14+ - Gloei is het daverende startschot van de ‘Glow’-reeks van Querido, ‘een boekenreeks voor en over jongeren uit het hele queerspectrum’. De afkorting voor dat spectrum is in korte tijd een stuk langer geworden. Van LHBTI naar LHBTIQAPC, te lang volgens sommigen, die maken er gewoon LHBTI+ van. Van de Vendel laat in dit interview- en gedichtenboek allerlei jonge mensen (van 16 tot 23 jaar) aan het woord. Die zijn lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, interseks, queer, aseksueel, panseksueel of cisgender. Maar hierbinnen kan nog van alles gebeuren, het is vaak nog best open.
Wat dat betreft, maar
ook anderszins, is het 12de interview (van de 21) het gaafst. Quentin
laat zich niet vastpinnen op een etiket. Hij probeerde een tijdje biseksueel,
toen panseksueel, nog preciezer: panseksueel non-binair trans, maar
androseksueel vindt hij ook wel wat hebben (je aangetrokken voelen tot een
mannelijke manier van uiten, ongeacht het lichaam of het gender van die persoon).
Maar in het algemeen zijn er volgens hem allerlei combinaties mogelijk, en is
‘identiteit ook maar één manier om naar mezelf te kijken’. Een fascinerend
gesprek, ook omdat Van de Vendel het niet voor elkaar krijgt het gesprek op de
liefde te krijgen, en al helemaal niet op een specifieke liefdesrelatie, zoals
in nagenoeg alle interviews. Quentin is weliswaar helemaal geen kluizenaar,
maar zit toch graag in z’n hoofd, zoals
zo treffend als titel boven het aan hem gewijde gedicht staat: ‘Naar binnen
verkennen’.
Niet in elk gesprek vliegen de
etiketten je zo om de oren, een paar keer gaat het om tamelijk heldere
homoseksuele en lesbische relaties. Die zijn niet de hele tijd erg spannend,
want ze worden beschreven in termen die we ruim voorhanden hebben in de
heteroseksuele scène, met overspel, jaloezie, wel of niet voldoende aandacht,
enz., net zo tuttig, zeker als er een stel aan het woord is. Spannender is het,
als er dingen spelen die de afwijkende genderidentiteit problematisch maken:
homo zijn in Armenië en daarna in een asielzoekerscentrum; lesbisch in
reformatorische kring; van je ouders ‘op genezing’ moeten voor je
homoseksualiteit en de enige zijn die zich op school openlijk inzet voor
acceptatie van genderverschillen.
De onbevangen lezer ontmoet verder allerlei andere
verrassende personages of combinaties. Een jongen met twee moeders die het toch
lastig vindt om uit de kast te komen, een politiek gestuurde, gedreven jongeman;
een meisje dat bicultureel én biseksueel is; twee transgenders die een stel
zijn en allebei ‘omgebouwd’ gaan worden: zij wordt hij, hij wordt zij; een Zuid-Afrikaan,
geadopteerd, interseks, en ook nog lange tijd de enige zwarte op school behalve
zijn broertje en zusje.
Bijna allemaal zijn
ze nog niet ‘definitief’, vooral de jongsten. En allemaal zijn ze superactief
op sociale media. Is het niet om contacten uit te proberen, dan wel om termen/etiketten
te vinden waarmee ze zich min of meer gedefinieerd voelen en/of om zich te
troosten met of te inspireren door de verhalen van anderen. Alles bij elkaar
levert het een vuistdik boek op, dat een aanvulling kan zijn op alles wat al
die sociale media leveren, maar voor ouders, begeleiders en leerkrachten een
echt handboek kan zijn. Een must dus ook voor (school)bibliotheken.
Soms is een gesprek duidelijk te lang. Zoals het eerste
(Querijn) dat blijft hangen bij zwemverhalen en toch niet echt scherp krijgt
hoe het is om gehandicapt te zijn en homo in de sportwereld. Of bij een
vluchtverhaal dat maar heel moeizaam bij de genderproblematiek komt. Van de
Vendel is geen heel strakke interviewer, laat de boel soms wat uitwaaieren en
komt later nog een keer terug bij iets waar eigenlijk al genoeg over gezegd is.
Eén keer zoekt hij hierbij echt de sentimentaliteit op, bij een jongen die zijn
broer verloor in de oorlog. Meestal is hij vriendelijk en empathisch, soms overschrijdt
hij lichtjes een grens om te psychologiseren of de lieve oom te zijn. Maar met
vaagheden neemt hij geen genoegen, dan vraagt hij door of wil hij een scherpere
omschrijving.
De
gedichten die hij maakte na elk gesprek, zijn voor elk interview afgedrukt. Ze vormen
een extra reden het boek op te pakken. Bijna overal weet hij de kern van de
persoon die aan het woord komt te raken. Je leest ze vast twee keer: voor én na
het interview. Ze zijn prettig ongedwongen, rijmen hier en daar wat terloops en
zijn sowieso een prachtcadeau voor de geïnterviewden.
Nog een extra reden zijn de
schitterende illustraties van Floor de Goede. Waar het kon, paste hij de kleur
en de techniek aan het personage aan. Zo krijgt Ahmads interview (met het vrij
sombere vluchtverhaal) zwarte randen en de zwemmer Querijn blauwe. Ook koos De
Goede hier voor waterverf en tekende hij een erg mooi zwembad, in de vorm van
een smartphone. In de middenbaan, tussen de rode lijnen, kunnen de twee mannen
naar elkaar toe zwemmen. De denkers Quentin en Redouane kijken je zo aan dat je
op afstand blijft. Zo mooi mannelijk én vrouwelijk als Lenno heb je Sneeuwwitje
nooit gezien. De biculturele en biseksuele Priscilla doemt op uit het zwart, hoofd
en lichaam gemarkeerd in twee kleuren. Op het omslag alle kleuren van de
regenboog, en nog een paar.
Edward van de Vendel, Floor de Goede: Gloei. Interviews en
gedichten, Querido, Amsterdam 2020, 495 p. : ill. ISBN 9789043124537.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan