Na twee vertalingen van later geschreven boeken brengt Blossom
Books nu Jason Reynolds’ debuutroman. 67 seconden (2018) is qua vorm
origineel: een snel, in vrije versvorm geschreven verhaal waarin enkele doden
een 15-jarige zwarte jongen laten nadenken over de eerwraak die hij van plan is
te ondernemen. Echte Amerikaanse jongens (2019) stelt op indringende
wijze racisme in combinatie met politiegeweld aan de orde. Dit laatste boek
schreef de zwarte Reynolds samen met de witte auteur Brendan Kiely. Terugkerende
motieven zijn het belang van gezin/familie, de relatie tussen twee broers, vriendschap
en het leven in een buurt waar drugs en geweld schering en inslag zijn.
In Toen ik de sterkste was woont de 15-jarige
ik-figuur Ali met zijn moeder Doris en zusje Jazz in een verhoudingsgewijs net
huis in Bed-Stuy, een slechte buurt van Brooklyn, New York. Witte mensen wonen
er niet, zwarte mensen willen er eigenlijk ook niet wonen, maar ja. Ze maken er
het beste van, want eigenlijk is er naast geweld en drugshandel ook best veel
vriendelijkheid aanwezig. Naast Ali’s gezin wonen, in een verkrot huis, twee
broers, Needles en Noodles (net als Ali bijnamen) met hun zelden aanwezige
moeder. Noodles is Ali’s beste vriend, ondanks zijn relatieve onbetrouwbaarheid
en de rottige manier waarop hij zijn zachtaardige broer behandelt. Die heeft de
aandoening Gilles de la Tourette (altijd goed voor wat humor en emotioneel
geweld). Ze hangen graag op de trap voor hun huis, zeker nu in de
zomervakantie. Needles is superrustig geworden dankzij breien, hij heeft dat
van Doris geleerd en doet dat overal en altijd.
Via het min of meer
vriendinnetje van Noodles, Tasha, komen ze terecht op een feest voor 18+, zij
zijn 15 en 16. Needles wordt er in elkaar gemept. Noodles kijkt als verlamd toe,
maar Ali, die op boksles zit hoewel hij liever niet vecht, slaat de meppers in
elkaar. Als die daarna dreigen wraak te komen nemen, duikt Ali’s vader op als
bemiddelaar. Deze John regelt het anders dan Ali had gevreesd. Nu moeten, na
Noodles lafheid, Noodles en Needles, en Ali en Noodles nog met elkaar in het
reine komen. Een en ander leidt naar een emotioneel, en in alle opzichten happy
end.
De
uitgever zet de motieven/onderwerpen van Toen ik de sterkste was op een leuke
manier op het achterplat: vriendschap, boksen, Bed-Stuy Brooklyn en Gilles de
la Tourette, elk met percentage van aanwezigheid op een kleurenbalkje. Het is
enigszins merkwaardig dat familie (of gezin) er niet bij staat. Reynolds draagt
zijn boek mede op aan zijn familie, het motto is eraan gewijd en moeders lievelingszin
gaat erover. Jazz houdt zich onder andere bezig met fotocollages waarop het
complete gezin te zien is, op nooit gemaakte tripjes. Verder loopt er in het
boek nog een kapper/winkelier rond met de speaking name Brother. Op een
bordje bij de deur staat: ‘Welkom bij Brother’s Barbershop, waar iedereen
familie is’.
Het
gezin is niet wat je noemt de hoeksteen van de wijk, zo maakt Reynolds met de
twee gebroken gezinnen duidelijk. De vader van Needles en Noodles is
weggelopen, omdat hij zich schaamde voor zo’n rare zoon als Needles. Het
gevolg: Noodles, daardoor beschadigd, heeft het als zo’n beetje de enige in de
buurt moeilijk met zijn broer. John, Ali’s vader, heeft bij een winkeldiefstal
bijna iemand vermoord en mocht, na zijn gevangenisjaren van Doris niet in het
gezin terugkeren. Na deze gebeurtenissen kan dit veranderen.
Het fraaie omslag verwijst
uiteraard naar Needles maar ook naar ‘het in orde maken’ van Ali’s vader. Ali
denkt dat John de twee mannen die Needles in elkaar sloegen, en die vervolgens
door Ali werden neergeslagen, zal gaan neerschieten. Hij heeft in diens auto
een pistool gezien, en vader heeft het eerder gedaan. Maar John lost het
feitelijk heel soft en lief op. Dat lieve zien we ook terug in Doris: ze werkt keihard
met haar twee banen om haar gezin in elk geval goed te kunnen voeden. Ook weet
ze Needles tot rust te brengen en geeft ze zo’n beetje elke dag ook Noodles te
eten. Een positieve rol is ook weggelegd voor Brother en het stel Black en Kim.
De laatste is verpleegkundige, zo kan ze Needles verzorgen (die om financiële
redenen niet naar een ziekenhuis kan), maar aandacht heeft ze ook. Ten slotte
is er de overweldigend deugdzame Ali. Op boksen, maar liever niet vechten. Nooit
liegen. Avontuurlijk, maar altijd betalen, hè. Lief voor Needles, Jazz en,
ondanks alles, voor Noodles, een echte vriend. Hunkerend, soms wat kinderlijk,
naar een volledig gezin.
Reynolds heeft er in
dit debuut duidelijk geen zin in jongeren het uitzicht op een positief bestaan
te ontnemen. Hij doet dat in redelijk snelle taal, vaak die van de straat, wel
is het verteltempo aan de trage kant. Toen ik de sterkste was is een
vriendelijk debuut, wel wat minder dwingend en literair iets minder interessant
dan de twee eerder vertaalde boeken.
Jason Reynolds: Toen ik de sterkste was, Blossom Books, Alkmaar
2021, 211 p. ISBN 9789463491334. Vertaling van When I was the greatest door Maria Postema. Distributie L&M
Books
deze pagina printen of opslaan