Moord op de boodschappenjongens

Dit dunne boekje bestaat uit drie delen waarvan niet duidelijk is in welke zin ze met elkaar verbonden zijn. Het arrogante hoofdpersonage wordt in de eerste vertelling de school uitgezet. In de trein terug naar huis ontmoet hij een opgedirkte gigolo-dwerg en diens al even opgetutte maar doodzieke apin Isabelle. Het tweede verhaal is zo mogelijk bevolkt met nog absurdere figuren: een lange dwerg, diens broer de leeuwenman en een Harvardmeneer met een glazen oog dat in de binnenzak van de hoofdpersoon belandt. Als een hedendaagse Alice komt de ik-figuur in de derde vertelling aan in zijn eigen Wonderland, zijn grote, verwarrende geboortestad met labyrintische steegjes, waarvan nergens wordt geëxpliciteerd dat het om Istanbul gaat. In een ijl tempo maken we hier kennis met een stoet van vreemde figuren, die als in een volkstheater continu en vliegensvlug in en uit het verhaal stappen. Het vreemdste aan de stad is echter het Instituut van de boodschappenjongens, een eugenetisch experiment van de gemeenteraad waarbij identieke jongens dienst doen als koeriers, en dat in een stad waarin heel wat boodschappen moeten worden overgedragen. Het zijn engelachtige, leeftijdsloze weesjes die door injecties kind blijven, een groepje uitgekozen moeders hebben, en verwekt worden door kunstmatige inseminatie met het beste zaad van de stad. Het hoofdpersonage wordt gevraagd de bizarre moorden op deze boodschappenjongens op te lossen omdat hij helemaal opgaat in de stad, maar er tegelijk ook helemaal buitenstaat. Hij wordt geleefd, "als een trekpop", vluchtend in het muffe kantoortje van zijn grootvader, in drank, in meerdelige biografieën over paardentrainers, en in slaap, waardoor dit boekje eigenlijk geen detectiveroman kan worden genoemd. In zijn onverschillige betrokkenheid ontdekt hij de waarheid achter de moorden ? die het boek overigens helemaal zijn misdaadgehalte ontrukt ? dan ook eerder op een toevallige wijze tijdens zijn vlucht weg van de stad.

Perihan Magden is een 48-jarige schrijfster, psychologe en columniste uit Istanbul die bij ons bekend geraakte door het strafproces dat volgde toen zij het in een krantencolumn had opgenomen voor een gewetensbezwaarde dienstweigeraar. In deze eerste roman uit 1991 verplettert ze met verve de westerse beeldvorming van Turkse literatuur. De stad is de actiefste protagonist, en de vaak letterlijk aangesproken lezer wordt net als het hoofdpersonage een trekpop binnen een bizarre magisch-realistische wereld met kleurrijke experimenten en merkwaardige wendingen. Verbazend dan ook dat Moord op de boodschappenjongens toch zeer goed leesbaar blijft. De ultieme boodschap zou deze kunnen zijn: "Hoedt u alstublieft voor simpel te begrijpen dingen. Simpel te begrijpen dingen verdienen het soms zelfs niet om begrepen te worden. En dan heb je nog van die simpel te begrijpen dingen die met hun simpelheid nadenkende en diepzinnige mensen in verwarring brengen. Zulke mensen zoeken er namelijk meer achter dan het geval is. Bovendien, mijn jonge vriend, laten we onze stad geen oneer aandoen, het is een van de oudste en mooiste labyrinten ter wereld. [...] Deze complexe stad, die door u wordt verweten tot waanzin te drijven, is een stad die ademt en leeft en mensen in leven houdt."

Perihan Magden, Moord op de boodschappenjongens, Athenaeum-Polak en Van Gennep Amsterdam, 2008, 145 p., € 17,95. ISBN 9789025363376. Vert. van: Haberci çocuk cinayetleri door Dogan, Hamide

© 2024 | MappaLibri