5+ - Niet groter dan een hand is Julia bij haar
geboorte. Om hun dochter zo goed mogelijk tegen de opdringerige
nieuwsgierigheid van de buitenwereld te beschermen, leven de ouders
teruggetrokken in hun huis, met een hoge haag rond de tuin. Niettemin beleeft
Julia een magische kindertijd. Papa, lantaarnaansteker van beroep, knutselt aan
een ronddraaiende lantaarn en ‘toverde dansende lichtjes op de muren.’ En mama
vertelt haar sprookjes, die altijd goed eindigen .Ook verzint ze verhalen over
een dappere ridder, die toevallig net zo groot is als Julia.
Wanneer haar ouders overlijden,
wordt Julia ontvoerd door de wrede Stook, directeur van een ‘rariteitencircus’.
Ze kan nog net de koffer met papa’s onvoltooide lantaarn meegrissen. Ze ontmoet
de Siamese tweeling Rosie en Marie, de vrouw met de baard Alice, de reus Gaston
en de man met de vissenhuid Maurice. Onmiddellijk voelt ze zich thuis in deze
kleurrijke familie, al moeten ze elke avond voor Stook de meest vernederende voorstellingen
geven. Ondertussen heeft die kleine ridder uit moeders verhalen zich in Julia’s
hoofd genesteld en samen denken ze na over een betere toekomst voor de hele
circusfamilie. Zachtjes rijpt zo het plan om papa’s werk af te maken.
Uiteindelijk ontvluchten de circusbewoners Stooks tirannie en met de
toverlantaarn van Julia’s papa openen ze hun eigen magisch theater. Het wordt
een overdonderend succes.
Knap hoe verwijzingen naar andere verhalen hier door elkaar
heen wervelen. Julia doet denken aan ‘Duimelijntje’. Stook heeft iets van
Stromboli, de hardvochtige poppenspeler uit de film Pinokkio. En wie de musicalfilm The
greatest Showman zag, zal die typerende, warme verbondenheid tussen de
bijzondere artiesten onmiddellijk in dit verhaal herkennen.
Brigitte Minne kaart een
netelige vraag aan: hoe bouw je een gelukkig leven uit als je uiterlijk niet
strookt met de norm van de samenleving? Isolatie is slechts een tijdelijke
oplossing. Julia’s beschutte tijd met haar ouders verwarmt en heelt haar als
een behaaglijk deken, maar uiteindelijk moet ze haar schuilplaats verlaten. Maar
de samenleving is nog lang niet klaar om dergelijke minderheidsgroepen vlot te
integreren. Te vaak worden ze onderdrukt en vernederd. Minne windt er geen
doekjes om, we lezen hoe Stook Julia’s keel dichtknijpt wanneer ze niet
onmiddellijk doet wat hij vraagt. Hij dwingt de Siamese tweeling elkaar te
slaan op het podium en dat moet dan een komische act voorstellen.
De luide roep om zelfbeschikkingsrecht, volg je innerlijk kompas
en realiseer je dromen, is een mooie boodschap om dit verhaal mee te eindigen.
En de bijzondere talenten van de circusbewoners worden nog eens netjes opgesomd.
Maurice is een rekenwonder, Gaston een knutselaar en Rosie en Marie kunnen bakken
als de beste. Alice naait de mooiste kleren en Julia is een kei in verhalen
verzinnen en tekenen. Maar die talenten lijken, als voorgevormde stukjes van
een puzzel, net een tikkeltje te vlot en te voorspelbaar in elkaar te schuiven.
De snelle en succesvolle realisatie van het magisch theater komt geforceerd
over, waardoor het einde aan kracht inboet.
Trui Chielen slaagt er perfect
in om de magische sfeer van circus en theater tot leven te brengen. De
mysterieuze glasmozaïek aan de binnenkant van het omslag zet meteen de juist
toon. In rood wit en blauw dansen indrukwekkende patronen voor je ogen. Deze
drie kleuren vormen ook een rode draad in de verdere illustraties
De meest sfeervolle
illustratie vind ik de laatste. Deze prent over twee overliggende bladzijden toont
een verduisterde circustent Het duister heeft een sprookjesachtige blauwgroene
kleur en wordt doorbroken door warm witte lampjesslingers en lichtbollen. In de
piste, voor het zware roodfluwelen gordijn, laat de toverlantaarn een kudde
helwitte, doorschijnende paarden galopperen. Julia en de Siamese tweeling, alle
twee in een rode jurk, zorgen dat alles vlekkeloos verloopt. Achter de ring
zien we de enthousiaste gezichten van het publiek, als witte schaduwen. Grappig
detail is dat haast iedereen van een wafel geniet.
Toch schieten de illustraties te
kort, want op een aantal emotionele momenten lijken ze de tekst niet te vinden.
Wanneer het bijvoorbeeld tijd is om aan de voorstelling te beginnen zijn de
artiesten verdrietig over alle vernederingen die hen te wachten staan. In de
illustraties zien we verschillende onbekende acrobaten aan touwen bungelen en
door de lucht buitelen. Op zich een fascinerende illustratie, maar tegelijkertijd
voelt ze vlak aan omdat ze niets van de emoties in de tekst weerspiegelt.
Brigitte
Minne, Trui Chielens: Julia’s droom, De Eenhoorn, Eke 2021, 40 p. : ill. ISBN 9789462916012
deze pagina printen of opslaan