Roots of wortels?
Roots moeten het zijn, geen wortels. Alsof ‘wortels’ te
concreet aan penen doen denken en de schrijver dit uit de weg wenst te gaan
door het hippere anglicisme te gebruiken, wat nochtans precies hetzelfde wil
zeggen. Gewoon kijken wat op mijn tafel ligt en ik vind enkele sprekende
zinnetjes. ‘Brussel, waar bijna 60 % van de bevolking andere roots
heeft’: uit een tekst voor het burgerinitiatief Hart boven Hard, van de hand
van cultureel filosoof Bleri Lleshi. Andere roots? Welja, andere wortels
dan de wortels van de autochtonen of oud-ingezetenen, alleen: de uitdrukking
‘andere wortels’ kwam hem niet uit de pen. Een tweede voorbeeld:
migranten ‘voelen zich stadsbewoner, Vlaming, Belg of Nederlander maar behouden
tegelijk hun roots en verbondenheid met het land van herkomst’: zo
kondigt HETPALEIS een avond aan met socioloog Dirk Geldof over zijn boek over
superdiversiteit. Waarbij ik me afvroeg of deze mensen echt hun roots behouden,
of dat het vooral Geldofs wens is dat ze die behouden? Een derde zinnetje: ‘je
eigen culinaire roots herontdekken is de meest sympathieke en leukste
vorm van patriottisme’. Aan het woord is Abdelkader Benali, die net samen met
zijn vrouw een kookboek uitgeeft. Het gaat wel degelijk om Marokkaans
patriottisme, geen Nederlands. Zouden wortels dezelfde gevoelswaarde
hebben als roots in het spreken over de herkomst van migranten,
allochtonen, asielzoekers, nieuwe burgers? Ik denk het niet. ‘Wortels’ legt
iets te scherp het wereldbeeld bloot van waaruit deze gedachtegang vertrekt.
‘Wortels’ zit dan ook vol van multiculturele contradicties. ‘Roots’ verzacht
die een beetje. Bovendien klinkt het veel interessanter.
Maar ook de autochtonie kent haar roots, in de
klanknabootsende Nederlandse spelling roets bijvoorbeeld. Deze
nieuwvorming is de naam van een historische kalender (uitgegeven en verdeeld
door het Davidsfonds) die bij elke dag een korte historische notitie levert en
bij elke week een langer verhaal, van Christina de Wonderbare over Karel van de
Woestijne tot Jenny Tanghe. De wervende tekst luidt: ‘Omdat De Roets
Vlaanderens geheugen is’. Roots en Roets zitten duidelijk samen
in de herinnerings- en geheugenproblematiek. Dat ze zo heten, komt door een
roman uit de jaren zeventig.
Kunta Kinte en Chicken George
De ‘roots’ hebben over
de hele wereld ingang gevonden door het megasucces van de roman (1976) en de
achtdelige televisieserie (1977) Roots van de Amerikaanse auteur Alex
Haley, die zijn wortels is gaan opzoeken in Gambia. Hij beschrijft de
geschiedenis van zijn Afrikaanse voorvader Kunta Kinte, die in 1767 door een
concurrerende stam aan blanke slavenhandelaars werd verkocht en naar Amerika
verscheept, waar hij terechtkwam op de plantages in Virginia en Carolina. Deze
Kunta Kinte heeft zich samen met zijn kleinzoon Chicken George in het
Amerikaanse en zelfs Europese televisiegeheugen vastgezet: wie de serie gezien
heeft, vergeet deze personages nooit meer (die twee zwarte mannen zijn als het
ware tot onze roots gaan behoren). Alex Haley kent hun wedervaren en weet zelfs
wat ze zeiden en dachten, doordat zijn grootmoeder, die het weer van haar
grootmoeder had, gemakkelijk zes generaties kon overbruggen. Dan is hij dat allemaal
nog eens gaan checken in Gambia zelf, waar hij het dorp opzocht waar Kunta
Kinte vandaan kwam, en de plaatselijke griot zijn verhaal liet doen.
Griots zijn West-Afrikaanse troubadours die de geschiedenis levendig houden
door ze zingend verder te vertellen. Haley is zijn roots dus op het spoor
gekomen door middel van ‘oral history’, het uithoren van getuigen en
beroepsherinneraars. De structuur van zijn narratieve identiteit werd alvast
door hen geleverd, de rest (het vlees aan het been) vulde hij zelf in, door
research in de archieven van de slavenhouderij in de Verenigde Staten in de
achttiende en negentiende eeuw, maar ook met behulp van zijn
schrijversverbeelding: hoe hij aanvoelde dat het moet gegaan zijn, hoe deze
levens zich gedurende zes generaties hadden afgespeeld. Daarom sprak hij niet
van fiction, maar van faction. Hij stond erop dat zijn deels
fictionele reconstructie wel degelijk op waarheid berustte.
De Griots
Jammer genoeg kwamen er enkele kinken in de kabel, toen bleek dat de
griot in Gambia die door Haley werd aangesproken op de hoogte was van wat hij
wilde horen, en het gewenste verhaal dan ook leverde – een situatie waar elke
antropoloog mee af te rekenen kreeg en krijgt, een bron van talloze moppen
overigens. Het verhaal over wie Haley was, werd geleverd door iemand die
vertelde wat Haley verwachtte te zijn. De griots zijn overigens over het
algemeen, net zoals wijzelf, nogal onbetrouwbaar in hun herinnering, wat de
bruikbaarheid van oral tradition voor geschiedschrijving met ettelijke
graden verlaagt. En dan nog: waarschijnlijk had Haley niet eens het juiste dorp
gevonden. Deze tweede kink had eveneens te maken met oral history, maar werd
geleverd door de Amerikaanse zegslui, die zich de slaventoestanden van (bijvoorbeeld)
de omgeving van De hut van oom Tom ‘levendig herinnerden’. Historici
hebben aangetoond dat er nauwelijks correlaties bestaan tussen de documenten
van de plantages en wat Haley pretendeert. Later zou Haley trouwens aanspraak
maken op een ‘diepere waarheid’. <br
/>
De derde kink was
dodelijk. Een onbekend antropoloog kon aantonen dat veel van wat Haley zich via
zijn grootmoeders grootmoeder herinnerde in feite afgekeken was van een roman
die deze antropoloog (tussen allerlei veldwerk door) tien jaar eerder had
geschreven. De man stapte ermee naar de rechter, die Haley tot astronomische
geldsommen veroordeelde.
De idee van de roots
achter Roots had een stevige knauw gekregen. Dan is er eindelijk eens
iemand die de geschiedenis van de zwarten in de Verenigde Staten nauwkeurig
traceert, blijken de herinneringen aan de wortels gefalsifieerd of geplagieerd.
Nochtans legt roots de nadruk op de culturele en etnische oorsprong van
iemand, die dan weer de oorzaak is van het feit dat diegene zijn leven lang een
emotionele band met een plek, plaats of streek kan hebben waar hij of zij nooit
heeft gewoond. Haleys verhaal was vooral het verhaal dat de Verenigde Staten op
dat moment nodig hadden en dat op dat moment dus ook succes zou kennen. De
motivatie was puur hedendaags, en was niet zozeer op de liefde voor het
verleden gebaseerd. De voedingsbodem voor het verhaal was de emancipatie van de
zwarten, waarbij Haley aan dat bevolkingsdeel een geschiedenis wilde
bezorgen die zogenaamd alleen door oral history getraceerd kon worden.
Was Haley een bedrieger? Ik denk het niet. Had hij niet het gevoel kunnen
hebben dat de ‘waarheid’ zich langzamerhand aan hem ontvouwde, of, in een ander
taalregister, dat de waarheid zich aan hem openbaarde wanneer hij
eindelijk eens enkele snippers verhaal en historie in een enorme puzzel van
open plekken in elkaar kon schuiven?
Het Ethiopische
meisje en andere gastarbeiders
Ik moet nu denken aan het
schrijnende verhaal van dat Ethiopische meisje dat tegen haar zin geadopteerd
werd in een constructie die duidelijk geen adoptie was, maar een
investeringsgarantie voor Ethiopische vaders die in ruil voor de afstand van
hun kind later iets terug hoopten te krijgen (zie: ‘Tarikuwa Lemma’ in The Guardian
van 31.10.2014). Het meisje in kwestie wordt grootgebracht in de
Amerikaanse staat Maine bij adoptieouders, haar hele kindertijd en adolescentie
gevuld met spijt en heimwee naar een land dat ze zich nauwelijks herinnert en
een taal die ze helemaal niet spreekt. Wanneer ze uiteindelijk, gediplomeerd en
wel, toch bij haar Ethiopische familie terechtkomt, blijkt haar hele omgeving
haar te zien als een ‘commodity’, iets wat geld opbrengt – en ze
realiseert zich dat de zogenaamde adoptie Ethiopië uit haar heeft verdreven.
Waarschijnlijk de schuld van haar vader. Roots? Wortels?
In 1977, toen de televisiereeks Roots ook hier werd
uitgezonden, begon ook het Vlaamse publiek te zien welke richting het met de
migratie in West-Europa uitging. Maar hier was de migratie niet gestoeld op
slavernij en slavenschepen en driehoekshandel tussen Nederland of Hamburg via
Afrika naar Amerika en terug. Veel minder tot de verbeelding sprekend dan Kunta
Kinte en Chicken George waren het hier ‘gewoon’ gastarbeiders die per trein of
per vliegtuig waren toegekomen als resultaat van officiële overeenkomsten
tussen het ontvangende land en het ‘zendende’ land. De autochtone bevolking was
nauwelijks geïnteresseerd in de geschiedenis van deze officiële migranten,
en nog veel minder in de geschiedenis van de illegale migranten. Deze mensen
zijn dan op den duur – eerst in Nederland, pas nadien in Vlaanderen – zelf hun
geschiedenis gaan schrijven, hun geschiedenis van herkomst, aankomst en bestaan
in Europa.
Spreken over roots en wortels
betekent zich inschrijven in een neoromantisch en multiculturalistisch
wereldbeeld. Het betekent gebruikmaken van een organische plantenmetafoor, die
suggereert dat mensen geworteld zijn, groeien en vrucht voortbrengen, om ten
slotte op diezelfde akker af te sterven en ook daar ondergeschoffeld te worden.
En als die mensen zich dan toch verplaatsen, dan zijn ze ontworteld; meer nog,
zij worden ontwortelden.
Ontworteling bij nomaden
Men kan daartegen inbrengen dat dit geworteld zijn het kenmerk is van
een sedentair leven, maar zeker niet van een nomadisch bestaan. De parallel van
de gewortelde boom en mens heeft zijn grenzen. Diegenen die dus in een
multiculturele context ontworteling onmiddellijk contrasteren met een
nomadenleven hebben geen ongelijk. Vorige maand vond aan de universiteit van
Utrecht een colloquium plaats over ‘ontworteling: de schrijver als nomade’, met
bijdragen van Hafid Bouazza, Abdelkader Benali en Mustafa Stitou. Deze drie
auteurs zien een dialectische verhouding tussen ontworteling en het vaak
postmoderne nomadenideaal dat sommigen prediken. Niet toevallig werd dit
colloquium georganiseerd door het departement filosofie en religiewetenschap,
dat dit onderwerp dan nog eens via de literatuurwetenschap aanpakte. Er is
nogal wat interdisciplinariteit nodig om deze verschijnselen in kaart te kunnen
brengen.
Ondertussen
ben ik mij ervan bewust dat het meeste wat over postmoderne nomaden wordt
geschreven berust op levensgeschiedenissen van kosmopolieten die op luchthavens
en in hotels leven, en dat het gesetteld zijn de realiteit en de hoop uitmaakt
van miljarden mensen. In werkelijkheid bestaan er buiten de postmoderne
theorievorming nauwelijks ‘nomaden’ in de wereld.
Wortels uitrukken of
afsnijden?
In dit kader moeten we het negativum van de ontworteling
verstaan. Het is een ont-, een deprivatie, in elk geval een soort
beroving van de grond waar je bent gegroeid. Iets is je ontnomen, namelijk de
grond onder je voeten. Het kan gebeuren dat je met wortels en al in andere
grond wordt verplant of verpot, en daar dan verder wortel schiet. Maar dat is
het niet wat met deze overdrachtelijke betekenis van ‘ontwortelen’ bedoeld
wordt. Hier zijn de wortels zelf afgesneden, samen met de mogelijkheid om
wortel te schieten en om uit de nieuwe grond je voedsel te halen en te groeien.
Wie dat toch kan, is geslaagd en heeft de ontworteling overwonnen.
Het verbaast mij helemaal niet dat het multiculturalisme
quasi gedachteloos de neoromantische metafoor van ontwortelen hanteert – ook
als het dit na analyse zou verwerpen. Inderdaad, wie het concept ontworteling
gebruikt, gaat uit van het bestaan van een gemeenschap, een etnie of een natie,
een gevoelen van toebehoren waarvan het verlies wordt beklaagd. Wie
‘ontworteling’ zegt, is bereid rekening te houden met de schaduwzijden van de
multiculturaliteit, de diversiteit en de zogenaamde superdiversiteit als
normale toestand. Mobiliteit, nomadisme en migratie zijn uiteraard tegengesteld
aan het geworteld zijn. De contradictie bestaat erin dat het multiculturalisme
de ontworteling een ongewenste ontwikkeling vindt van een groot goed, namelijk
migratie. Neemt het dan de ontworteling er gewoon maar bij? Neen, het gaat de
ontworteling bestrijden. De vraag is dan of ontworteling überhaupt bestreden
kan worden.
Ontheemding en vervreemding
Ontworteling
gaat natuurlijk over de deprivatie van een plek, van een habitat. De
woordvorming gaat ervan uit dat je die wortels nodig hebt. Dat je om volwaardig
mens te zijn niet zonder kan, en dat je geworteld moet zijn op een plek die jou
toebehoort en waartoe je zelf behoort. Wanneer die plek de omvang heeft van een
kenbaar land, met de maat van bijvoorbeeld Schotland of Catalonië of
Vlaanderen, en anderzijds niet te klein is, niet beperkt is tot een stadswijk
of een gehucht, dan beantwoordt dat gevoelen van behoren ook aan een realiteit.
De plek heeft altijd een mensenmaat, groot genoeg en niet te klein. Tot waar de
horizont reikt. Op die manier graaft de idee ‘ontworteling’ paradoxaal genoeg
dieper dan de idee van vervreemding. Vervreemding veronderstelt een
zelf, een identiteit, een essentie waarnaar een individu of een klasse kan
terugkeren door de vervreemding ‘op te heffen’. Er moet een en ander hersteld
worden, ‘verlost’ bijna. Ontworteling voegt daaraan toe dat de vervreemding ook
nog eens te wijten is aan het losgerukt zijn uit een oorspronkelijke habitat
waarin het zelf zichzelve vond, zonder meer, zonder bewustzijn van zijn
gelukzalige toestand.
Een imagined
community in ellende
Als je op die plek niet meer mag wonen,
voel je je niet alleen ontheemd, je voelt je ellendig. De etymologie van het
woord ellende zegt het helemaal: je moet naar een ‘el-land’, een
elders-land dat je niet dezelfde bescherming biedt door de wet en de gebruiken
en waar je dus min of meer vogelvrij bent. Je voelt je dan wel ‘el-lendig’. Fremd
bin ich eingezogen / fremd geh ich wieder aus, zegt en zingt de doler in
Schuberts Winterreise. Verbanning naar het ellendige land was in het
hele ancien régime en ook later een echte straf. Er is een verschil met
vandaag: het ellendige land, waar men misschien als vogelvrije of illegale mens
zal behandeld worden, wordt nu wel degelijk opzettelijk opgezocht. De ellende
wordt voor lief genomen en de ontworteling wordt draaglijker geacht dan de
toestand in het land van herkomst. Men vestigt zich, men gaat een leven leiden.
Maar ondertussen knaagt het gevoel van ontworteling dat de geboortegrond zelfs
gaat idealiseren, ook wanneer men niet terug kan of wil. Kortom, ‘imagined
communities’ is niet alleen een spel dat de ‘nationalisten van de
autochtonie’ spelen. Ook de ‘patriotten van de allochtonie’ spelen het: ze
verbeelden zich evenzeer een gemeenschap – met dat verschil dat ze er niet meer
in leven en dat die gemeenschap waarschijnlijk zelfs niet meer bestaat, zoals
het land van Kunta Kinte niet meer bestaat. Daarom nodigen de autochtonen de
nieuwelingen uit om zich samen met hen een nieuwe gemeenschap te verbeelden die
naar de toekomst kijkt. <br
/>
Herwortelingen allerhande
Deze nieuwe, gezamenlijke
gemeenschapsverbeelding lukt niet zonder tussenstadia, waarin de zogenaamd
ontwortelden zich hun roots ‘herinneren’ en ermee aan de slag gaan in de
keuken, op café en in allerhande verenigingen. Zoals we zagen in het geval van
Haley of van het Ethiopische meisje, is dit stadium grotendeels gebaseerd op
inbeelding, maar toch moet het doorlopen worden. Op het Navajo-gebied (dat zich
over vier van de Verenigde Staten uitstrekt) staan ergens de gebouwen van een
Navajo-universiteit. De studenten leren daar, zo vertelde de rectrix van deze
instelling, zich te herinneren wie ze zijn. Remember who you are! Net
als de ontworteling zelf is ook deze zogenaamde ‘herinnering’ een
multiculturalistische idee. De Navajo leert daar zichzelf, zijn ware zelf, weer
present te stellen. Als je je na enkele jaren universitaire studie herinnert
wie je werkelijk ‘etnisch’ bent, dan kom je ook dichter bij jezelf, word je
weer authentiek. Er zit iets platonisch in deze redenering. Er zijn sporen in
je achtergebleven, slapende sporen, die je door herinneringsarbeid weer tot
leven kan wekken, en dan heb je je ware zelf hervonden. Dan ben je herworteld.
Ik moet mijn ironische beschrijving wat matigen. Wie zijn
wij om tegen te spreken wat die mensen voelen? In Navajo-gebied bijvoorbeeld
raakt elke vreemdeling die daar een tijdje met de mensen omgaat al snel onder
de indruk van de claim dat men zich kan herinneren wie men eigenlijk is. Je
ondergaat een ceremony in een hogan en je gelooft het wel – of
liever, je geeft deze mensen het volle recht te geloven wat jij zelf niet
gelooft, je ‘kan er inkomen’. Anderzijds zitten we met zo’n houding weer volop
in het multiculturalisme, new age en politieke correctheid en uiteindelijk in
een toestand van niet-communiceerbaarheid van elk zijn eigen waarheid. Slechts
je welwillendheid brengt je in een toestand van ‘geloof’.
Cultureel geheugen
Toch had ik hierboven, zowel in het geval van Alex Haley als
van het Ethiopische meisje, aangegeven dat deze mensen zich dat alles niet
zelf, niet persoonlijk konden herinneren. Men kan wel degelijk ontworteld zijn
terwijl men zijn eigen wortels niet kent, net zoals men ergens kan toe
behoren zonder de plaats van dat ‘ergens’ te kennen. Is het gevoel van
ontworteling minder bijtend omdat de kennis van de herkomst onvoldragen is? Het
volstaat waarschijnlijk wel als men slechts van mening is zijn wortels te
kennen. Dan berust herworteling zeker op leren en leren kennen, en dan gaat men
naar de (figuurlijke) Navajo-universiteit.
Achter deze overtuigingen werkt dus een sterk
gemeenschapsgevoel dat de mogelijkheid biedt van een cultureel geheugen
in die gemeenschap – een geheugen dat groter is dan de som van alle aparte
individuele geheugens in deze gemeenschap. Dit geheugen heeft evident te maken
met worteling of ontworteling in de tijd, niet noodzakelijk met
worteling op een plek of ontworteling uit een habitat. Navajo’s wonen perfect
waar ze willen zijn; alleen, de machtige, usurperende, verleidelijke
consumptie-omgeving heeft hen hun tijdsbewustzijn afgenomen, hun bewustzijn van
een verleden. Ontworteling in de tijdsbetekenis komt neer op het wegredeneren
van een identiteit, zodanig dat de persoon in kwestie nog eens gaat geloven in
die
wegwerpredenering ook. Dan is hij zijn identiteit een tweede maal kwijt.
Worteling heeft te maken met geheugen, ontworteling met geheugenloosheid.
Er bestaat dus meer dan het lijfelijk-individuele geheugen
alleen. Er bestaat zoiets als een collectief geheugen, waarbij de
collectiviteit deel uitmaakt van het individuele geheugen. Wat wil zeggen dat
het persoonlijke geheugen collectief bepaald is: de gemeenschap zit in ons.
Maar het culturele geheugen voegt daar nog een dimensie aan toe. Als
vanzelf kweken de gemeenschappen culturele geheugens, waarvan de opslagplaatsen
zich buiten het individu bevinden. Verhalen en mythen, oorsprongsmythen en
funderingsmythen van een gemeenschap vormen een koepel boven de individuen. Ook
de cultuur doet dat, met haar neiging canons aan te leggen van
identiteitstichtende werken. Ook riten en liturgieën behoren tot deze
opslagplaatsen. Telkens weer gaat het om collectieve constructies die een
beroep doen op herinnering en geheugen, maar die ook herinnering en geheugen
creëren. Een speciale eigenschap van het culturele geheugen is dat het niet
gesloten is, maar incrementeel: het ontwikkelt geleidelijk. Er kunnen dingen
bijkomen, er is vermenging mogelijk – en deze mogelijkheid wordt slechts in
enkele culturen actief tegengewerkt. In de westerse culturen ontstaan, soms
schoksgewijs, telkens nieuwe varianten (‘ontwikkelingen’) van die oude koepel.
Het westerse culturele geheugen zuigt op, stoot af, groeit en buigt zich naar
iets onverwachts.
Hier moeten we zijn
Dat geldt zowel voor de
autochtonie als voor de allochtonie. Deze benamingen mogen trouwens blijven
gelden, omdat het over de plekken (de chtoon) gaat die men verlaat, waar
men toekomt, waar men zich vestigt en vanwaar men weer kan vertrekken: telkens
staan deze plekken in het midden. Elke plek kan het midden van de wereld zijn
waarnaar men zich een leven lang oriënteert. In die zin is elke plek heilig. De
plek waaruit ontworteld wordt, samen met de plek waarin men eventueel kan
‘herwortelen’, vormden trouwens ons uitgangspunt. Beiden, autochtonen en
allochtonen, mensen van deze grond en mensen van een andere grond, bouwen niet
alleen aan hun eigen cultureel geheugen, maar aan het evoluerende culturele
geheugen van de plek waar ze wonen. Dat is theorie, dat is geleefde praktijk,
het is noodzaak, soms is het een vertwijfeling, maar het is vooral ook een
grote hoop.
© 2024 | MappaLibri