Vanaf negen jaar

JEUGDBOEKEN NR. 4, APRIL 2021

Daan Remmerts de Vries, Sebastiaan Van Doninck (ill.): Helden. De mooiste Griekse mythen herverteld

door Jan Van Coillie

9+ - Lange tijd werd in vertaalmiddens neergekeken op adaptaties of hervertellingen, vertalers moesten immers zo dicht mogelijk bij het origineel blijven. Daar is intussen wel verandering in gekomen, onder meer door het baanbrekend werk van vertaalwetenschapster Linda Hutcheons A Theory of Adaptation (2006). Het inzicht is gegroeid dat net die hervertellingen en adaptaties klassieke meesterwerken doen voortleven of liever, telkens opnieuw tot leven wekken. Die gedachte ging door mijn hoofd bij de lectuur van Helden, waar de aanduiding ‘herverteld’ prominent in de ondertitel staat.

Het is toch even wennen als je al op de eerste bladzijde een dialoog leest als de volgende: 
 
‘Waardeloze meid! Riep Akrisios toen hij haar zag. ’t Is allemaal jouw schuld!
Papaatje…? Zei Danaë geschrokken. Wat is er met j-
Niks te papaatje! Riep Akrisios. Ik stop je weg!’
 
Die taal staat wel heel ver af van de homerische volzinnen die we gewoon zijn in vertalingen van klassieke mythen. En Daan Remmerts de Vries gaat nog verder in zijn poging om deze verhalen te ‘verjongen’. De dialogen staan bol van tussenwerpsels als ‘jeetje, oké, Godsamme, hé verhip, nou ja, Goh, maar eh…’ en ook beschrijvende stukken kleurt hij met spreektaalwoorden als ‘smikkelen’, ‘verkikkerd’, ‘fiksen’, ‘mollen’, ‘mazzel’, ‘opzouten’ enzovoort. Maar het zijn toch vooral de dialogen die de klassieke helden naar onze tijd katapulteren.
 
‘Je moet met je poten van ‘r afblijven.’ Bijt Perseus Polydektes toe. ‘Doe jij je ouwe oom een lol en breng het even hier.’
 
Met die woorden vraagt Pelias aan Jason om hem het Gulden Vlies te brengen. Dionysos houdt zich nog veel minder in tegen Theseus: ‘Dat kittige wijfie, da’s veels te goed voor jou!’
 
Ik kan me voorstellen dat veel classici en klassiek gevormde vertalers zich hier ongemakkelijk bij voelen. Toch kun je niet ontkennen dat de personages precies door dit taalgebruik nieuw leven ingeblazen worden en dichter bij de lezers van vandaag aan schurken. Door hen te ontdoen van het keurslijf van de klassieke taal maakt Remmerts de Vries ze ook menselijker. En daardoor sluit hij ook aan bij de essentie van deze verhalen die net blijven voortleven omdát ze in wezen over universele, diepmenselijke emoties en drijfveren gaan. Daarop wijst de bewerker ook in zijn slotwoord, al brengt hij ook daar op zijn eigen manier de verhalen naar de wereld van nu:
 
‘En ga je naar een of andere voorspeller? Hup, dan zetten we het filmpje op Instagram. Lachen!
De wereld is behoorlijk omgegooid. Maar de mensen, zijn die ook zo veranderd?’
 
Overigens geeft de verteller wel vaker een sneer naar orakels en zieners. Die verteller is trouwens in alle verhalen duidelijk aanwezig, waarbij hij geregeld de band aanhaalt met de lezers. Soms corrigeert hij zichzelf: ‘Zij kregen op een dag een zoon.// O, wacht. Zo léék het tenminste. Want …’ Soms schaart hij zich naast de lezer in de wij-vorm: ‘We zijn er nog niet. Maar wel bijna.’ En een enkele keer plaatst hij de mentaliteit van vroeger in zijn context: ‘Polydektes was verliefd, dat was duidelijk. Maar Danaë was dat niet. Toch ging ze volgzaam mee naar zijn paleis, ze had weinig keus. Het was namelijk zo, in die tijden, dat vrouwen niet erg veel hadden in te brengen. Mannen namen meestal de besluiten.’
 
Nog voor je het boek openslaat, valt het al op door het magistrale formaat en de kleurrijke omslagwikkel van Sebastiaan Van Doninck. Opnieuw verdient uitgeverij Lannoo een pluim voor de indrukwekkende vormgeving, een klassiek werk waardig. De illustraties in waterverf en pen vertonen duidelijk de signatuur van Sebastiaan Van Doninck, maar ademen tegelijk ook de sfeer van de klassieke mythen, vooral door de antieke gebouwen en klederdracht. Van Doninck contrasteert de nietigheid van de mens met de grootse natuur. Zo verzinkt het bootje op de Styx in het niets tussen de reusachtige rotswanden of lijken mensen te verdwijnen tussen enorme boomstammen.
 
Veel van de mythische helden en fantasiewezens wijken sterk af van de klassieke voorstellingen die we kennen van Griekse of Romeinse beelden of fresco’s. Kijk maar naar de hydra of de nimfen. Herakles torst een minuscuul hoofd op een enorm lijf. Net als de andere helden krijgt hij een stokneusje. Van Doninck versterkt de nietigheid van de helden nog door ze als het ware te laten opgaan in de landschappen. Hij kleurt ze niet in, maar laat wel vaak de kleuren van de achtergrond binnen hun omtrekken doorlopen.
 
Perseus, Herakles, Jason en de Argonauten, Theseus, Oedipus en Antigone… Door een eigentijdse taal en eigenzinnige illustraties brengen Daan Remmers de Vries van Sebastiaan van Doninck deze Griekse helden opnieuw tot leven. Daarin zijn ze beslist niet de eersten, onder meer Imme Dros, Els Pelgrom, Simon Kramer en Maria Van Donkelaar gingen hen voor, samen met illustratoren als Thé Tjong-Khing en Sylvia Weve. En ze zullen beslist niet de laatsten zijn.
 
Daan Remmerts de Vries, Sebastiaan Van Doninck: Helden. De mooiste Griekse mythen herverteld, Lannoo, Tielt 2020, 136 p. : ill. ISBN 9789401453899

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri