Het geweten van Roberto Doni

Het debuut van de jonge filosoof Giorgio Fontana werd in Italië bekroond vanwege het actuele thema van een moreel dilemma dat de onpartijdigheid van de rechtspraak doet wankelen. Hoofdpersoon is vijftiger Roberto Doni, succesvol als magistraat in Milaan, en tobbend over zijn relatie met vrouw en dochter. Bezig met het opstellen van zijn testament wordt hij uit zijn routine losgerukt door de e-mail van een jonge journaliste, Elena Vincenzi, die zijn hulp inroept bij een geval van onrecht: de onschuldige Khaled Ghezal, een Tunesische bouwvakker, zit vast wegens een delict dat hij niet gepleegd heeft. Doni bevindt zich in een benarde positie, aangezien hij bij de zaak betrokken is als officier van justitie van het Openbaar Ministerie en dus geacht wordt de schuld van Ghezal te bepleiten.
Toch laat hij zich door Elena op sleeptouw nemen, en ze opent voor hem een wereld waarmee hij als exponent van de Milanese burgerij nooit eerder in aanraking was gekomen. Ze voert hem naar de multiculturele Via Padova, want 'Ergens in deze buurt lag de waarheid verborgen'. Doni wordt heen en weer geslingerd tussen zijn bourgeois esthetiek enerzijds – zijn passie voor de schilderijen van George de La Tour – en zijn geweten anderzijds dat gevoed wordt door Elena, die met de 'lichte wapens' van haar j’accuse strijdt voor het recht van de burger.
In een discussie brengt Doni naar voren dat het terrorisme geleerd heeft dat je jezelf niet boven de rechtspraak kan stellen, maar Elena citeert de woorden die hij schreef toen zijn collega Colnaghi door de terroristen werd gedood: 'Wat leven we in een treurig tijdperk, als de held degene is die het recht moet toepassen in een democratisch land waarin dat recht lijkt te verstikken. Wat leven we in een treurig tijdperk, als de held een magistraat is die wordt vermoord'. Behalve Colnaghi is een ander voorbeeld voor Doni zijn oude leermeester Cattaneo, die hem geleerd heeft dat een 'misschien schuldige op vrije voeten te verkiezen is boven een misschien onschuldige in de gevangenis'.
Het clair-obscur van De La Tour toont het schaduwspel tussen zwart en wit en Doni’s onderscheidingsvermogen snakt naar verlossing. De 'bouten' van het Paleis van Justitie die het sleetse Huis van het Recht in haar voegen moeten houden, verbeelden aanvankelijk voor Doni 'de idiotie van de mensen', maar aan het einde van de roman biedt juist dit gereedschap hem de mogelijkheid om het recht te buigen met de 'lichte wapens' van het individuele rechtsgevoel. Doni is zelf de vlam geworden van De La Tour’s schilderijen en besluit te handelen naar eigen inzicht. Het morele dilemma heeft na een moeizame weg zijn oplossing gevonden, en het geweten van de lezer wordt eveneens gemaand tot waakzaamheid. Maar hoe actueel is dit thema als we het plaatsen in de lange Italiaanse traditie van burgerlijke scepsis tegenover staatsinstellingen?

Giorgio Fontana, Het geweten van Roberto Doni, Wereldbibliotheek Amsterdam, 2014, 222 p., € 19,9. ISBN 9789028425439. Vert. van: Per legge superiore door Philip Supèr. Distributie: Elkedag Boeken

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2014

© 2024 | MappaLibri