10+ - De mysterieuze Henry Lloyd liep met zijn eigenzinnig
liefdessprookje Flin of de verloren liefde van een eenhoorn
meteen in de kijker. Het boek werd genomineerd voor de Woutertje Pieterse Prijs
in 2020 en ontving in datzelfde jaar een Vlag en Wimpel van de Griffeljury.
In diezelfde
magische omgeving speelt ook dit verhaal zich af. De meer dan assertieve Nola, afkomstig
uit een arm leerlooiersgezin met zeven dochters, droomt van reizen en van een
avontuurlijk, bruisend leven. Wanneer ze valt voor de zachtaardige prins
Clemens, lijkt die droom even uit te komen. Maar al vlug wordt duidelijk dat
Nola en Clemens de werkelijkheid op een totaal andere manier percipiëren en
daarbij maar weinig aandacht hebben voor elkaars gevoelens. Dat komt in het
verhaal mooi tot uiting doordat éénzelfde gebeurtenis achtereenvolgens vanuit
het perspectief van Nola en dat van Clemens belicht wordt.
Op hun huwelijksdag bijvoorbeeld
ziet Nola vooral negatieve dingen bij haar prins zoals zijn onzekerheid, zijn
uitgesproken wangen en zijn bezweet voorhoofd. Het koninklijk kasteel, haar
nieuwe thuis, voelt aan als een gevangenis. Ze zal immers nooit meer vrij door
de straten van de stad kunnen dwalen. Clemens daarentegen loopt op wolkjes. Hij
adoreert zijn bruid en ziet alleen haar mooie kanten, wat hem overdreven
poëtische uitspraken ontlokt: ‘Een droom kwam daar, in een witte jurk met een
sleep, aanzweven.’
Ze groeien verder uit elkaar. De schatkist raakt leeg en het kasteel
steeds meer in verval, omdat de goedhartige Clemens, intussen koning, de
belastingen afschaft. Ondanks alle financiële problemen, is Clemens best
tevreden met hun leven op het kasteel, terwijl Nola zich teleurgesteld realiseert
dat er van reizen niet veel in huis zal komen. ‘Zij was de muis die in de val
zat.’ De conflicten lopen hoog op. Wanneer Nola ontdekt dat Clemens in het stadstheater
bijverdient als buikspreker en daarbij hun echtelijke conflicten opvoert, barst
de bom. Ze vertrekt.
Tijdens Nola’s zwerftocht rijgen klassieke sprookjeselementen zich aaneen.
Ze ontsnapt ternauwernood aan een pact met de duivel, dwaalt door een behekst
huis en komt in het Doolwoud terecht. Hier loopt ze een paar oude bekenden uit Flin of de verloren liefde van een eenhoorn tegen
het lijf. Het is bijzonder komisch en beslist herkenbaar voor drukbezette
ouders om te lezen hoe de pratende eenhoorn Juniper zichzelf in bomen heeft
leren klimmen om van tijd tot tijd te ontsnappen aan de zorgvraag van zijn twee
merries en hun vijf eenhoornveulens. Maar tegelijkertijd omschrijft hij de
liefde prachtig:
‘Soms steekt het op, dan gaat het weer liggen. Om en om. Soms wil je op
jezelf zijn, dan weer bij de ander…’
Door haar wens bij een magisch
meer verandert Nola in een muis. Zo belandt ze onder de grond, waar ze de
tweehoofdige dwerg Mono ontmoet. De twee hoofden zijn, zoals meestal, aan het
kibbelen. Met een schok herinnert Nola zich haar scheldtirades tegen Clemens. De
ontmoeting met Juniper en Mono zet Nola grondig aan het denken en ze keert
terug naar het kasteel. Een mooi detail is dat de spreekwoordelijke muis in de
val uit het begin van het verhaal nu als echte muis uit volle overtuiging
terugkeert naar haar prins. En Clemens evolueert ondertussen ook. Hij ontwaakt
stilaan uit zijn passiviteit, knapt het kasteel op en leert koken. Het is knap
hoe Henry Lloyd het koppel mentaal geleidelijk naar elkaar laat toe groeien,
zonder dat het verhaal uitloopt in een suikerzoete hereniging. Op het einde is Nola
nog steeds onderweg naar huis. Clemens zit op de trap van het kasteel op haar
te wachten.
De
schrijver is er opnieuw in geslaagd een bijzonder sprookje te schrijven dat
kinderen met plezier zullen lezen. En iedereen kan genieten van de fijne humor
en de filosofische gedachten over wat er bij liefde en partnerschap komt
kijken.
Henry
Lloyd, Laurens Rawie: Prinses Nola en haar waardeloze prins, Querido, Amsterdam
2020, 356 p. : ill. ISBN 9789045125664.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan