6+ - Op de Buchmesse in Frankfurt heeft De baas van
alles, een coproductie van uitgeverij Manteau en De Harmonie, hoge ogen gegooid
als eerste glow in the dark-boek ter wereld. Het is grotendeels gedrukt op
zwart papier met de tekst en tekeningen in fluorescerende inkt. Je kan het dus
lezen in het donker. Nog nooit eerder gerealiseerd, zegt de uitgever, hoewel de
idee om je kinderen in bed voor te lezen terwijl het licht al uit is, toch al
eerder bij iemand moet zijn opgekomen. Misschien was de productiekost een
probleem, want aan dit boek hangt een stevig prijskaartje (24,95 euro) en het
is dan nog in China gedrukt om op de kosten te besparen. Reden voor de relatief
hoge prijs was ook het feit dat er een aantal uitklapbare bladen inzitten. Maar
de zaken lopen goed, want de interesse in het buitenland is naar het schijnt
groot.
Vreemd toch, wat uitgevers
allemaal gelukkig kan maken - Johan de Koning van De Harmonie heeft de
bedoeling een hele serie glow in the dark-boeken te maken "met alle grote
namen uit de jeugdliteratuur." Een "lichtgevend boek", ook al is
het het eerste ter wereld, klinkt voor mij meer als een gadget dan als een
boek. Ik heb trouwens geprobeerd om het in het donker te lezen en dat viel
flink tegen. Maar als de marketing werkt en De
baas van alles een stevige verkoop in binnen- en buitenland wacht, dan is
dat wel een gelukkige zaak, want lichtgevend of niet, dit is een interessant
boek, geschreven door Bart Moeyaert en geïllustreerd door de debuterende
Katrien Matthys. En gevoelig voor vorm als ik toch ben, vind ik het erg mooi
dat de uitwerking met uitklapbladen ook zijn betekenis in het verhaal heeft.
De kat gaat de nacht in en posteert
zich naast de uil in een boom. De uil, goed wetend wat de aard van het beest
is, waarschuwt haar geen streken uit te halen en wijst op zijn eigen scherpe
klauwen en zijn gebrek aan geduld. De kat, die zich een tijger vanbuiten en een
poes vanbinnen voelt, brengt een verbale confrontatie op gang. Ze zijn wel min
of meer aan elkaar gewaagd, de twee nachtelijke jagers, en eenmaal dat
vastgesteld, gaan ze elk huns weegs.
Onder de boom ligt een hond,
achtergelaten en vastgebonden. Zijn natuur getrouw doet hij wat van hem
verwacht wordt: wachten op de baas. Een notie die de kat vreemd te moede is:
"'Ik heb met je te doen,' zei ze. 'Je neus is van kurk en je tong is een
droge lap. Je kop kun je nauwelijks op de grond leggen door dat kortgeknoopte
touw, maar je bent vastbesloten: wachten zul je, want de baas komt.'
[...]'Voelt het nu niet anders?' zei de kat. 'Nee,' zei de hond. 'Of vind je
van wel?' 'Geen idee,' zei de kat. 'Wachten is wachten, maar hier is er een
verschil.'" Een gedachte waar de hond geen raad mee weet. De kat wil weten
wat zo'n beest denkt en gaat te rade bij de vos, want zoveel verschil is er
toch niet tussen een hond en een vos? Vos en kat kunnen elkaar niet luchten en
het gesprek wordt een intellectuele krachtmeting. De vos is geslepen, laat de
kat erin tuinen en die voelt zich bekocht. Vervolgens ontmoet ze een mot, een
vlinder, een zwerm vuurvliegjes, een haan en een hen. Elk dier doet wat het
doet en de vraag naar wat hen daarin drijft is voor de kat telkens opnieuw aan
de orde.
Dertien verhaaltjes krijg je zo. Het boek opent met een tekening over een
dubbele bladzijde, zwart op wit, van de kat en de uil. Elke bladzijde heeft nog
een naar binnen gevouwen flap; je moet ze openvouwen om aan de binnenkant met
het verhaal te beginnen: zwarte pagina's met witte fluo-inkt bedrukt. Je vouwt
de flappen dicht en het volgende verhaal start op witte bladzijden, met zwarte
inkt bedrukt. Voor het volgende moet je dan weer de bladzijden openvouwen en je
leest weer wit op zwart. Dag en nacht wisselen elkaar zo af en elk verhaaltje
heeft een pointe, die je een stap verder brengt in het verhaal over wat dat kan
betekenen, 'baas zijn'. Of toch niet echt verder, want in elk volgend verhaal
worden er weer nuances gelegd, wordt de zaak van een andere kant bekeken. Waar
de kat zich bij de hond aanvankelijk bovenbaas voelt, delft ze bij de vos ?
die, vindt ze, toch niet zoveel van een hond verschilt ? keer op keer het
onderspit, en de hond in zijn treurige situatie krijgt hoe langer hoe meer vat
op haar.
De
mot, de vlinder en de vuurvliegjes doen wat hun natuur hen oplegt. De mot wacht
elke avond met trillende vleugels tot "de baas van alles en iedereen"
verschijnt en vliegt zich dan de hele nacht aan flarden tegen een verlicht
raam. Eens zal dat raam opengaan. De vuurvliegjes zijn dan weer volledig in de
ban van elkaars licht en ze vullen de nacht met hun roepen naar elkaar, hebben
voor niets of niemand anders oog. Soms is de baas een ultiem te bereiken doel,
soms is de baas ook gewoon 'wij'. Slotsom is dat de kat er op het eind nog
steeds geen idee van heeft, net zo min als de haan en de hen, die verveeld door
haar moeilijke vragen verder scharrelen. "'Volg je?' riep hij over zijn
schouder naar zijn kip. 'Ik volg, ik volg,' zei de kip. Toch.'" Je kunt
ook zodanig met zoeken bezig zijn dat je niet meer ziet wat er klaarblijkelijk
is.
Het steeds
anders bekijken van de zaak en de variaties op het baas-thema corresponderen
met de vormgeving van het boek: de ene keer blader je verder naar het volgende
verhaal (van de zwarte naar de witte pagina's), de andere keer moet je als het
ware een stap terugzetten en op de (zwarte) binnenkant van de vorige bladzijde
het nieuwe verhaal aanvatten. De kat had het al op de eerste bladzijde als
volgt geformuleerd: "kijken komt altijd van twee kanten". Het komt
zelfs van meerdere kanten, zo blijkt, en het beeld wordt er gevarieerder,
veelkantig door, maar niet noodzakelijk scherper.
Moeyaert bouwt dertien verhalen
op waarin de dieren, hun aard en hun onderlinge verhoudingen direct, in
scenisch opgebouwde taferelen gevisualiseerd worden. Moeyaert is geen man van
beschrijvingen, hij laat de taal spreken, roept in ritme, toon en klank heel
efficiënt zintuigprikkelende beelden op. Van een scharrelende, tokkende kip
bv.:
'zag je dat, zag je dat,' zei de
haan tussendoor.
'Ik zag het, ik zag het,' zei de hen. 'Toch.'
Van de vos, die pesterig zijn overwicht
demonstreert op de kat in een enerverende serie almaar herhalende uitdagingen
-- de kat blijft er schijnbaar siberisch onder. Of het iele geroep van de
vuurvliegjes ("'Hier,' riep een kever. / 'Hier,' riep een andere. 'Hier,'
riep een derde. Ze waren met z'n velen.") dat verrassend expressief de
geluiden van de nacht oproept. Erg mooie evocatie is dat, bijna zonder woorden.
De
illustraties van Katrien Matthys bestaan grotendeels uit silhouetbeelden. Vaak
zijn het samengestelde scènes waarin gebeurtenissen, denkbeelden en gedachten
simultaan afgebeeld worden. Sterke, intrigerende prenten vol detail van
afwisselend dag- en nachtscènes. Bij momenten een zeer esthetisch spel met
licht en schaduw.
Bart Moeyaert,
Katrien Matthys (ill.): De baas van alles, Manteau, Antwerpen 2007, 32 p. ill.
ISBN 9789022319543. Distributie Standaard Uitgeverij
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswelp 2007
deze pagina printen of opslaan