Met
Ivanov heeft de jonge Nederlandse
schrijfster Hanna Bervoets alweer haar vijfde roman klaar. In de lijn van vorige romans
als Efter (2014)
situeert ze haar verhaal in een wetenschappelijke, haast sciencefictionachtige setting. Het
verhaal is gebaseerd op de authentieke figuur Ilya Ivanov (1870-1932), een
Russisch bioloog die bestudeerde of chimpansees en mensen gekruist konden
worden tot een hybride wezen, half mens, half aap. In het verleden werden
meerdere kunstenaars al geïnspireerd door dit bizarre gegeven, zie de opera Orango van Sjostakovitsj' en de roman Next van de
Amerikaanse populaire auteur Michael Crichton. <br
/>
Bervoets
gaat echter verder: waar de echte experimenten van Ivanov uit het begin de
twintigste eeuw mislukten, verbindt zij de onderzoeken uit het Rusland van de
tsaren met de uitdijende aidsepidemie in New York, ruim zeventig jaar later. We
zien hoe de homoseksuele Nederlander Felix van der Elsken naar de Big Apple
trekt voor een studie journalistiek. Hij ontmoet er de jonge en veelbelovende
Helena Frank, die
probeert de experimenten van Ivanov een plaats te geven in haar eigen onderzoek
naar de oorsprong van het hiv-virus. Wat volgt, is een boeiend verhaal over intermenselijke relaties
en morele standaarden.
Afwisselend springt
Bervoets heen en weer tussen het verslag van het experiment van Ivanov en de
gebeurtenissen in New York in 1994. De focus ligt op de actuele gebeurtenissen,
de bevindingen van Felix, Helena en diens assistente Lois. Tussen hen ontstaan
bovendien allerlei liefdesverhoudingen, niet gespeend van geheimzinnigdoenerij
aan alle kanten. Pas jaren later, bij de dood van Helena, zullen Felix en Lois
weer met elkaar kunnen praten en begrijpen ze meer van hun gezamenlijke
verleden.
Ivanov gaat wat moeizaam van
start, maar weet gaandeweg toch te boeien. Vlotte dialogen en treffende beelden zorgen ervoor
dat je het onwaarschijnlijke gegeven (wetenschapper insemineert aap met
mensensperma en andersom) voor lief neemt en je concentreert je op de
omgang tussen Lois en Felix, Felix en Helena, en Helena en Lois. Toch bekruipt je naar het
einde toe een gevoel wat door Felix zelf uitstekend wordt verwoord:
‘Het was die dagen of ik voor een aquarium stond. […] Er gleed
van alles langs en er schoot van alles over, maar ik kon er niet bij: ik stond
met mijn handen in mijn zakken en keek naar de dingen die zich voor, achter en boven me
afspeelden.’
Net zo ga je je in het boek minder en minder betrokken
voelen bij Felix. Je staat erbij en kijkt ernaar, als het ware. En dat
is jammer,
want in eerder werk als Lieve Céline (2011)
slaagt Bervoets er wel in om de aandacht van de lezer voor de beslommeringen
van haar hoofdpersonage vast te houden tot het einde. Ook al stel
je je ook hier soms vragen over de (on)waarschijnlijkheid van de plot.
Amsterdam
: Atlas/Contact 2016, 310 p. ISBN
9789025446451
© 2024 | MappaLibri