Vakliteratuur

Teresa Colomer, Bettina Kümmerling-Meibauer, Cecilia Silva-Díaz: New directions in picturebook research

door Coosje Van der Pol

De artikelenbundel "New Directions in Picturebook Research" is de 52ste publicatie in de 'Children’s Literature and Culture'-reeks van Routledge. Dertien artikelen in deze bundel zijn gebaseerd op papers die werden gepresenteerd op de conferentie ‘New Impulses in Picturebook Research’ (Barcelona, 2007). Daarnaast bevat de bundel vier niet van deze conferentie afkomstige bijdragen van internationaal gerenommeerde onderzoekers van prentenboeken. In deze reeks ligt het accent op internationaliteit en op methodologische interdisciplinariteit van de bijdragen. Aan deze twee criteria voldoet "New Directions in Picturebook Research" ruimschoots: bijdragen zijn afkomstig van specialisten literatuurwetenschap, kunstgeschiedenis, linguïstiek, narratologie, cognitieve psychologie, sociologie en beeldtheorie uit diverse Europese landen, Canada, de Verenigde Staten, Midden Amerika en Japan. De benaderingen zijn divers: van monografieën tot lezersonderzoek op scholen. De inhoudelijke rode draad van deze bundel is hoe veranderingen in de kinder- en jeugdcultuur van invloed zijn op de representatie en socialisatie van kinderen.
Volgens de redacteuren heeft het onderzoek naar prentenbroeken in het laatste kwart van de vorige eeuw grote veranderingen ondergaan. In de jaren tachtig maakte het historisch georiënteerde perspectief plaats voor visies die het prentenboek beschouwen als kunstvorm of als educatief middel. In prentenboeken wordt steeds verdergaand geëxperimenteerd met de interactie van tekst en beeld. De wetenschappelijke aandacht voor dit verschijnsel ontstond in de jaren tachtig (denk bijvoorbeeld aan het werk van Nodelman) en de belangstelling hiervoor groeit nog steeds. Veel van het huidige onderzoek is gericht op de esthetische en cognitieve processen die van belang zijn bij het lezen van prentenboeken. Een opvallend fenomeen in veel hedendaagse prentenboeken is dat zij impliciet van de lezer vragen zijn of haar interpretatie steeds nog even uit te stellen. Interpretaties blijven daardoor op doorreis, kunnen niet ‘vastgepind’ worden. Inzicht in hoe kinderen leesstrategieën ontwikkelen en aanwenden om deze prentenboeken te kunnen lezen, ontstaat door onderzoek te doen op het snijvlak van esthetische en cognitieve processen.
De bundel is opgebouwd uit drie delen. Het eerste deel ´Picturebooks, Literacy and Cultural Context´ benadert het thema vanuit de perspectieven van geletterdheid, metaliterair bewustzijn (weten wat literatuur is en hoe dat werkt), inzicht in de opbouw van een verhaal, en vanuit kernwaarden van hedendaagse samenlevingen. Perry Nodelman opent dit deel met een verhandeling over de ‘paradoxale dynamiek’ tussen relatief eenvoudige teksten en naar verhouding veel ingewikkelder visuele informatie uit de prenten. In prentenboeken sluit de tekst vaak aan bij hoe volwassenen denken dat kinderen de wereld zien. Maar de tekeningen ondermijnen de kinderlijke eenvoud en spreken eigenlijk een volwassene (de ‘hidden adult’) aan. Prentenboeken bieden via de tekeningen dus iets aan dat ze tegelijk via de tekst ook weer onderdrukken. Daarna is het aan Maria Nikolajeva die betoogt dat kinderen vertrouwd moeten raken met het decoderen van visuele en literaire codes. Dit leidt tot literaire competentie en zorgt ervoor dat kinderen in staat zijn complexe prentenboeken te interpreteren en te waarderen. Vervolgens zijn er twee bijdragen over de manier waarop maatschappelijke waarden uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw in prentenboeken worden gerepresenteerd (Teresa Colomer) en over hoe achttiende-eeuwse en hedendaagse prentenboeken via tekst en beeld vormgeven aan belangrijke (on)deugden (Nina Christensen). De bijdrage van Evelyn Arizpe gaat over hoe kinderen van etnische minderheden reageren op verhalen die zich afspelen in de voor hen nieuwe Schotse cultuur. Sandra Beckett heeft het over prentenboeken die verwijzen naar kunstwerken en gaat in op hoe kinderen deze verwijzingen ontcijferen en interpreteren.
Deel twee, ‘Picturebooks and Storytelling’, behandelt het centrale thema vanuit een narratologisch perspectief. Carole Scott schreef het openingsartikel over framing, of te wel de functies en betekenissen van kaders, in prentenboeken. Speciale aandacht gaat uit naar hoe kaders de perceptie van de lezer sturen, bijvoorbeeld doordat zij de wereld van het verhaal afgrenzen van de wereld waarin de lezer zich bevindt. Onverwachte verhaaleindes zijn het onderwerp van de bijdrage van Brenda Bellorín en Cecilia Silva-Díaz. Meestal is een verrassende afloop het gevolg van iets dat in het verhaal voor de lezer verborgen wordt gehouden. De auteurs bespreken verschillende verschijningsvormen en geven ook enkele reacties van kinderen op deze verhaaleindes. Isabelle Nières-Chevrel beschrijft aan de hand van één prentenboek welke leesstrategieën een lezer moet aanwenden bij het lezen van een complex tekstloos prentenboek. De bijdrage van Elina Druker bespreekt enkele modernistische invloeden in prentenboeken uit het Europese hoge noorden. Speciale aandacht gaat uit naar ruimtelijke zaken zoals gaten in de pagina’s en pop-up-elementen. Tomoko Masaki geeft een gedetailleerde analyse van een Japans prentenboek en laat zien hoe verschillend Japanse en Britse kinderen reageren op dat verhaal. Deze uiteenlopende reacties voert zij terug op culturele verschillen met betrekking tot het vertellen van verhalen en de rol van beelden daarbij. Dit deel wordt afgesloten door Fernando Zaparaín met een verhandeling over off-screenelementen in prentenboeken, Dit zijn ‘open plekken’ op beeldniveau; informatie die voor het verhaal belangrijk is wordt niet getoond, bijvoorbeeld doordat zij net buiten het kader valt.
Het thema van het derde deel, ‘Making Sense out of Picturebooks’, benadert het hedendaagse prentenboek vanuit het perspectief van de ontwikkelings- en cognitieve psychologie, de cognitieve linguïstiek en onderzoek naar geheugenwerking. Ingeborg Mjør combineert semiotiek en cognitieve psychologie om na te gaan hoe volwassenen kinderen kunnen helpen betekenis aan verhalen toe te kennen. Door leesstrategieën, zoals het gebruik van non-verbale communicatie, kan een eventuele onbalans tussen de reële lezer en de impliciete lezer worden gecompenseerd. De bijdrage van Eva Gressnich and Jörg Meibauer gaat over deiktische uitdrukkingen in prentenboeken. Zij gaan na hoe kinderen ontdekken naar wie, bijvoorbeeld, de ‘ik’ of de ‘jij’ in prentenboeken verwijzen en wat de rol van tekst en beeld daarbij is. Dit is een belangrijk aspect van wat deze auteurs ‘picturebook competence’ noemen. Hieraan verwant is de bijdrage van Bettina Kümmerling-Meibauer over autobiografische prentenboeken, verteld in de ik-vorm. In deze boeken zijn auteur/illustrator, verteller en hoofdpersonage dezelfde persoon. Meestal bevatten de verhalen jeugdherinneringen waarbij de tekst verteld wordt vanuit de eerste persoon en de tekeningen focaliseren vanuit de derde persoon (iemand ziet de ik). In haar bijdrage onderzoekt Kümmerling-Meibauer hoe jonge lezers hiermee omgaan. Het artikel van Agnes-Margrethe Bjorvand behandelt een nieuw fenomeen in enkele Scandinavische prentenboeken, namelijk de representatie van disfunctionele gezinnen en van ingewikkelde ouder-kindrelaties. Aan de hand van theorieën over multimodale representatie analyseert zij een Noors prentenboek over een gewelddadige vader die zijn vrouw en zoon bedreigt. Zij laat zien hoe kleuren, een surrealistische setting en disproportionele verhoudingen bijdragen aan de dreigende atmosfeer. De tekst is echter lyrisch en staat in contrast met het beeld. Dit stelt de lezer voor dilemma’s bij het toekennen van betekenissen aan het verhaal. Het afsluitende artikel van de bundel gaat over "mindscapes", mentale of psychologische landschappen. In haar bijdrage reflecteert Anna-Maija Koskimies-Hellman op hoe prentenboeken beelden kunnen bevatten die het midden houden tussen verbeelding, droom en realiteit, terwijl deze mentale voorstellingen in de tekst worden voorgesteld als werkelijkheid. "Mindscapes" geven vorm aan personages omdat ze de lezer een blik gunnen in de gedachtewereld van de protagonisten.
Deze artikelenbundel geeft een goede dwarsdoorsnede van onderwerpen die onderzoekers van prentenboeken op dit moment interessant vinden. Positief is dat veel van de auteurs op de een of andere manier ´echte lezers´, in dit geval wil dat zeggen kinderen, in hun onderzoek betrekken. Dit fenomeen en de gekozen onderwerpen, geven blijk van een duidelijke betrokkenheid bij het kind als lezer. Het publiek voor deze bundel wetenschappelijke artikelen zal in de eerste plaats bestaan uit collega-onderzoekers. Mensen die met prentenboeken werken in het onderwijs of de bibliotheek en op zoek zijn naar praktisch toepasbare inzichten of werkwijzen, vinden de artikelen in deze bundel mogelijk te theoretisch. Het is daarom ook te hopen dat er vanuit de hoek van literatuureducatie of leesbevordering een goede ´vertaalslag´ kan worden gemaakt, die de  interessantste inzichten van deze ´new directions in picturebook research´praktisch toepasbaar maakt. Sommige van de behandelde onderwerpen zijn daar alleszins bijzonder geschikt voor. De nieuwe inzichten zouden een welkome aanvulling op, of nuancering van, gevestigde opvattingen over het lezen en de functies van prentenboeken kunnen vormen. Prentenboeken zijn immers complexe, cognitief uitdagende cultuuruitingen voor jonge kinderen en vragen bekwame (voor)lezers.

Teresa Colomer, Bettina Kümmerling-Meibauer, e.a.: New directions in picturebook research (Children's literature and culture), Routledge New York, 2010, 261 p. : ill., 101. ISBN 9780415876902. Distributie: Taylor & Francis Group

Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 2010

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri