Vanaf negen jaar

JEUGDBOEKEN NR. 8, SEPTEMBER 2020

Tiny Fisscher (bew.), Annette Fienieg (ill.): Oliver Twist

door Jen de Groeve

9+ - Oliver Twist (1838), het verhaal van een onfortuinlijk weeskind, is een van Charles Dickens bekendste en meest gelezen romans. Oliver is geboren in een werkhuis en wordt in zijn eerste levensuur al bestolen, verhuist van werkhuis naar weeshuis naar miserabele werkplek naar criminele uitbuiter en weer terug, om uiteindelijk na uitzichtloos, onmenselijk lijden en misbruik, goed terecht te komen in een warme familie.    

Oliver Twist
wordt door de literatuurhistorici beschouwd als een belangrijk sociaal document en de eerlijkste en meest solide exploratie van de moderne ethiek in Charles Dickens’ oeuvre. Het is het eerste werk waarin hij zich toont als een meesterverteller in spe en waarin hij uitblinkt in het creëren van memorabele karakters. Oliver is het slachtoffer van een hele reeks uitgesproken vuige figuren, omdat Dickens in de eerste plaats het maatschappelijke onrecht wilde aanklagen. In de jaren dertig van de achttiende eeuw woekerde de misdaad en heerste er onvoorstelbaar navrante armoede. Het feit dat Dickens het als feuilleton schreef over een periode van 1837-1839, brengt echter een zekere langdradigheid mee en de samenhang is regelmatig ook behoorlijk los. En dat Oliver na zoveel ellende uiteindelijk het ultieme geluk vindt dankzij heel wat toevalligheden, is iets waar de lezer ook maar moet in mee willen.  
 
In het nawoord van haar bewerking stelt Tiny Fisscher dat er tot nu toe geen ‘integrale hervertelling was voor het hele gezin’, een taak die zij zelf ‘met veel liefde’ op zich genomen heeft. Fischer volgt de verhaallijn inderdaad zorgvuldig en ze brengt de oorspronkelijk 53 hoofdstukken mooi terug tot 35 vlot lezende, geanimeerd geschreven hoofdstukken die zich in de eerste plaats tot kinderen richten. Het boek leest ook voor volwassenen lekker weg. De vraag is wel of dat laatste wel te rijmen valt met de portee van Dickens sociale aanklacht? Zeker, er zit heel wat humor en satire in Dickens’ verhaal, maar zijn pen was scherp, de maatschappijkritiek was substantieel en daarop heeft Fischer toch stevig bekort.  
 
Aan de keuzes die Fisscher maakte,  is te merken dat ze dit boek toch in de eerste plaats op kindermaat heeft willen schrijven. Je ziet het trouwens ook aan de tekeningen. Ook al brengt Annette Fienieg heel wat onguur volk in beeld en is Olivers broek tig keer gelapt, haar zachte stijl heeft uiteraard een heel andere feel dan George Cruikshanks satirische prenten uit het origineel. Ook al zijn Fisschers ingrepen begrijpelijk, toch is het een gemis dat ze in haar bewerking de maatschappelijke relevantie niet beter heeft bewaard. Fisscher laat Oliver dan wel het hele inhumane parcours doorlopen waarmee Dickens de maatschappij van zijn tijd aanklaagde, maar in haar woord vooraf merkt ze op dat dat dus in de 19de eeuw was en: ‘Je moet er niet aan denken dat het jou zou overkomen… Gelukkig is dat ook niet het geval’. Ja, gelukkig, maar zijn gewetenloos misbruik en de erbarmelijke leefomstandigheden van kinderen op de vlucht, en wel zonder uitzicht op een geromantiseerde afloop, dan zo ver van ons bed? Hebben we dan misschien geen weet van het navrante sociale onrecht in de sweatshops van de wereld waardoor wij, gepamperde westerlingen, nóg meer en nóg goedkoper kunnen consumeren? Is ons wereldje werkelijk zo klein dat we denken dat negentiende-eeuwse toestanden niet meer van deze tijd zijn?
 
Een klassieker bewerken, het is een hachelijke zaak. Weglaten wat geen relevantie meer heeft, weerbarstige passages herformuleren, waarden opnieuw ijken… Zoals zo vaak bij bewerkingen voor kinderen heeft ook Tiny Fisscher het vooral over het inkorten van ‘oeverloze uitweidingen’ en de taal die leesbaar gemaakt moest worden voor de lezer van vandaag. Dickens’ taal is ‘weliswaar prachtig’, geeft ze nog mee, maar dus blijkbaar niet om doorheen te komen. Maar het is toch net de taal die maakt dat je een boek leest en herleest, ook al kun je het verhaalverloop wel dromen, weet je precies wat er in de volgende scène te gebeuren staat, wat er in de volgende zin gezegd zal worden.  
 
Tiny Fisschers Oliver Twist leest erg soepel, haar taal is levendig en gevarieerd, maar van de rijkdom van Dickens’ palet is niet veel overgebleven. Dat en het wegwuiven van de maatschappelijke relevantie maakt dat deze bewerking aan de essentie van Dickens werk voorbijgaat.
 
Tiny Fisscher, Annette Fienieg: Oliver Twist, Volt, Amsterdam 2020, 293 p. : ill. ISBN 9789021420172. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri