Kampvuur

Een gril van de recente geschiedenis wil dat de eens gehate dictatuur van de DDR na verloop van tijd voorwerp is geworden van heimwee: 'Ostalgie'. Aan zulke geschiedvervalsing doet Julia Franck (geb. Oost-Berlijn 1970), die als achtjarig kind met haar moeder en tweelingzus naar West-Duitsland verhuisde, niet mee. Evenmin echter aan de ophemeling van het vrije Westen die omstreeks de Wende 'bon ton' was. Afwisselend vanuit vier personages vertelt ze in Kampvuur hoe vluchtelingen uit het communistische Oosten eind jaren '70 in het kamp Berlijn-Marienfelde werden 'opgevangen'. Dat laatste woord suggereert een veilig vangnet, maar in de loop van de roman blijkt het meer en meer een valstrik die alle vrijheid verstikt. Zodra de jonge Nelly Senff met haar twee kinderen de Bornholmer Brücke overkomt, moet ze vernederende verhoren ondergaan, die peilen naar de motieven van haar vlucht. De agenten van de Amerikaanse geheime dienst hebben meer aandacht voor haar verleden dan voor haar toekomst. Een aantal hoofdstukken wordt verteld uit het perspectief van een van hen, John Bird. Verder is er de Poolse Krystyna Jablonowska, die met haar vader naar het Westen is gekomen in de hoop dat haar broer, die kanker heeft, daar beter kan worden behandeld. En ten slotte Hans Pischke, die er jaren gevangenis in de DDR heeft opzitten en weinig meer van het leven verwacht. In het kamp, waar de vluchtelingen dicht opeengepakt leven, kruisen hun levens elkaar, al worden ze nooit uit hun eenzaamheid verlost.

De auteur weet het bedrukkende bestaan in het vluchtelingenkamp op te roepen door haarfijn concrete handelingen en zintuiglijke gewaarwordingen te beschrijven. Daarin is Kampvuur het sterkst, minder in de politieke en filosofische overpeinzingen waarmee de handeling wordt gelardeerd. Die zijn -- in contrast daarmee -- wat schematisch en clichématig. "Is het je niet opgevallen dat we in een kamp wonen met een muur omheen, in een stad met een muur omheen, midden in een land met een muur omheen? Vind je soms dat hier binnen, in het binnenste van de muur, het gouden Westen is, de grote vrijheid?" Het boek moet het vooral hebben van het halve weten: Hoe kinderen vroegrijp het gedrag van de volwassenen gadeslaan en hoe terechte en ongegronde verdachtmakingen een eigen leven gaan leiden. Hoe men in het Westen in uitersten vervalt van pesterijen en gemaakte menslievendheid, en hoe schimmig de 'ware' motieven van menselijk handelen zijn. Kampvuur is overtuigender als verzameling korte verhalen dan als roman. De middelen die Julia Franck gebruikt om er een geheel van te maken (bv. het vaak gehoorde liedje 'Rivers of Babylon', de schakels tussen de hoofdstukken) komen nogal geforceerd over. Bij momenten wordt de lectuur taai, al kan dit deel zijn van de strategie van de schrijfster om de uitzichtloosheid van het verblijf in niemandsland voelbaar te maken.

Julia Franck, Kampvuur, Wereldbibliotheek Amsterdam, 2004, 270 p., € 17,9. ISBN 9028420398. Vert. van: Lagerfeuer door Keteleer, Hilde

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2004

© 2024 | MappaLibri