12+ - Wie denkt dat alle
fantasieverhalen onder één hoedje te vangen zijn, heeft het mis. Alleen al het
oeuvre van Marco Kunst volstaat om te zien hoeveel subgenres er zijn: het
‘pure’ fantasieverhaal in De sleuteldrager,
de toekomstroman in Gewist, de
psychologische fantasieroman in Isa’s
droom…
Met De Waterwaack van
Natterlande kiest Kunst voor de kolderieke variant, een dik aangezet
verhaal waarmee hij volgens recensenten Thomas de Veen (NRC Handelsblad 9.02.2017) en Bas Maliepaard (Trouw 18.03.2017) ‘succesvol
in de voetsporen [treedt] van grootmeesters als Paul Biegel en Roald Dahl’. Dergelijke vergelijkingen zagen we al eerder,
bijvoorbeeld bij Keverjongen van M.G.
Leonard. Maar maakt het boek dat ook waar?
De tweeling Toffee en
Gum vertelt beurtelings over het Waterwaackhuis en omliggende moerasland ‘de
Zomp’, waarheen ze verhuizen omwille van een erfenis. Hun geldzuchtige ouders
willen er een nieuwe woonwijk neerzetten, maar de Zomp laat zich niet zomaar
bebouwen.
Handenvol gekke en fantastische personages zorgen voor een kolderiek
avonturenverhaal, dat duidelijk maatschappijkritisch is en met name onze omgang
met de natuur en het gewicht van financiële belangen hekelt.
Kenmerkend voor Kunsts stijl zijn het taalspel en de registerwissels,
die hij in eerder werk inzette om bizarre personages vorm te geven. Spijtig is
dan ook dat de vertelstijl van Gum en Toffee zo inwisselbaar is – zelfs als
twee-eiige tweeling hoef je niet hetzelfde te klinken. Personages als de
Braziliaanse kindermeisjes Limona en Vanilia, of ome Trees, uitbater van Café
De Scharrebak kregen wel een eigen, wat sjofel taaltje dat hen in de marge
situeert.
Des te meer zette Kunst in op taalgrapjes: namen als de
Watersnoodtaris, W. Tobbe, Theadora Water (even verderop zelfs nadrukkelijk
geëxpliciteerd als ‘Thé Water, tante Theewater’), talrijke plaatsnamen,
meanderende titels die het hoofdstuk samenvatten…
De Waterwaack van Natterlande drijft dan ook
voornamelijk op Kunsts wijdlopige fantasie, die natuur, wetenschap en kunst –
ook elders stokpaardjes van de auteur – samenbrengt.
Je moet wellicht van
Nederlandse bodem zijn om een boek zo vol te laten lopen met water, en elke
dijk schaamteloos te breken. Kunst laat geen kans liggen om te knipogen naar
die context, met bestaande en verzonnen geografische verwijzingen. Zo doet de
Wieswos denken aan de Biesbosch, maar wordt die laatste ook expliciet genoemd,
zijn er de Uiterwaarden, is er de naam Douwe Schuive die refereert aan Schouwen-Duiveland…
Net zo goed verwerkt Kunst fundamentelere bedenkingen over het inpolderen en
exploiteren van land. De maatschappijkritiek die ook elders in zijn werk
aanwezig is, gaat hier vooral in op milieugerelateerde kwesties, maar ook
winstbejag en het terzijdeschuiven van kunst en cultuur moeten eraan geloven.
Die context en
maatschappijkritische boodschap maken het allerminst een taai boek, wél de
uitvoerige beschrijvingen, zijsprongen etc. Kunst schreef een fantasieverhaal
dat net als water alle kanten opgaat. Het had sterker kunnen zijn als Kunst op
tijd die woordenvloed ook wat had ingedamd.
Wie ervan houdt zich diep onder te
dompelen, zich te laten meespoelen en pas na vele tellen weer proestend boven
water te komen, vindt in De Waterwaack
van Natterlande zonder twijfel geweldige stukken. Als Marco Kunst nog iets
sterker leert te doseren, mag hij echt op de thee bij Roald Dahl.
Marco Kunst, Marieke Nelissen (ill.): De Waterwaack van Natterlande, Lemniscaat
Rotterdam, 2017, 417 p. : ill. ISBN 9789047707769. Distributie: De Eenhoorn
deze pagina printen of opslaan