De Amerikaanse
auteur Lily King vond inspiratie voor haar derde roman in een biografie over de
legendarische Amerikaanse antropologe Margaret Mead (1901-1978), die
internationale bekendheid oogstte met haar onderzoek naar de puberteit en de
seksuele ontwikkeling van meisjes op de eilandengroep Samoa. Centraal staat de
driehoeksrelatie tussen Mead, de Nieuw-Zeelander Reo Fortune (haar tweede man)
en de Brit Gregory Bateson (die later haar derde echtgenoot zou worden) op
Nieuw-Guinea (het latere Papoea Nieuw-Guinea). Het gaat hier om een tiental
bladzijden biografie die een periode van vijf maanden zouden overspannen in het
jonge leven van Mead. King kleurde het geheel fictioneel in tot een roman van
zo’n driehonderd bladzijden, waarbij de meervoudige seksuele relaties van Mead
vereenvoudigd werden. In de roman heten de personages respectievelijk Nell
Stone, Fenwick Schuyler en Andrew Bankson. Hoewel de afloop van het boek niet
de biografie van Mead volgt, drukken de historische personages een sterke
stempel op hun fictionele alter ego’s. Het verhaal wordt verteld vanuit het
standpunt van Andrew Bankson, de in zichzelf gekeerde buitenstaander die al
jaren onderzoek doet bij de Kiona. Andrew gaat gebukt onder het verlies van
zijn broers, die omgekomen zijn in de oorlog of zelfmoord pleegden, wat weegt
op zijn onderzoek. Hij nodigt Nell en haar man uit om een stam te bestuderen stroomopwaarts
in het gebied waar hij actief is. Het enthousiasme en de werkkracht van Nell
inspireren Andrew om zijn antropologische bezigheden door een nieuwe bril te
zien. Fenwick is minder met het vuur van de antropologie begaan, werkt het
onderzoek van zijn vrouw tegen en ambieert schijnbaar maar één ding: te leven als
een wilde onder wilden. Toch vat hij voldoende sympathie voor Andrew op om hem
te verplegen als die zwaar ziek is. Wanneer Nells vriendin Helen een manuscript
opstuurt van haar nieuwe antropologische werk, inspireert het Nell, Fen en
Andrew tot het opstellen van een baanbrekend schema voor antropologische
interpretatie. Maar als Fen een heilige artefact van een afgelegen,
gewelddadige stam rooft, lopen zowel Nells laatste onderzoek als haar huwelijk
op de klippen.
In
tegenstelling tot Margaret Mead is Nell geen lang leven beschoren. Haar leven
wordt hier gecondenseerd in de bruisende jaren van liefde en antropologische
ontdekkingen, van feminisme en het ondergraven van de traditioneel koloniale
antropologie. Het is alsof Lily King de dynamiek van het moment wilde
kristalliseren en bijzetten in het pantheon van jong gestorven genieën, die in
mythe en legende een eigen leven blijven leiden. Bateson blijft verweesd achter
om het verslag te doen van hun relatie; een afwisseling van eigen observaties
en die van Nell zelf, die uit haar dagboek komen. Het geheel krijgt vorm als
een zinderend en exotisch portret uit het begin van de vorige eeuw dat erg
toegankelijk is maar tegelijk uitnodigt om te herlezen.
Amsterdam : Hollands Diep, 2015, 303 p. Oorspr.
titel: Euphoria. ISBN 9789048825295
© 2024 | MappaLibri