Vanaf zes jaar

Marjolijn Hof, Judith Ten Bosch (ill.): Mijn opa en ik en het varken Oma

door Vanessa Joosen

Een fantastische alliantie

6+ - Er zijn veel kinderboeken waarin kinderen en oudere mensen een bijzondere band hebben en als het ware een alliantie vormen tegen het jachtige leven van de generaties die tussen hen in liggen. De boeken rond Madelief en Polleke van Guus Kuijer liggen als voorbeeld voor de hand, maar ook in de Britse klassiekers van Lucy Boston (De kinderen van Groenowa) en Philippa Pearce (Toms nachtelijke avontuur) zie je een bijzondere band tussen een kind en een bejaard personage. Grootouders zijn daarnaast de held(inn)en van veel prentenboeken en voorleesboeken voor jonge kinderen. In tegenstelling tot de generatie van de ouders hebben zij tijd voor hun kleinkinderen: tijd om in de natuur te trekken, samen het huishouden te doen, te spelen en — niet het minst — verhalen te vertellen. Weinig grootouders komen daarbij echter zo scherp uit de verf als de opa in dit boek van Marjolijn Hof.

Met Mijn opa en ik en het varken Oma kaapt Marjolijn Hof meteen al de prijs voor de meest intrigerende titel van het jaar weg. Gedraagt die oma zich dan als een varken?, vroeg ik me af. Of hoe is de beeldspraak anders bedoeld? Er blijkt echter geen oma te zijn, wel een opa en zijn kleindochter, die regelmatig bij hem komt logeren. Het meisje vertelt hoe haar opa op een dag zoveel pannenkoeken bakt dat ze die samen niet op krijgen. Daarom halen ze een varken in huis — wat doe je anders in zo’n geval? Ze noemen het varken Oma, al spreken ze nadien ook wel eens van het ‘puntje puntje Oma’ om haar gevoelens te sparen.  

Met het prettig gestoorde eerste hoofdstuk is de toon van dit heerlijke kinderboek gezet. Verwacht je niet aan doordeweekse gesprekken tussen opa en kleindochter. Deze twee houden er heel eigen gewoontes en hobby’s op na, en taboes bestaan er niet in het huis van opa. Slootjespringen, ganzenbord spelen en pannenkoeken eten horen tot hun normalere activiteiten, maar even goed houden ze ervan om elkaar lekker uit te dagen. Zo installeren ze een neonlicht met ‘Oma’ boven de varkensstal, en loopt hun spelletje ‘boos zijn op elkaar’ bijna uit de hand. Ze doen alsof ze dood zijn, en opa voedert zijn kleindochter hooi wanneer ze in een neushoorn wil veranderen.
 
Zo krijgt het verhaal een magisch- realistisch tintje wanneer opa en kleindochter elkaars dromen gaan maken. Door de intieme sfeer tussen beiden krijgen alle verhalen een bijzonder warme uitstraling. Onder de soms keiharde woorden en plagerijen van de twee zit een grenzeloos vertrouwen, dat je zonder veel moeite kan afleiden. Dit zorgt ervoor dat Hof enkele unieke en bijzonder humoristische scènes in haar boek kan verwerken, en daarmee een volstrekt origineel en geslaagd verhaal heeft geschapen. Ze heeft genoeg vertrouwen in haar lezers om de liefde en tederheid tussen de regels te laten.

Het is typerend voor kinderboeken over een grootouder en een kleinkind dat ze zich vaak afspelen op het platteland, waar er aan ruimte, natuur, rust en frisse lucht geen gebrek is. Daarmee gaan de kinderen — vaak stadskinderen met een drukke agenda — bijna letterlijk mee terug in de tijd, naar de periode toen de grootouders jong waren. Het is voor hen vaak een vlucht uit het jachtige stadsleven, waar ouders, school en vriendjes druk op hen uitoefenen. Het platteland is ook de setting waar de grootouders zich het best thuis voelen, zo blijkt althans uit veel kinderboeken. De kinderen leren van de ouderen over de dieren en de natuur, en samen doen ze huishoudelijke klusjes. Bij de grootouders worden de kinderen geïsoleerd van hun vrienden en ouders, en hier vinden ze de mentale rust om zich bezig te houden met de diepere levensvragen. Die worden vaak gesteld en beantwoord met verhalen.  

Ouderen en kinderen delen in veel kinderboeken namelijk nog iets anders: hun interesse in fantasie. Misschien omdat ze dichter bij het begin en het einde van het leven staan zijn kinderen en ouderlingen in de jeugdliteratuur veel vatbaarder voor het bovennatuurlijke dan de generatie daartussen. Tegelijkertijd duikt in veel kinderboeken het beeld op van de speelse bejaarde. Er is relatief weinig aandacht voor de zorgen die oud worden met zich meebrengt, de nadruk ligt eerder op het spel en de humor waarmee de ouderen het leven kunnen relativeren.
 
Dat patroon zie je ook gedeeltelijk terugkeren in Mijn opa en ik en het varken Oma, al zijn de kleindochter en haar opa harder voor elkaar dan je zou verwachten. Hun spelletjes hebben vaak een scherp kantje en deze opa is zeker niet van het type dat altijd klaarstaat, met eindeloos geduld en schalen met lekkers. Toch delen die twee een klein universum, dat helemaal van hen is en waar ze voldoende met rust worden gelaten om in het spel op te gaan. Andere personages doen er niet toe, alleen is er sprake van dat het meisje af en toe opgehaald wordt en weer naar opa gebracht. In zijn boerderij wordt het gevoel gecreëerd van een schier eindeloze periode, alsof de tijd even stilstaat. Alles kan, niks moet. Er is ruimte genoeg om elkaar even te ontwijken als het moet, of om een hele tijd verstoppertje te spelen als ze daar zin in hebben.  

Dat kleine universum heeft ook zijn eigen wetten en logica. Mijn favoriete hoofdstuk is ‘Schootcomputer’, waarin het meisje aan haar opa voorspelt dat ze als tiener veel minder graag naar hem toe zal komen, en dat hij daar maar beter op voorbereid is. Opa voegt onmiddellijk de daad bij het woord, haalt een laptop in huis en maakt meteen vrienden met enkele chattende bejaarden. Hij leert er zelfs online slootjespringen. De invoering van het internet botst natuurlijk met de plaats buiten de wereld die zijn huis voordien innam, en zijn kleindochter heeft het er dan ook onmiddellijk moeilijk mee. Net nu ze dacht dat ze opa te slim af was, blijkt ze zelf het onderspit te moeten delven. Vervolgens heeft ze alle moeite om opa uit de virtuele realiteit te slepen, en plots is er veel minder haast om groot te worden. Marjolijn Hof combineert hier humor en fantasie met onverbloemde realiteit en een groot inlevingsvermogen. Ze slaagt erin deze tragikomische mix vol te houden zonder dat het ergens klef of flauw sentimenteel wordt. Tegelijkertijd bevat haar boek een mooie aanzet tot heel wat filosofische, existentiële vragen zonder dat het al te zwaar weegt.

Terwijl Hofs tekst van bij het begin aanslaat, is het aanvankelijk even wennen aan de wat ouderwetse tekenstijl van Judith Ten Bosch. Maar haar prenten raken in de loop van het verhaal hoe langer hoe meer met de tekst verweven, en ze weet met de mimiek en de poses van haar getekende figuurtjes perfect het dubbelzinnige gedrag van de hoofdpersonages te vatten. In de eerste beelden worden vooral de gezelligheid en tederheid in de verf gezet, vervolgens komt het eigenwijze karakter van opa en kleindochter naar boven. Vooral het meisje, dat een beetje buiten proportie getekend is, komt goed tot leven. Op het eind kun je je de tekst niet meer zonder deze beelden voorstellen.

Toen ze met Een kleine kans in 2007 de Gouden Griffel en de Gouden Uil Jeugdliteratuur won, wist iedereen: Marjolijn Hof kan schrijven. Na het lezen van dit boek kan ik alleen maar besluiten: Marjolijn Hof kan fantastisch schrijven, en ze heeft met Judith Ten Bosch een uitstekende partner in crime gevonden. Net zoals het meisje en haar opa.

Marjolijn Hof, Judith Ten Bosch: Mijn opa en ik en het varken Oma, Querido, Amsterdam 2011, 101 p. : ill. ISBN 9789045111889

Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri