Kleine sprookjes om te lachen

10+ - Bij de eerste aanblik van Kleine sprookjes om te dromen en Kleine sprookjes om te lachen verwacht je twee weinig kwalitatieve commerciële uitgaven. Maar met een mix aan sprookjes van over de hele wereld en een gevarieerd aanbod aan (zij het niet altijd even geslaagde) illustratiestijlen overtreffen de bundels de verwachtingen. De verhalen zijn stuk voor stuk uitgesproken moraliserend — het zijn dan ook bewerkingen van traditionele volkssprookjes mét een expliciete moraal op rijm — maar ze charmeren door hun exotisme en onwankelbare logica; de wereld is aan de durvers, maar boontje komt ook telkens weer genadeloos om zijn loontje. In Kleine sprookjes om te lachen vergaat de egoïstische, leugenachtige en opportunistische hoofdpersonages het lachen. Maar ook een enkele goedgelovige ziel die het eigenlijk niet verdient, moet het bekopen, want wie arm is, moet slim zijn. En moet groots durven dromen, zo blijkt.
Hoewel sommige sprookjes afkomstig zijn van buiten het Europese continent, zijn bekende sprookjeselementen uit ons Westers erfgoed nooit ver weg. Zo doet het Siberische sprookje ‘De drie wensen van de visser’ denken aan een heleboel Europese volkssprookjes waarin eveneens drie wensen worden verspild — Charles Perraults ‘De dwaze wensen’ verklapt die verspilling al in de titel. Maar in Kleine sprookjes om te lachen lacht de wensende visser wel degelijk laatst. Hij kan niet anders dan zijn laatste wens verspillen aan zijn echtgenote, wiens neus door zijn toedoen in een enorme worst is veranderd, maar ‘[…] sinds die dag durfde zijn vrouw hem het leven niet meer zuur te maken. Ze had gezien waartoe hij in staat was.’ ‘De tsaar die van verhalen hield’ en die vertellers wiens repertoire uitgeput is een kopje kleiner maakt, roept dan weer associaties om met het kaderverhaal van ‘De vertellingen van duizend-en-een-nacht’. De tsaar wil alleen maar nieuwe verhalen horen, tot een jonge verhalenverteller hem te slim af is. Wanneer de tsaar beweert zijn verhaal al te kennen, geeft de verteller er een wending aan die hem heel voordelig uitkomt. De tsaar wil geen gezichtsverlies lijden en moet dus wel tegemoetkomen aan de snuggere jongeman.
Waar het er in Kleine sprookjes om te lachen hard om hard aan toe gaat, worden in Kleine sprookjes om te dromen mensen en dieren die durven dromen beloond. Geluk ligt soms voor het grijpen, maar je moet eerst groots durven dromen. En opnieuw moeten naïeve zielen eraan geloven. In het Indiase sprookje ‘Het almachtige gebed’ wil een vrijgevige man bovennatuurlijke krachten verwerven om anderen te kunnen helpen. Maar na 25 jaar studeren om een wijs man te worden, blijft de jongen naïef; hij wekt met zijn ‘almachtige gebed’ een tijger opnieuw tot leven en wordt opgepeuzeld.
Om deze bundels te kunnen smaken, moet je een zekere toleratie hebben voor spreekwoorden; de sprookjes staan er namelijk bol van. Op basis van hun thematiek en moraal lenen ze zich er dan ook uitstekend toe. Maar hun boodschap is gelukkig niet altijd even eenduidig en ook als geheel scheppen de sprookjes een genuanceerder beeld van de werkelijkheid dan je verwacht.

Mario Urbanet (bew.), Albena Ivanovitch-Lair (sam.), Kleine sprookjes om te lachen, Ballon Antwerpen, 2013, 48 p., ill. € 12,95. ISBN 9789037489668. Vert. van: Petits contes pour rire. Distributie: Ballon Media

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswelp 2013

© 2024 | MappaLibri