Applaus vanuit het donker

De gedichten van Hélène Gelèns (haar naam klinkt al als poëzie) worden gekenmerkt door een bijzondere lichtvoetigheid. De dichteres lijkt wel te zingen. Veel verzen zijn gedeeltelijk gebaseerd op klankassociaties, terwijl ook het ritme doorgaans bijzonder muzikaal wordt aangewend. Daarbij komen diverse experimenten met herhalingen en typografie. Het lijkt met andere woorden alsof de sfeer van de late Paul van Ostaijen in haar poëzie nooit veraf is. Tegelijk zou het misleidend zijn om deze lyriek uitsluitend op die formele dimensie vast te pinnen. De ogenschijnlijke vrijblijvendheid van deze speelse poëzie belet niet dat de dichteres in haar bundel essentiële kwesties aanraakt. Het titelgedicht laat bijvoorbeeld een jij-figuur zien die voortdurend aarzelt tussen ‘pluis’ en ‘niet pluis’. Het lijkt bijna op het kinderspelletje met de pluisbol van een paardenbloem (hij houdt wel/niet van mij), maar tegelijk heeft het ‘niet pluis’ zijn ook een aantal duisterder connotaties. Ook in andere gedichten wordt het speelse gecombineerd met een aantal fundamentele vragen. Zo is er een reeks waarin danslaarzen overgaan in militaire laarzen en omgekeerd; rituelen kunnen zo staan voor bevrijding, maar ook voor conformisme en onderdrukking. Via dergelijke details weet Gelèns de aandacht van de lezer vast te houden. Vrijwel alles in deze bundel blijkt minder eenduidig dan aanvankelijk gedacht: het naakte is het kwetsbare maar ook het frivole, iets wat ons uniek maakt maar tegelijk meer dan wat ook doet opgaan in de anonieme massa. Die zoektocht naar een ‘eigen’ profiel, in de wetenschap dat ook dat slechts een sociaal gedragen constructie kan zijn, krijgt in deze bundel een geheel eigen toon. Rechtlijnig is deze poëzie allerminst, maar op haar beste ogenblikken weet de dichteres iets neer te zetten dat beklijft. Tegelijk heb ik echter de indruk dat lang niet alle verzen in deze bundel dezelfde noodzakelijkheid uitstralen. Bij momenten is een gedicht vrijwel meteen vergeten nadat het gelezen is. Die grilligheid maakt vanzelfsprekend ook deel uit van het poëtische project dat de dichteres drijft. Net zoals Mutsaers of Vegter (om maar een paar namen te noemen) ondergraaft ook Gelèns de klassieke tegenstelling tussen vorm en inhoud, tussen de buitenkant en de (al even vermeende) inhoudelijke kern van het gedicht. Toch zijn het de meer toegankelijke gedichten en de samenhangende reeksen die de bijzondere intensiteit realiseren die de dichteres nastreeft.


Hélène Gelèns, Applaus vanuit het donker, Cossee Amsterdam, 2014, 61 p., € 16,9. ISBN 9789059363960. Distributie: Van Halewyck

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf cop. 2014

© 2024 | MappaLibri