Over Godfried Bomans

In 1981, tien jaar na het overlijden van Godfried Bomans, publiceerde Jeroen Brouwers zijn uitvoerige monografie over Bomans als bijlage van Vrij Nederland. Het jaar daarop volgde de publicatie in boekvorm. In 1997 voegde Brouwers een uitbreiding toe die als slothoofdstuk werd opgenomen onder de titel ‘Nadien’ en waarin ‘Bomans’ tweede leven’ aan bod kwam, met onder meer een aantal, zij het beperkte gegevens werden aangereikt rond het liefdesleven van de auteur, en waarin vooral werd ingegaan op de nawerking van en rond het oeuvre, tot en met de editie van de ‘Werken’, het selectief verzamelwerk van Bomans dat zeven delen beslaat en in 1999 werd voltooid. Brouwers’ monografie overstijgt het puur biografische. Kritisch-relativerend waar nodig, maar evengoed overtuigd van de betekenis van Bomans voor de Nederlandse literatuur, analyseert hij de manier van werken en schrijven van ‘zijn’ auteur en heeft hij oog en oor voor de psychologische drijfveren die mee het fundament van Bomans’ schrijfdrift kunnen verklaren. Voor Brouwers is Bomans de meester van de herhaling die er niet voor terugschrok eigen teksten voortdurend te recycleren en fragmenten eruit in steeds nieuwe teksten en publicaties weer op te nemen. Een minutieuze lectuur van het werk, waarbij geen enkel detail over het hoofd werd gezien, zette Brouwers op het spoor van deze onthullingen. Ook wijst hij erop dat Bomans — gewild of ongewild — het slachtoffer is geworden van zijn eigen populariteit, die ongekende vormen aannam. Zo heeft Brouwers het over de manier waarop Bomans werd geclaimd door de radio, ‘een instituut dat, net als later de televisie, drijft op ondurf en onoriginaliteit. Door de omroepwereld wordt altijd datgene opgeslokt wat buiten die wereld al succes hééft.’ In het psychologisch profiel dat wordt uitgetekend, wordt vooral gefocust op Bomans’ angstgevoel: angst om zijn diepere gevoelens te tonen (Brouwers: ‘Het is precies die angst die Bomans heeft belet een groot schrijver te worden’), angst voor zijn dominante vader, angst voor de hel. Jeroen Brouwers schrijft niet als de grote gelijkhebber of als de man die zich tot doel heeft gesteld het monument dat Bomans nu eenmaal is, onderuit te halen. In de virtuoze stijl die hem eigen is, situeert hij het oeuvre van Bomans. Voor hem maken de Sprookjes, en in het verlengde ervan de sprookjesroman Erik de meeste kans om de eeuwigheid te trotseren. De reden volgens Brouwers: ‘De jeugdige Bomans is in dit werk nog niet bezeten van zijn latere zucht tot lolligdoen en zware overdrijving, die helaas erg veel van zijn overige schrijfsels onverteerbaar heeft gemaakt als een voor het oog luchtige cake die blijkt te zijn vervaardigd van gewapend beton.’ De heruitgave van Over Godfried Bomans is er terecht gekomen, zeker nu de 1997-editie zowat onvindbaar is geworden en zeker omdat Bomans, hoe dan ook, blijft voortleven in het collectieve lezersgeheugen.

Jeroen Brouwers, Over Godfried Bomans, Atlas Contact Amsterdam, 2013, 18924 p., € 19,95. ISBN 9789045025391. Distributie: Veen Bosch en Keuning

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013

© 2024 | MappaLibri