Aan
het eind van Van God los, een young-adultroman van de Amerikaanse auteur
Pete Hautman, komt Jason Bock, de vijftienjarige hoofdpersoon, al filosoferend
tot een verdraagzaam inzicht: je kunt niet begrijpen wat het betekent een
gelovige te zijn, tenzij je gelooft. Jason is ongelovig. Hij begrijpt de
drijfveer van een gelovige niet, maar accepteert wel de geloofsvrijheid. In een
Amerikaans stadje is zoiets bijzonder. Het geloof is er doorgaans een
vanzelfsprekendheid en Jason valt er uit de toon. Hij ervaart dan ook een
zekere ‘geloofsdruk’, vanuit zijn ouders en vanuit de leider van een verplicht
kerkklasje. In het klasje, dat beoogt licht ontspoorde tieners op het rechte
pad van het geloof te brengen, openbaart Jason dat hij lid is van ‘de Kerk van
de Tienpotige God’. Want geloofsvrijheid houdt volgens hem ook de vrijheid in
om zelf een ‘religie op maat’ te beginnen.
Pete Hautman (Berkeley, Californië, 1952) heeft van begin
af de juiste toon te pakken. In ronde en directe taal doet Jason verslag van
zijn ervaringen met vrienden, vijanden en het ouderlijk en burgerlijk gezag. Het
wordt duidelijk dat in een kleine Amerikaanse plaats gezag al snel met het
geloof is verbonden.
Jason betoont zich een slimme criticus van de geloofsijver. Hij laat zich
niet als een mak schaap aan de katholieke kudde van zijn woonplaats Saint
Andrew Valley toevoegen. Als hij nabij de watertoren van het plaatsje op zijn
bek geslagen wordt door zijn aartsvijand Henry Stagg en ‘met hersenen als
roereieren’ op zijn rug ligt, krijgt hij, onverwacht, een ‘religieuze’
ervaring. Het wordt het begin van een met humor vormgegeven religie waarin de
watertoren van Saint Andrew Valley God is.
De nieuwe ‘kerk’ (KTG) beleeft
al snel in kleine kring (Jason en wat vrienden en zelfs vijand Henry) een
periode van bloei. Er ontstaan hilarische geloofsartikelen en dito kerkelijke
functies. Zo is Jason de ‘Opper-Kahuna’ van de KTG en is zijn beste vriend Shin
‘Eerste Hoeder van het Heilige Woord’. Centraal in de geloofsbeleving staat het
water als bron van alle leven. De tienpotige watertoren is daarvan de opperste
religieuze manifestering. Er is ook een soort catechismus: aan het begin van
ieder hoofdstuk lezen we hoe ‘de Oceaan’, als oerbron, de aarde en uiteindelijk
de mens schept. Vervolgens, zo blijkt uit de Schrift van de KTG, maakt de mens
er een potje van.
Op een gegeven moment sijpelt er ongemak en gevaar door in het als
lolletje begonnen religieuze avontuur. Het brein van een ‘young adult’ is niet
perfect toegerust om het gevaar in te schatten bij bijvoorbeeld gewaagde
klauterpartijen. Een nachtelijke beklimming van de Tienpotige heeft dan ook vergaande
gevolgen.
Hautman
heeft met Van God los een spannend en tot nadenken uitnodigend verhaal
geschreven. Hij gaat met bepaalde acties en uitspraken van Jason lekker langs
het randje. Toen het boek in 2004 uitkwam, ervoeren schrijvers kennelijk minder
beperkende beklemmingen dan nu. Dat verdraagzaamheid tussen gelovigen en
ongelovigen subtiel aan het eind van het boek aanbevolen wordt, is nu, twintig
jaar later, geen overbodige luxe. Van God los won in 2004 in Amerika de National
Book Award for Young People's Literature en werd heel soepel vertaald door
Floortje Zwigtman.
Pete Hautman: Van God los, Ploegsma, Amsterdam 2024, 196 p. ISBN
9789021685366. Vertaling van Godless door Floortje Zwigtman. Distributie
Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan