Op zoek naar de vogelkoning

12+ - De Tsjechische illustrator Peter Sís, die vorig jaar nog bekroond werd met de H.C. Andersen Award, positioneert zich met zijn laatste boek in het bijzonder interessante grensgebied tussen kinder- en volwassenenliteratuur. Zelf beschouwt hij Op zoek naar de vogelkoning als een boek voor volwassenen en het is door de oorspronkelijke uitgever ook zo op de markt gebracht. Dat het vaak in de context van de kinderliteratuur besproken wordt en in het Nederlands op de kinderboekenmarkt verschijnt, ligt waarschijnlijk aan het feit dat dit een allegorisch verhaal is, een soort parabel met een uitgesproken levensles. De tekst is beknopt en eenvoudig en het verhaal wordt vooral door de prenten gedragen. Bijzonder rijke prenten zijn het, die bovendien pas door ze herhaalde malen te lezen hun verhaal prijsgeven. Aantrekkelijk en boeiend voor kinderen? Jazeker, maar tekst noch prenten zijn op maat gemaakt voor ze.
De basis voor het verhaal is een Oud-Perzische vertelling in versvorm van Farid Ut-Din Attar uit de twaalfde eeuw (1177). Dat is een volumineus werk van zowat 4500 verzen, over de vogels van over de hele wereld die onder leiding van een hop een zoektocht ondernemen naar de legendarische koning Simorgh, omdat hij het antwoord kent op al hun vragen. Sís heeft niet alleen de basislijn van het verhaal behouden, hij heeft ook de twaalfde-eeuwse dichter in zijn verhaal binnengeloodst. Hij begint aldus: ‘Als de dichter Attar op een ochtend wakker schrikt uit een onrustige droom, beseft hij dat hij een vogel is, een hop…’ Op de prent die daar bij hoort, een zwerm vogels om een cirkel; ze vormen de contouren van een menselijk oog, met in de pupil een klein menselijk figuurtje. Op de volgende bladzijden transformeert het zich geleidelijk aan in een vogel, de hop die de vogels van de wereld zal toespreken en hen naar Simorgh leiden. De dichter heeft hier een grotere taak dan alleen maar het vertellen van een verhaal. Hij geeft zijn publiek een boodschap mee:
Anarchie, ontevredenheid, onlusten!
Wanhopige gevechten om land, water en voedsel!
Vervuilde lucht! Verdriet!
Ik vrees dat we verloren zijn.
We moeten iets doen!

Waar het Oud-Perzische gedicht in de religieuze context van het soefisme moet worden begrepen, gaat het in Sís’ vertelling over mondiale kwesties van alle tijden. De aarzeling van de vogels om op zoek te gaan naar een oplossing en daarbij het gevaar te lopen om te verliezen wat verworven is, is ook helemaal des mensen: de eend: ‘Ik ben tevreden in het water! Het is de bron van alles.’ Of de papegaai: ‘Ik ben hier graag. Ik voel me veilig. Ze brengen me elke dag eten en water.’ Maar de hop kan elk bezwaar weerleggen en ten slotte vertrekken de vogels in een eindeloze, aaneengesloten vlucht. Sís beeldt ze uit in verschillende formaties over onmetelijke watervlaktes en landschappen. Hun leider bevindt zich in het oog van een figuratief uitgewerkte zwerm. Sís schildert een opeenvolging van beelden die de universaliteit en de tijdloosheid van deze reis benadrukken. Hij suggereert oneindigheid door herhaling en door zijn techniek van pointillisme. Hij varieert op symbolische voorstellingen van de aarde en het universum uit verschillende tijden en culturen. En hoewel de een en de ander zich wel wat vragen stelt — ‘Is het nog ver?’ ‘Wat als hij er niet is?’ — zwermen de vogels als een aaneengesloten lichaam naar een en hetzelfde punt. Een vooralsnog onzichtbaar doel, dat langzaam duidelijkere contouren krijgt: de berg Kaf, waar Simorgh woont.
En dan zijn ze zo ver dat ze, als in een danteske reis over de omgangen van de Louteringsberg, de zeven valleien moeten oversteken: de Vallei van het Zoeken, van de Liefde, het Inzicht, de Onthechting, de Eenheid, de Verbijstering en tot slot de Vallei van de Dood. Elke vallei staat voor een levensfase, brengt hen dichter bij hun doel en brengt hen levenswijsheid bij, hoewel die soms in mysteries verpakt zit:
Vogels: Waar zijn we?
Er is geen inzicht
In deze Vallei van het Inzicht.
Hop: Hier moeten we goed opletten.
We volgen een pad,
En niemand weet hoelang
Of hoe ver.
Ankerpunt in de prent van elke vallei is een labyrint, dat een gangbare symbolische voorstelling is van een levensreis, maar elk van de valleien krijgt een andere toon. Kleur, beweging en vormen bepalen de emotie die je eraan koppelt. Eenduidig is dat niet: Over de opvallend desolate Vallei van de Liefde hangt een twijfelend rood. De Vallei van de Eenheid bestaat uit heuvels opgebouwd uit ontelbare stenen. Samen sterk, denk je dan, en dat is eigenlijk ook de boodschap die in deze parabel doorklinkt, maar anderzijds heeft deze vallei ook iets bewegingloos.
Hoe verder de vogels vorderen, hoe minder ze zijn in aantal. Wanneer ze eindelijk de berg Kaf naderen, zijn er nog dertig over van de honderdduizenden die aan de tocht begonnen zijn: ‘gehavende, geslagen, op de proef gestelde makkers, die proberen niet langer te proberen en die nauwelijks in staat zijn te vliegen…’ De bladzijden die daarop volgen, zijn weergaloos mooi. In een opeenvolging van woordloze prenten, telkens over een dubbele bladzijde, zoomt Sís steeds verder in op de berg Kaf. De kleine vlucht omgeven door een eindeloos blauw evoceert de enorme afstand in tijd en ruimte die de vogels overbruggen om de zwijgzame berg te bereiken. Aanvankelijk ongenaakbaar — ‘Ga naar huis vogels. Jullie zijn niets dan stof en as.’ — laat de berg hen even later toch toe. De vogels hebben hun doel bereikt.
Hier laat Sís opnieuw de kracht van de prenten ten volle werken. Een koning Simorgh is er niet, het antwoord dat de vogels op deze tocht zochten, ligt helemaal in henzelf. In het kratermeer op de top van de berg zien de vogels, nu afgebeeld in een vlucht die de vorm van een vogel heeft aangenomen, zichzelf weerspiegeld. De vlucht is een escheriaans vervlochten en gespiegeld beeld. Eerst volledig in een sereus blauw, waarin de trekken van de individuele vogels wel zichtbaar zijn, maar de eenheid van de vlucht primeert. Op de volgende pagina’s wordt het beeld gedetailleerder en komen de individuele vogels, elk met hun eigen kleur en karakteristiek, er opnieuw uit naar voren. De hop maakt zich uit de vlucht los en ondergaat de transformatie van het begin in omgekeerde vorm: de vogel wordt mens, de dichter Attar, en wordt almaar kleiner tot hij ten slotte verdwijnt.
De tekst aan het slot bevestigt wat je in de loop van het verhaal leert: de vogels bereiken hun doel dankzij hun samenwerking; er staat geen enkele macht boven hen, zij zijn hun eigen koning en de koning is ieder van hen. Een uitgesproken levensles is eigen aan de parabel, maar de uitbeelding ervan is veel interessanter dan de tekst op zich, vooral vanwege de kunstige uitwerking en vanwege de nuances en de vele associaties die ze oproepen. Het gebruik van symbolen en stempels, de minutieuze stijl en de achtergronden met uitgelopen kleuren die een patina aan de bladzijden geven, doen denken aan documenten uit oude tijden. De vogel die met het verlangen naar vrijheid wordt verbonden, is een klassiek gegeven, maar Sís verwerkt in die universele beelden verschillende elementen uit zijn eigen leven. De transformatie van de dichter in een vogel, zo zegt hij in een interview, is hem ingegeven door Franz Kafka’s boek De gedaanteverwisseling. Geen onmisbare informatie voor een goed begrip van het verhaal, maar Sís knoopt hiermee aan bij zijn eigen geschiedenis —Kafka leefde net als hijzelf in Praag — en ook bij de existentiële vragen die in Op zoek naar de vogelkoning aan de orde zijn. Sís brengt in talloze van zijn werken zijn vlucht voor de repressie in het toenmalige Tsjechoslowakije naar de Verenigde Staten telkens opnieuw door vogels allerhande in beeld. Als de uitbeelding van de hop met gespreide vleugels al aan de adelaar doet denken die op diverse vaandels van mogendheden doorheen de eeuwen staat afgebeeld, — vooral het beeld waarin zijn silhouet zwart afgetekend staat voor een onafzienbare kleurloze massa, is bepaald mismoedig —, dan ook aan de adelaar die vrijheid symboliseert op de Amerikaanse dollar.
Ontheemding en het herwinnen van hoop is een constante in het werk van Peter Sís en ook een motief in Op zoek naar de vogelkoning. De boodschap dat je alleen in samenwerking iets kunt bereiken, maar zonder aan individualiteit te verliezen, is iets wat op verschillende manieren uit de prenten af te lezen is. Op zoek naar de vogelkoning is een gelaagd verhaal dat met zin voor nuance gelezen wil worden. De leeftijdsaanduiding, vanaf twaalf jaar, die het voor de catalogisering meekrijgt, is tamelijk arbitrair. Dit is een universele vertelling die ook jongere kinderen kan boeien, en aan de prenten heeft kind en volwassene een boeiende zoektocht naar gelijkenissen en verschillen, symbolen en betekenissen. Of ze kunnen zich laten meevoeren door de onvergelijkelijke esthetiek.

Peter Sis, Farid-ud-Din Attar (oorspr. aut.), Op zoek naar de vogelkoning, Clavis Hasselt, 2013, 160 p., ill. € 29,95. ISBN 9789044819267. Vert. van: The conference of the birds

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswelp 2013

© 2024 | MappaLibri