15+ - Erna Sassen schreef een vervolg op haar sterke, terecht
bekroonde vorige boek Zonder titel. In haar boeken voor de
leeftijdscategorie 9+ deed ze dat al een paar keer, maar hier is het toch een
tikje onverwacht. Kennelijk wilde ze nog wat kwijt over de Zonder-titel-personages.
Zonder
titel beschreef de depressie en de opleving van het hoofdpersonage Joshua. Die
depressie was voor een deel te wijten aan het feit dat zijn hartsvriendin Zivan
uit zijn leven was verdwenen, om, gedwongen, in haar familie te gaan trouwen. Hij
moest van 3-havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) naar 3-vmbo
(voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), volgens velen een afgang, en een
beetje eng ook wel. De overstap bleek echter erg goed uit te pakken. Dankzij
zijn tekeningen (vaak met veel bloot) veroverde hij de harten van de zo op het
oog alleen maar stoere jongens Dylan en Sergio, ze noemen hem Rembrandt.
Sowieso is er veel aandacht voor de kunsten in dat boek. Hilarisch is de
excursie naar het Rijksmuseum, waar de helden bijzonder luid en origineel
commentaar leveren op enkele iconische kunstwerken.
We zitten in Neem nooit een
beste vriend nog altijd in de derde klas, en ook middenin coronatijd. Sergio
en Dylan zijn hier opnieuw belangrijke personages. Ze krijgen, vrij snel in het
begin al, daverende ruzie, met hard vechten en al. De aanleiding daarvoor is
dat Sergio vertelt dat hij aan de slag is gegaan als sekswerker, zeer tot zijn
bevrediging (vaak in seksueel opzicht, maar zeker financieel), ook met mannen.
Dylan, overtuigd homohater (denkt hij), walgt van dat laatste.
Maar de figuur waar
het vooral om draait voor Joshua, opnieuw het met de leegte van het leven
worstelende ik-personage, is de schitterende Lindsey. Ze staat door haar
uitdagende gedrag, en nadat ze object is geworden van sexting, bekend als de hoer
van de school. Al redelijk snel wordt duidelijk dat achter alle uiterlijkheden
een heel andere Lindsey schuilgaat. Het is niet een heel origineel type dat
Sassen hier opvoert, maar ze werkt haar wel erg goed uit. Vooral doordat ze een
en ander verbindt met het kunstmotief. Joshua wil haar dolgraag tekenen, maar
niet voor een naaktportret. Lindsey blijkt dat meteen heel prettig te vinden.
Bij hem loopt ze rond in een soort huispyjama, zonder make-up. De rest laat
zich raden, ‘ze krijgen elkaar en ze doen het’. Wat dat betreft weinig nieuws
onder de zon, zij het dat Sassen hier (je krijgt stevige seksuele voorlichting)
enkele verrassingen in de aanbieding heeft.
Bij Joshua’s zus Kato(Kaat) zie
je iets soortgelijks als bij Lindsay, alleen Kaat heeft echt neukvriendjes. Ze
speelt de vrije vogel, maar als Sergio haar na enkele dates links laat liggen,
blijft er niets van dit beeld over, ze ontwikkelt vrij snel anorexia. Identiteit
en gender, alle personages zijn er mee bezig, de puberwereld is intens verwarrend
(zeker nu Sassen er ook nog anorexia en sexting doorheen gooit, misschien is
het wat te veel).
Het verhaal
begint er heel speels en geestig mee. De jongens gaan een feest organiseren met
als thema (een thema moet) ‘Lekker wijf’. Ook de jongens moeten als lekker
wijf. Dylan heeft daar verreweg de meeste moeite mee, een fraaie (omgekeerde)
vooruitwijzing naar het slot waar blijkt dat het stoere-jongen-zijn puur een
aangetrokken pantser is en dat hij simpelweg geen idee heeft wie hij is of moet
zijn. Het motief wordt hier en daar erg geestig begeleid met commentaar van
Joshua’s oudere broer Kobus, diehard theoreticus op dit gebied, in christelijke
kringen zou hij een precieze genoemd worden. Zo moet je heel erg
oppassen met het gebruik van bepaalde verbindingen, zoals seksuele voorkeur en
seksuele identiteit. En o wee als je neigt naar culturele toe-eigening, zoals
je als witte jongen op een Lekker-Wijffeestje presenteren als Beyoncé. Fraai
verbindt Sassen het identiteitsmotief ook met inspirerende en troostende voorbeelden
voor jongeren op het gebied van black art, muziek en clips. ‘Afraid of the Dark’
van Chef’Special bij voorbeeld covert volgens (Lindsey en) Joshua heel wat
pubergevoelens.
Met de titel zitten we bij
Sassen op bekend terrein: bij de young-adultboeken zit daar altijd een
ontkenning in. De titel siert ook de helft van de delen van dit boek, om en om.
Die andere delen heten ‘Neem geen huisdier’ (met een hoofdrol voor Joshua’s konijn),
‘Kijk geen porno’, en dan, jawel, het slotstuk: ‘Neem een hobby’ (hé, geen
ontkenning!). Het blijkt een hele fijne, gezellige hobby voor geliefden. Sassen
is iets moralistischer dan anders. Dat zie je ook op de laatste pagina als de
auteur via Joshua in grote letters de lezer toespreekt. Het eind is deze keer
niet voor iedereen happy.
Neem nooit een beste vriend is dus een enigszins vol boek, wat niet
verhindert dat Erna Sassen het voor elkaar krijgt nóg een paar motieven goed
uit te werken, zoals het dansen van Lindsey en wat is een beste vriend? Kun je
meer dan één beste vriend/vriendin hebben?
Zoals gewoonlijk bij haar is het
een en al drukte op de pagina’s: doorlopende voetnoten, bladzijden die bestaan
uit een kreet in grote letters; heel geestige dialoogjes in de vorm van
De-Slimste-Mens-vragen; zinnen in hoofd- of koeienletters of juist heel kleine;
oergeestige namen op de familieapp (allemaal koninklijk-huis-etters). De taal
is wederom niets en niemand ontziend: grove scheldwoorden, maar ook een heel
geinige als ‘klaphark’; stevige vloeken, daverende gvd’s, gedetailleerde
weergaves van gore porno, geen taboes op seksueel gebied. En er valt weer
genoeg te lachen.
De illustraties van Martijn van der Linden zijn weer sterk, wel iets minder
verrassend op het punt van de liefde. Was het in Zonder titel Zivan die
op heel wat pagina’s te zien is, nu is het Lindsey. Joshua tekent ook weer aardig
wat bloot (dat hoort bij zijn reputatie), maar om de een of andere reden geen
mannelijke bil of piemel, wat in dit verhaal best had gekund. Op het punt van
de kunst zijn er geweldige prenten. Zo zit het ‘Meisje met de parel’ (komt dat
even mooi uit in het jaar van de ultieme Vermeer-tentoonstelling) erg geestig aan
tafel met het personage van Munchs ‘De schreeuw’. Lindsey ziet er erg goed uit
als ‘Meisje met de parel’. Picasso komt een paar keer langs, Robin Rhode, en ‘De
schreeuw’ in een paar variaties, zoals bovenaan een stelletje achtereenvolgende
pagina’s als bloem op het steeltje van een plant.
Erna Sassen, Martijn van der
Linden: Neem nooit een beste vriend, Leopold, Amsterdam 2023, 268 p. : ill. ISBN
9789025884215. Distributie Standaard Uitgeverij
© 2024 | MappaLibri