1983

David Peace (1967) haalde in 2003 het selecte lijstje van Best of Young British Novelists, dat elk decennium opgesteld wordt door het literaire tijdschrift Granta. Hij groeide op in Yorkshire, ging na zijn studies aan de slag als leraar Engels in Istanbul en woonde een vijftiental jaar in Tokio, voor hij in 2009 terugkeerde naar het Verenigd Koninkrijk. Niet toevallig het jaar waarin zijn bekendste romanreeks, ‘The Red Riding Quartet’ (1999-2002), op Channel 4 werd uitgezonden als de driedelige televisieserie Red Riding (gebaseerd op de delen één, drie en vier). De uitzending van die reeks bij ons op Canvas leek de aanleiding om het laatste boek uit de reeks te vertalen en de voorgaande delen te herdrukken.
Hoewel David Peace sinds 2007 werkt aan zijn ‘Tokyo Trilogy’ (waarvan de twee reeds verschenen delen de auteur op onze vertaalmarkt introduceerden), blijft Yorkshire een belangrijke locatie in zijn fictionele oeuvre, dat sterk op feiten is gebaseerd.
De titels 1974, 1977, 1980 en 1983 geven het gefragmenteerde tijdsbestek aan waarbinnen ‘The Red Riding Quartet’ zich afspeelt. ‘Riding’ staat voor een oude administratieve opdeling waarvan nog steeds sporen te vinden zijn in het hedendaagse Yorkshire. ‘Red Riding’ lijkt dan weer metaforisch te verwijzen naar de bloeddoordrenkte seriemoorden die in die periode plaatsvonden, waaronder die van de zogenaamde Yorkshire Ripper. Toen die uiteindelijk bij toeval gearresteerd werd in 1981, bleek hij voorafgaand tot negen maal toe ondervraagd te zijn door de politie. Het langzaam voortkruipende onderzoek, dat onder tonnen papier gebukt gaat, gaf aanleiding tot beschuldigingen van corruptie en incompetentie bij de Yorkshire politie. Voor de jonge David Peace was het onderzoek naar de Yorkshire Ripper van grote invloed op zijn jeugd. Hij was geobsedeerd bezig met de zaak (verdacht zijn vader en was bang dat zijn moeder een volgend slachtoffer kon zijn), tot Peter Sutcliffe uiteindelijk gearresteerd werd in 1981.
David Peaces typische vermenging van feiten, fictie en complottheorie heeft in de literaire kritiek het label ‘Yorkshire Noir’ gelanceerd. Voor Peace primeren de uitgebreid geresearchte tijdgeest en locatie, en komen de personages die de plot aansturen, op de tweede plaats. Toch ziet hij een sleutelrol voor de intrige weggelegd omdat die de lezer in het boek trekt. Dat betekent niet dat je je aan een gladde pageturner kan verwachten: de fragmentarische, staccato stijl die de chronologie doorbreekt en de wat rommelige ontwikkelingen, die vaak op een open, onbevredigend einde uitdraaien, maken dat de lectuur de nodige inspanning van de lezer vergt. In die zin reflecteert de lectuur ook het onvermogen en de frustratie van de opeenvolgende hoofdpersonages om de corruptie binnen de politiemacht te doorbreken en de ultieme waarheid boven te halen. Ook voor David Peace zelf blijft deze vierdelige reeks niet afgerond. Ondanks de fictieve elementen en de true-crime-achtergrond, fungeert ‘The Red Riding Quartet’ uiteindelijk meer als een politiek en maatschappelijk tijdsdocument dan als een traditionele thriller.
Elke roman van de tetralogie werkt met een andere vertelinstantie, wat de fragmentarische werkwijze van Peace verder in de hand werkt. In 1983 wordt de plot tot op zekere hoogte ontrafeld door de ogen van de corrupte politieofficier Maurice Jobson, de rent boy BJ en de voorbeeldige advocaat John Piggott. De verdwijning van het schoolmeisje Hazel Atkins is de aanleiding om een aantal vergelijkbare zaken uit het verleden uit te spitten. Het spoor leidt uiteindelijk naar een pedofilienetwerk waarvan de slachtoffers brutaal vermoord worden.


David Peace, 1983, Cargo Amsterdam, 2013, 476 p., € 24,9. ISBN 9789023481812. Vert. van: 1983 door Johannes Jonkers. Distributie: WPG Uitgevers

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013

© 2024 | MappaLibri