In zijn nieuwe roman In de mist van Golden Gate Park gaat Murat Işık verder met zijn alter
ego Metin Mutlu uit Wees onzichtbaar en weer is het een
lijvig boek geworden. De verlegen Metin Mutlu is in Amsterdam rechten gaan
studeren en gaat als uitwisselingsstudent naar San Francisco in de hoop zich te
bevrijden van zijn oude zelf en zijn plek in te durven nemen in het leven. In
San Francisco is hij geen allochtoon, maar iemand uit Amsterdam en dat geeft
hem ineens status (‘Ik liet gewoon de magie van Amsterdam het werk doen.’) Hij
maakt er vrienden, heeft de ambitie schrijver te worden en volgt er het
keuzevak creative writing, waar hij de intelligente en getroebleerde Joan uit
Sacramento ontmoet , voor wie hij meteen valt. Er ontstaat een voorzichtige
vriendschap tussen de twee.
Het lukt Metin niet om dichter bij haar te komen hoewel ze
toch veel persoonlijke informatie met hem deelt. Dat komt omdat hij vooral met
zichzelf bezig is, met zijn gevoelens voor haar, met hoe hij op haar overkomt.
Waar hij het liefst een move (het
woord alleen al) zou willen maken is zij vooral op zoek naar vriendschap. In de
scène waarin ze in een extreem zwaarmoedige bui bij hem op bezoek is, uitgeput
op zijn bed gaat liggen en vraagt of hij zijn hand op haar lever wil leggen
omdat ze zich vergiftigd voelt door het zwart, is hij vooral onder de indruk
van haar fysieke nabijheid, haar stukje blote huid en groene kanten bh waar hij
een glimp van opvangt. Het voelt heel ongemakkelijk. Hij heeft geen oog voor
haar gevoelens, ziet niet wie ze is en hetzelfde geldt eigenlijk ook voor zijn
huisgenoten en studievrienden. Hij beschrijft hoe ze eruit zien, wat ze zeggen,
eten, drinken, maar ze komen niet echt tot leven. Misschien omdat hij zelf niet
weet wat hij voelt, wie hij is. Het ontbreekt hem aan autonomie. Hij is
zelfbewust, vindt het belangrijk wat anderen van hem vinden en blijft zo een
toeschouwer in zijn eigen leven.
Metin Mutlu is in Amerika wanneer de aanslagen op 11 september
2001 plaatsvinden. Groter krijg je het niet, maar zelfs die gebeurtenis en de
impact ervan komen niet goed uit de verf. Zijn moeder belt hem bezorgd op,
smeekt hem om terug te keren omdat hij door zijn uiterlijk voor een terrorist
aangezien zou kunnen worden. Ook vinden er wat gesprekken plaats over aanvallen
op gewone islamitische burgers, maar meer dan er verslag van doen gaat het
niet.
Waar Işık in Wees onzichtbaar helder schrijft en focus heeft, wijdt hij In Golden Gate Park nogal uit en is hij onnodig gedetailleerd.
Alles lijkt even belangrijk. Zelfs de bestelling in een restaurant wordt
opgesomd (kip met rijst, gebakken rijst met garnalen en tweemaal kip met
noodles). San Francisco wordt met al zijn hoogtepunten beschreven precies zoals
in een reisgids. Er is veel onnodige informatie dat de vaart eruit haalt en het
boek vlak maakt. ‘Show don’t tell’ zou hier een goed advies zijn en waar
hij dat wel doet, gaat het verhaal ook meer leven. Ondanks alle uitgebreide
beschrijvingen kom je niet verder dan de eerste laag. Işık lijkt niet door een muur
heen te durven breken. Het zal allemaal precies zo zijn gegaan, maar voelen we
het ook? Niet echt.
Murat Işık: In de mist van Golden Gate Park, Ambo/Anthos, Amsterdam 2024, 666 p.
ISBN 9789026342844. Distributie VBK België
© 2024 | MappaLibri