Het leven in stukken

‘Dit boek is geen roman over een zwaarwichtige strijd, noch over grote en wijdverbreide misverstanden, noch over de verworpenen der aarde; dit boek is een roman over de zuchten van een getormenteerde geest. [...] Het leven in stukken. De geschiedenis van de
griplozen.’ Zo besluit de jonge ingenieur Turgut Özben zijn zoektocht naar de reden waarom zijn vriend Selim zich op 28-jarige leeftijd twee kogels door het hoofd schoot, om vervolgens zelf ook in het niets op te gaan. Het manuscript waarin dit alles beschreven staat, belandt op het bureau van een journalist die hem als een van de laatste getuigen voor zijn verdwijning heeft ontmoet. Daaruit blijkt hoe Turgut geobsedeerd raakte door het tragische nieuws dat hem onverhoeds overvalt en in een identiteitscrisis stort (‘Wat is het precies dat de ene mens van de andere onderscheidt? Zijn dat externe omstandigheden? Zeker niet! Wat dan wel? De wijze waarop hij verlies of winst inschat.’). Hij begint zijn werk te verwaarlozen, voelt zich langzamerhand een vreemde worden in zijn eigen gezin en pendelt tussen Istanbul en Ankara om de mensen te ondervragen met wie Selim ooit contact heeft gehad.
Eerst de ‘fileseveerder’ Süleyman Kargi die hem de Canto’s overhandigt, vijf epische gedichten waarin Selim zijn leven in de derde persoon beschrijft (‘Dood en eeuwigheid omarmen, dat was zijn innig streven’). Ze worden gevolgd door een uitgebreide commentaar en een doorgedreven tekstanalyse waarin onder meer de term ‘Griplozen’ wordt gedefinieerd, zoals beschreven in de fictieve Encyclopedie der Merkwaardige Schepselen: ‘onbeholpen en schichtig dier, toont oppervlakkige gelijkenis met een volwassen mens’. Er volgt een ontmoeting met een jeugdvriend, ‘Metin met de viool’ zoals hij in de Canto’s genoemd wordt, een schimmige figuur waarmee Turgut in Ankara een stomdronken nacht lang cafés en bordelen afschuimt en die later in een brief zijn herinneringen zal noteren aan een jeugdige Selim die ooit vreselijk in de knoop raakte met zijn seksualiteit. Ook de oudere intellectueel Esat ontvangt hem en vertelt hoe hijzelf en zijn zus Aysal maandenlang met Selim een gezamenlijke passie voor literatuur beleefden, in een ware roes waarbij de jongeman aan alcohol verslaafd raakte. Ten slotte maakt Turgut kennis met de grote liefde van zijn vriend, Günseli, die vertelt hoe het manisch-depressieve karakter van Selim steeds onrustbarender dimensies aannam. Ze overhandigt hem de dagboeken die haar geliefde de laatste maanden van zijn leven bijhield (‘Ik verliet de eenzame hel die ik in mijn eentje had gecreëerd; er kwam een druk bevolkte hel voor in de plaats.’) en die door Turgut op zijn laatste tocht voor zijn verdwijning woord voor woord zullen worden uitgespeld.
Het leven in stukken is een verbluffend sterke eerste roman van de Turkse ingenieur Oğuz Atay (1934-1977), waarmee hij vijf jaar voor zijn dood de Turkse letteren op zijn kop zette. Waar tot dan toe realisme en sociaalrealisme de literatuur in Turkije beheersten, stootte ze met dit magnum opus — in alle betekenissen van het woord — meteen door naar de eredivisie van de moderne wereldliteratuur. Een waarachtig taalmonument van een ongeëvenaarde rijkdom, die de volle breedte van het literaire klavier bespeelt met behulp van gedachtestromen en imaginaire dialogen (eerst met de overleden Selim, later met de persoonlijke djinn van Turgut, Olric genaamd), met gebruik van dromen en herinneringen, van besprekingen en rapporten, van politiedossiers (over de aanhouding van Jezus Christus), met intertekstuele verwijzingen (Nabokovs Pale Fire, Joyce, Kafka, Boelgakov...) en tal van burleske taferelen (een absurd theaterstukje) en groteske bespiegelingen.
Omstandig? Zeker. Wijdlopig? Soms. Maar ook beheerst geschreven en tegelijk geestig, ironisch, sardonisch, cynisch. Een roman die getuigt van ondubbelzinnige liefde voor de literatuur en voor schrijvers als Tolstoj, Dostojevski, Rilke, Kafka, van identificatie ook met literaire personages als Hamlet, Oblomov en Don Quichote, van passie voor geschiedenis en het woord. Indrukwekkend is vooral de rijkdom van de taal, in al zijn verschijningen en uitdrukkingsvormen, zodat rustig kan worden gesteld dat in deze veelgelaagde, pluriforme en polyfone roman de taal zelf het verhaal is. Een verhaal dat als het leven in zijn totaliteit ongrijpbaar is en altijd onvolledig. Of zoals het in de knel geraakte hoofdpersoon het stelt: ‘Zou het beeld compleet zijn als alle verschillende stukken worden samengevoegd?’

Oguz Atay, Het leven in stukken, Athenaeum-Polak en Van Gennep Amsterdam, 2011, 768 p., € 29,95. ISBN 9789025368807. Vert. van: Tutunamayanlar door Margreet Dorleijn / Hanneke Van der Heijden. Distributie: WPG Uitgevers

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2011

© 2024 | MappaLibri