2+ - De Brusselse illustrator Judith
Vanistendael is ruim bekend dankzij haar stripwerk (o.a. De graphic novel De
maagd en de neger (Ogg & Blik
2012), en een stripmuur in Sint-Joost-ten-Node). Met haar illustraties
voor de verfilmde succesreeks van Michaël De Cock, ‘Rosie en Moussa’, Paard met
laarzen, Ik wil de
koning zijn... wint ze ook in kinderboekenland steeds meer aan
belang. Met Blokje om brengt ze voor het eerst solowerk uit voor een
jonge doelgroep.
Het boekje lijkt zich vrijelijk
in te schrijven in de ‘traditie’ van associatieve prentenboeken, een genre dat
we vooral kennen van de Franse voorbeelden Hervé Tullet (Een boek / Ik ben Blop!) en Blexbolex (Een sprookje / Allemaal mensen / Seizoenen). De boeken worden onder meer
gekenmerkt door hun speelsheid. Zo zien we bij Tullet vaak figuren van vorm of
kleur veranderen, waarbij de lezer door de vertelstem wordt aangesproken om
enkele fysieke handelingen met het boek uit te voeren (bv. schudden met het
boek). Gesuggereerd wordt dat die acties van de lezer verantwoordelijk zijn voor
het verloop van het verhaal. Blexbolex (met net als Vanistendael trouwens ook
wat graphic novels op zijn naam) gooit het over een andere boeg. In Seizoenen
bijvoorbeeld bundelt hij prenten tot een totaalplaatje van de seizoenen,
waarbij die illustraties elkaar opvolgen in dikwijls grappige verbanden (zo
laat hij een badhanddoek bladzijden later in het boek opnieuw terugkeren, maar
dan gepresenteerd als ‘verloren voorwerp’).
Speelsheid,
veranderende vormen, het zoeken van vormen en betekenis over pagina’s en
sequenties van tekeningen heen en een prettig en genuanceerd kleurenpalet maken
de essentie uit van Blokje om. De grafiek lijkt relatief eenvoudig met
basisvormen als de cirkel, het vierkant, de driehoek maar het boek bouwt op in
(aantal en soorten) vormen, kleuren en moeilijkheidsgraad. Bovendien lijkt het
boek op het eerste gezicht misschien opgedeeld in losse sequenties, maar er is
wel degelijk een rode draad, die je meeneemt van begin tot einde.
Vanistendael start met een geel vierkant dat een gele
cirkel wordt en vervolgens de vorm aanneemt van een oranje vogelmannetje met
een druipneus. De druipneus wordt de lekkende tuit van een ronde theepot die op
de volgende pagina dan weer een driehoekige vorm aanneemt en vervolgens ook een
wolkje stoom uitdampt. De driehoek die de theepot verbeeldt, wordt een pagina
later het dak van een huis en dan verandert de stoom uiteraard in rook uit de
schoorsteen. Zo gaat het steeds verder. Telkens wordt een element van een
vorige bladzijde visueel herhaald. Al zal dat niet voor elke lezer gedurende
heel het boek meteen duidelijk zijn.
Als de hoofdvorm tegen een lege achtergrond opvalt op de
overliggende pagina is het niet moeilijk om te volgen. Maar gaandeweg maakt
Vanistendael prenten die visueel complexer opgebouwd zijn, tegen een drukke en
kleurrijke achtergrond bijvoorbeeld, of over meer dan een bladzijde lopen. Het
rijtje kleuren waar we de walvisstaart voor het laatst zien, wijst vooruit naar
het rupsje op de volgende bladzijde. Soms zit de herhaling dus niet in de vorm,
maar in de kleur en wordt de vorm vrij, zoals ook bij de sequentie waarin een
lach verandert in een ontsteltenis, een schreeuw, een wervelwind. Soms
verandert de herhaling (vorm, kleur) dan ook zonder dat je er acht op slaat,
wat ervoor zorgt dat je moet terugbladeren.
Dat maakt dat je dit boekje lang niet in één keer gezien,
gelezen of begrepen hebt. Dit Blokje om is echt niet zomaar een blokje
om! Het is een boeiende beeldleesreis voor alle leeftijden die toont hoe de
fantasie van een illustrator die met enkele basisvormen aan de slag gaat
oneindig is.
Judith Vanistendael: Blokje om,
Querido, Amsterdam 2018, 72 p. : ill. ISBN 9789045121734. Distributie Standaard
Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan