Bloeiende Agatha

Het romandebuut van filosoof en essayist Frank Van de Veire (1958), winnaar van de prijs voor de Vlaamse kunstkritiek van 1998, mengt Markies de Sade met Louis Paul Boon en zet zich af tegen de overvloed aan populaire erotische schrijfsels die de laatste jaren in de bestsellerlijsten opduiken. Naar verluidt te gewaagd bevonden door een aantal uitgeverijen, was het tenslotte de Aalsterse vzw Het Balanseer die potentieel zag in deze bijzonder intellectuele beschouwing van een wel heel aparte relatie. Philippe redt een betoverend mooie vrouw uit de handen van een paar dronken belagers en krijgt in ruil haar lichaam cadeau. Hij mag zelfs een naam voor haar verzinnen en doopt haar ‘Agatha’, zonder dat zij bezwaar maakt. De twee beginnen een relatie die volledig op seks gebaseerd is. Tijdens een verblijf in een andere stad maken ze kennis met Katia, een al even onaardse verschijning, die onder de indruk raakt van Agatha’s schoonheid en het paar daarom enkele weken bij haar thuis laat logeren. Katia heeft allerlei plannen met het verliefde stel, die ze maar beetje bij beetje onthult. Ze overlaadt Agatha met complimentjes en geschenken, en stuurt haar vaak alleen de stad in op zoek naar nog pikantere lingerie. Katia daagt Philippe uit om een tijdlang geen betrekkingen te hebben met zijn minnares, zodat ze hem voor zichzelf kan opeisen. Er ontstaat een driehoeksverhouding waarbij Philippe Agatha hoogstens oppervlakkig betast in het bijzijn van Katia, en met Katia het bed induikt zodra Agatha de deur achter zich dichtgetrokken heeft. De situatie loopt echter nooit uit de hand, want Agatha gehoorzaamt zowel haar minnaar als de vrouw die zich meer en meer als haar impresario opwerpt. Uiteindelijk raakt ze betrokken in een kunstproject waarbij ze zich voor de camera laat martelen en vernederen. Katia heeft nog meer plannen met Agatha. Ze brengt haar onder in een instituut dat op een klooster lijkt, maar in feite één groot bordeel is. Daar wordt Agatha op gruwelijke wijze gereduceerd tot haar lichaamsopeningen, en zelfs die worden na een poos in hun toegankelijkheid beperkt. De hele tijd treedt Philippe enkel nog op als toeschouwer. Hij heeft zijn minnares losgelaten en lijkt met alle beproevingen die hij haar aandoet, haar verbond met hem te willen testen, wat dat verbond ook nog moge voorstellen. Agatha lijdt, maar maakt geen bezwaar. De hele roman langt blijft ze haar gedweeë zelf, een martelares die zich opoffert voor de driften van de man. Over haar verleden komen we niet veel meer te weten dan dat ze een lastige ex-vriend heeft en lang als secretaresse heeft gewerkt. Maar ook ik-verteller Philippe lost weinig over zichzelf. Zijn volledige aandacht gaat naar Agatha en haar totale degradatie. De personages in Van de Veires roman zijn duidelijk symbolen. Philippe beschrijft zijn betrekkingen met zijn vriendin bijzonder lyrisch, terwijl Katia het onverbloemd over neuken heeft. Agatha is pure onschuld; zelfs als hoer blijft ze gehuld in een waan van onbereikbaarheid. Katia buit haar uit, als om de spot te drijven met de Philippes idolatrie voor zijn aanbedene. Van de Veire slaat een toon aan die het hele verhaal perfect vorm weet te geven. Zijn proza is even afstandelijk als de personages die hij ermee gestalte geeft. Het kenmerkt zich door lange beschrijvende zinnen en bijna barokke vergelijkingen. Zijn stijl oogt daardoor misschien ook wat ouderwets, vooral dan omdat hij amper gebruik maakt van witruimtes die de lezer wat op adem zouden kunnen laten komen. De volle bladspiegel en de lange beschouwingen zijn vrij typerend voor dit vormexperiment, dat een erudieter intellectueel statement vormt tegen Vijftig tinten grijs in al zijn schakeringen. Dat tilt het pornografische karakter van de roman weliswaar naar een hoger niveau, maar maakt de tekst er niet bepaald toegankelijker op. Bovendien lijkt hetzelfde vormexperiment ook maar gedragen te worden door één idee, de verwording van een goddelijk mooie vrouw tot een vulgair gebruiksobject, een voorstelling die door de vele variaties op hetzelfde thema wat overbelicht wordt. De auteur heeft zijn punt na een paar hoofdstukken wel al gemaakt, maar de degradatie van de schoonheid moet en zal tot in de kleinste details verder worden uitgespit. Van de Veire ontleedt de menselijke erotiek tot het een extreem banaal fenomeen wordt waarin alles draait om controle over lichaamsopeningen. De originaliteit van het werk schuilt in alle gefilosofeer en de vele religieuze en filmische verwijzingen, maar desondanks zijn het toch in de eerste plaats de gewaagde pornografische scènes die het verhaal voortstuwen. Heel erg opwindend wordt het nooit, wel met elk hoofdstuk confronterender. De essayist is dus wel degelijk een romancier geworden, maar hij wil het zijn lezers duidelijk niet te comfortabel maken. Ploeteren door zijn proza zullen ze, met als voornaamste resultaat een groeiend gevoel van onbehagen. Als Van de Veire met zijn erotische roman zo ver mogelijk van het zinnelijke wou komen, dan is hij in dat opzicht in ieder geval in zijn opzet geslaagd.


Frank Vande Veire, Bloeiende Agatha, Het balanseer Aalst, 2013, 285 p., € 22,5. ISBN 9789079202249. Distributie: EPO

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013

© 2024 | MappaLibri