6+ - ‘Iedere
ochtend wordt Kaat wakker van het gestamp boven haar hoofd. Op het dek zijn de
mannen al druk bezig, maar zij blijft nog heel eventjes liggen. Het is zo
lekker warm in haar kooi. Kooi klinkt misschien gek, maar zo noem je een bed
aan boord van een boot, en Kaat woont op een boot, een vissersboot.’
Dit zijn
openingszinnen om van te snoepen. Je duikt meteen in het verhaal, nieuwsgierig
en verrast. Wat is dat gestamp? En hoezo zit Kaat in een kooi. Dan komt de
aha-beleving: Kaat woont op een boot. En natuurlijk lees je verder, want hoe
bijzonder is dat, wonen op een vissersboot. Overigens duikt niet alleen de
lezer in het boek, op de prent op de linkerpagina ligt Kaat zalig in bed te
lezen.
Water is voor vissen is het eerste boek
van de Rotterdamse illustratrice Puck Koper waarvoor ze zelf de tekst schreef.
Het is een soort graphic novel geworden, waarin de illustraties meer ruimte
innemen dan de tekst en waarin ze ook speelt met lettergrootte en lettertype.
Koper kreeg ooit de Fiep Westendorp stimuleringsprijs en wie goed kijkt, kan
wel enige verwantschap met Westendorp ontdekken in de humoristische blik op de
wereld en de expressieve vertekening van de personages.
Kijk maar naar de zeebonk Kees met zijn supergrote
borstkas, in contrast met de spichtige Arie en Muis. Maar de meeste aandacht
gaat naar Kaat, op wier gezicht je de emoties van blijdschap, verlangen of
boosheid meteen kunt aflezen. Maar ook de zeebonken zijn heel expressief
getekend. De ontreddering op het gezicht van Kees, dat lijkt weg te zinken
tussen zijn enorme schouders, spreekt boekdelen, meer nog in contrast met de
boze Kaat. De tekst mocht hier trouwens compacter, de prent zegt meer dan
genoeg. Hetzelfde geldt voor de ‘toespraak’ van Nelis na hun bekentenis.
Ook al doen haar prenten enigszins denken aan Westendorp,
toch heeft Koper een eigen stijl. Haar lijnvoering is sneller, ze schetst haar
figuren en decors met zwarte lijnen, die ze inkleurt met grijstinten en hier en
daar een streep of veeg rood. Enkel op de laatste pagina’s neemt het blauw het
over, wat woorden overbodig maakt.
Het verhaal is even eenvoudig als herkenbaar. Kaat wil
lezer zwemmen, maar ze vangt bot bij haar zeebonken: zwemmen is voor vissen.
Als ze blijft aandringen, krijgt ze toch de ene les na de ander, maar nooit in
het water, altijd op het dek. Als lezer ga je op de duur onraad ruiken: de
mannen kunnen helemaal niet zwemmen. Behalve Kees, blijkt uiteindelijk en dan
gaat de bal aan het rollen.
Niet alleen de
originele setting en het herkenbare thema spreken aan, maar bij momenten ook de
speelse taal. Zo leert Kaat de zwembewegingen met behulp van namen van vissen:
‘zwaardvis, kikker, rog en paling’. Al even origineel zijn de neologismen voor
hand- en armsignalen wanneer je in nood bent: ‘de
help-ik-kan-niet-zwemmen-zwaai, de er-zit-een haai-aan-mijn-tenen-te
knabbelen-wiebel en de koud-koud-koud-koud-klapper-tanden-dans.’ De jonge lezer
kan ook heel wat scheepstermen opsteken: kooi, kombuis, een haring kaken, het
vooronder… Met dit debuut krijgt Puck Koper meteen de wind in de zeilen.
Puck Koper: Water is
voor vissen, Querido, Amsterdam 2023, 77 p. : ill. ISBN 9789045127514.
Distributie L&M Books
© 2024 | MappaLibri