explosieve situatie creëert waarbij Anir zijn alter ego Assia ruim baan geeft. Anir/Assia en Emma zijn net zusjes die elkaar hun levensverhaal toevertrouwen. Van de interviews zelf krijg je nauwelijks iets mee, omdat dat ook niet van belang lijkt. Waar het om gaat is de interactie tussen twee mensen, en wat dat teweegbrengt. Waarbij je alleen zicht krijgt op de gevoelswereld van één van die personages. En dan nog het personage waar de gemiddelde lezer het minst affiniteit mee heeft: iemand die zeventien jaar gevangenisstraf heeft gekregen zonder exacte specificatie van het misdrijf.
 
Als Anir schrijft ‘Ik besefte dat dit het moment was waarop ik vroeger zou hebben toegeslagen. Als was in mijn handen zou ze zijn, als ik dat wilde,’ gaat daar een reële dreiging vanuit. Zulke opmerkingen, samen met andere, prikkelende tegenstrijdige elementen waaraan geen, of toch geen onmiddellijke uitleg wordt gegeven, stuwen de spanning op. Los van zijn eigen criminele driften wijst Anir een aantal keren vooruit naar de manipulatie van Emma. Ondanks het feit dat Anir met de voeten vooruit gaat – hij wil ‘niks weglaten, of achterhouden, de goorste lelijkste smerigste gemeenste, meest schaamtevolle details zou ik delen met haar’ – geeft hij in het schrift dat de lezer onder ogen krijgt alleen prijs wat hij zelf kwijt wil.  
 
De toon in Als ik je eenmaal mijn verhaal heb verteld is zeer authentiek, soms bijna badinerend. De stem van Anir voelt heel nabij, als van een lijfelijk aanwezige verteller, door het veeleer eenvoudige, alledaagse taalgebruik, de soms afgebroken zinnen, en het vaak ontbreken van de interpunctie bij veelvuldige opsommingen. Met natuurlijke, schoksgewijze ontboezemingen, vaak via toespelingen die iets, maar niet alles onthullen. Een beetje zoals je bij een crimi het lijk niet meteen te zien krijgt, maar erop wordt voorbereid via omgevingsshots en snelle inkijkjes. Chirstine Otten is goed in haar vak. De vergelijkingen en beeldspraak die ze Anir in de mond legt, lijken bijna vanzelfsprekend terwijl ze tegelijk diepere inzichten blootleggen. Een enkele keer word je uit de betovering gehaald wanneer hij het heeft over striae of detentieschade, of de minutieuze beschrijving van de manier waarop een wetenschapper een proefschrift distilleert uit zijn of haar onderzoeksresultaten. Zulke dingen worden naderhand toegeschreven aan het feit dat hij in de gevangenis veel heeft gelezen, maar je struikelt er toch wel even over.  
 
Op een bepaald moment bereikt de vertrouwelijkheid tussen Anir en Emma een kritiek punt: ‘De zenuwen lagen bloot. […] Alsof we met een vlijmscherp scheermesje een minuscuul sneetje in onze polsen hadden gekerfd en we ze, zodra het bloed weldadig rood opwelde uit de wonden, tegen elkaar drukten.’ Daarna duurt het niet lang meer voor Anir een cruciale fout maakt, zoals hij het zelf noemt, en Emma haar onderzoek als afgerond beschouwt. Het is een harde klap voor Anir. ‘Na het debacle met Emma was taal een instrument om mijn radeloosheid te bezweren, een uitweg.’ Hij gaat dus door met zijn verhaal vol uitgebreide zelfanalyses en mooie herinneringen aan de Marokkaanse familie en mevrouw Nasr, een leerkracht uit de middelbare school die de deur naar de literatuur voor hem heeft geopend. Maar een laatste confrontatie met Emma is onvermijdelijk. Uiteindelijk hebben ze allebei hun verhaal verteld. En dan? Wat doet die ander met dat verhaal? Emma houdt er een proefschrift aan over, maar ook op Anir is het effect niet min. De zin waarmee het verhaal eindigt, laat zien hoezeer Anir veranderd is. Hij geeft Emma een koekje van eigen deeg, een opdoffer van formaat. Het is een climax die tegelijk een anticlimax is. Als ik je eenmaal mijn verhaal heb verteld, is een roman waarover je nog lang blijft nadenken.  
 
Christine Otten: Als ik je eenmaal mijn verhaal heb verteld, De Geus, Breda 2024, 119 p, ISBN 9789044544961. Distributie LM Books


deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri