: El cuenta cuentos

door Jen de Groeve

Drie kinderen zitten in het gezelschap van hun tante op de trein. Het is een lange trip, buiten is er niks interessants te zien en de kinderen vervelen zich stierlijk. Ze bestoken tante met het soort ‘waarom’-vragen waar een mens van gaat vertwijfelen. Het verhaaltje dat tante hen als zoethouder vertelt, over een braaf meisje dat bewondering alom krijgt omdat ze zo braaf en goed is, vinden ze onwaarschijnlijk stom. In de coupé zit ook een man, die het tafereel zwijgend opneemt en vervolgens hardop bedenkt dat tante als verteller geen succes boekt. Waarop gepikeerd volgt of hij het dan misschien eens wil proberen? De man vertelt de kinderen het verhaal van het meisje Bertha, dat buitengewoon braaf was, altijd gehoorzaam, netjes, vlijtig en beleefd als geen ander. Zo goed was Bertha dat ze medailles kreeg voor gehoorzaamheid, stiptheid en goed gedrag. De kinderen luisteren maar half. ‘Was ze mooi?’, vraagt een van de meisjes nog voor de vorm. ‘Niet zo mooi als jullie’, maar ze was wel ‘vreselijk braaf’. En meteen heeft de man ieders aandacht, want ‘vreselijk braaf’ is een erg interessante woordcombinatie, vooral als ze uit de mond van een volwassene komt. Dit zou best wel eens een waarachtig verhaal kunnen worden. Wat volgt, is een fantastische vertelling over het meisje dat als beloning voor haar goedheid van de prins in zijn park mag wandelen en zichzelf prijst voor zoveel geluk. Tot er een wolf het park inloopt en haar met huid en haar verorbert. De medailles lust hij niet.
Dit snaakse verhaal is van de Britse schrijver Hector Hugh Munro (1870-1916), die schreef onder het pseudoniem Saki. De prenten zijn van Isabelle Vandenabeele en het boek verscheen dit voorjaar in het Spaans bij uitgeverij Barbara Fiore. De taal vormt dus een probleem voor de meeste lezers hier, maar ik zou het desondanks niet laten om het boek te kopen. Ten eerste is de Engelse tekst integraal vrijgegeven op het internet, maar je zou ook de uitdaging kunnen aangaan om het verhaal puur op basis van de prenten te lezen. Ik heb dat gedaan, met als enige hint de oorspronkelijke Engelse titel, The Storyteller, en dat lukte erg goed. Isabelle Vandenabeele is dan ook een voortreffelijk ‘beeldend verteller’.
Vandenabeele bouwt het kaderverhaal, van het gezelschap op de trein, grotendeels op uit karakterprenten. Drie zichtbaar verveelde kinderen — hangerige houding, onwillige gezichtjes — paginagroot uitgebeeld, openen het verhaal. Op de overliggende pagina staat, klein neergezet onder de tekst, een volwassene met vermanende vinger. De situatie krijgt vorm, de sfeer wordt duidelijk. De volgende dubbele bladzijde wordt ingenomen door een prent van een man, die rustig achterover leunend het tafereel in de coupé bekijkt. Op de pagina erna een keurige vrouw, de handen gevouwen in de schoot, tasje onder de bank. Min of meer dezelfde pose als de man, maar wat een verschil in sfeer en emotie: de situatie is bepaald ongemakkelijk voor haar, maar ze kwijt zich stug en plichtsbewust van haar taak. Vandenabeele bouwt zo zonder woorden een verhalende structuur op, waarin karakters hun plaats opeisen en met elkaar in dialoog gaan. Ze wisselt doordacht portretten, kleine tekeningetjes – die ik maar ‘commentaren’ zal noemen – en totaalbeelden met elkaar af, wat reliëf in de bladzijden en een dynamisch ritme meebrengt. Vandenabeele gebruikt voor het kaderverhaal geen kleur; het zwart-wit van haar houtsneden is erg expressief, confronterend zelfs, maar ook aantrekkelijk. Dat heeft met de herkenbaarheid van de personages te maken (dit had mijn tante wel kunnen zijn) en met de intensiteit van hun karakters.
Voor de vertelling over Bertha – tantes verhaaltje wordt niet in beeld gebracht – verspreidt Vandenabeele verschillende kleine, eenvoudige tekeningetjes over het blad en ze markeert ze in de eerste plaats door het gebruik van de kleur geel. Enkele accenten om te beginnen en wanneer Bertha in het park van de prins komt, wordt geel de hoofdtoon. Het park is een soort wondertuin, maar van een aparte slag. Er zijn clever pratende papegaaien en vogels die de hits van het moment fluiten, maar de idyllische sfeer die je verwacht, ontbreekt. Geen bloemenpracht, maar wildgroei en wroetende varkens. Brave Bertha is een onuitgesproken figuurtje en Vandenabeele pikt de ironische toon van Saki’s verhaal mooi op. Terwijl ze zichzelf en haar onvergelijkelijke goedheid prijst, heeft Bertha een geweldige pret met plonsen in de vijver en varkentje rijden, de drie medailles voor braafheid pront op de borst gespeld.
De combinatie van zwart met geel is gedurfd, maar ze werkt. Gele vlakken vormen de achtergrond voor de tekening en geven telkens de contouren van de omgeving weer, wat een grote dynamiek aan de tekening geeft. De kleur straalt vrolijkheid uit, maar anderzijds is de keuze voor enkelvoudig geel hier onverwacht en onderstreept ze dat dit toch een curieuze plek is. De contouren accentueren de grilligheid van deze wondertuin. Net voor de wolf verschijnt, krijgt het beeld een bepaald unheimisch karakter: Bertha huppelt zorgeloos door het struweel, terwijl je je afvraagt of er in de donkere zwiepende bladeren iets verborgen zit – en vluchten daar de vogels weg? En plots is het ook overduidelijk dat de tuin verre van een idylle is. Het onheil voelt op deze grote prent over een dubbele bladzijde plots erg dichtbij. Als Bertha verorberd is, neemt het kaderverhaal weer over. De kinderen vinden het prachtig, ook al omdat alle varkentjes aan de wolf ontsnapt zijn, maar tante is misnoegd over dit ongepaste vertelsel, dat het effect van jarenlange goede opvoeding in enkele minuten tijd teniet doet.
Deze licht lezende klassieke satire met karakter is genieten van begin tot einde. Voor zover mij bekend is er nog geen interesse om dit boek ook in het Nederlands uit te geven. Wat een gemis. Gelukkig laat de Spaanse versie zich uitstekend beeldlezen.


, El cuenta cuentos, , , p., € 0. ISBN 9788415208525. Distributie: Barbara Fiore

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri