Van de Braziliaanse schrijfster Clarice Lispector was er ooit één boekje in het Nederlands voorradig, maar het is al lang van de boekenmarkt verdwenen. In 1988 en 1989 publiceerde Het Wereldvenster/Unieboek de novelle Het uur van de ster, Lispectors laatste werk, en Familiebanden (verhalen)
, vertaald door Hermien Gaikhorst en Ruud Ploegmakers. Bij Uitgeverij De Geus kwam er in 1994
een pocketeditie van. Dat er weinig belangstelling was voor een van Braziliës
grootste schrijfsters, was niet zo vreemd. Ook in haar tweede vaderland (ze
werd in 1925 in
Tsjetsjelnik in de Oekraïne geboren, maar kwam al twee maanden na haar geboorte
in Brazilië aan), kende ze na haar dood (1977) maar matig succes. Ik herinner
me nog goed dat ik later in Rio of São Paulo alleen maar bestofte en vergeelde
exemplaren van haar boeken aantrof (áls ik die al vond), uitgegeven bij
Francisco Alves Editora.
Tot het einde van de jaren
negentig de populaire uitgeverij Rocco plots met nieuwe uitgaven van Lispectors
werk kwam. De schrijfster werd weer ‘Clarice’ genoemd, wat wijst op een diepe
vertrouwensband tussen haar eigenzinnige werk en een zoekend (en vooral
jeugdig) publiek. Ze werd voor toneel bewerkt, allerlei artistieke groepen
klampten zich aan haar oeuvre vast. Men zong en danste op haar teksten, er werd
gedweept met haar belangstelling voor waarzeggerij en hekserij. Plots was ze
terug alsof ze nooit was weggeweest. En inderdaad, voor haar was Brazilië haar
echte vaderland en niet voor niets wordt ze nog altijd geroemd omdat ze ‘het
mooiste’ Portugees hanteerde.
En
nu worden we in het Nederlandse taalgebied verwend: met De ontdekking van de wereld. Kronieken , een selectie uit haar
lijvige autobiografische kronieken (1967-1973, verschenen in de krant Jornal do Brasil) en met Clarice Lispector : de biografie geschreven
door Benjamin Moser, die Engelse vertalingen van Lispector heeft gemaakt en
zich intens in haar leven heeft verdiept. Moser woont afwisselend in Nederland
en Frankrijk, en werkt nu aan een biografie van Susan Sontag. Beide boeken zijn
elegant en met kennis van zaken vertaald. Zeker voor Lispectors werk zelf is
dat geen makkie.
Eerst iets over De
ontdekking van de wereld. Kronieken. Het uitgangspunt van Lispectors oeuvre
zou een zin kunnen zijn die ze zelf noteerde: ‘Ik ben zo mysterieus dat ik
mezelf niet begrijp.’ Lispectors romans, kinderboeken, correspondentie en
kronieken zijn allerpersoonlijkste exploraties van de ‘vreemdheid’, ook (of
vooral?) van haar eigen persoon. Ze heeft strijd moeten voeren om aan haar
schrijven prioriteit te verlenen. Ze huwde een diplomaat met wie ze twee zonen
kreeg, van wie één schizofreen is, maar na enkele jaren was ze het bestaan als
aanhangsel van een diplomaat zo beu dat ze in 1959 besloot te scheiden. Ze ging
haar eigen weg, schreef verbeten, en voedde haar kinderen alleen op. In 1964
publiceerde ze de roman De passie van
G.H. waarin een vrouw een kakkerlak doodt. Na dat feit maakt de
protagonist, volgens uitleider en vertaler Harrie Lemmens, ‘in haar hoofd een
hallucinante tocht door taal, mythe, religie en verleden. […] Clarice Lispector
verkent de wereld die achter de betekenis van de dingen ligt, ze onderzoekt de
taal en het ik, en koppelt dat aan gevoelens van lust en pijn.’
In september 1966 stak de verstokte rookster en
inslapende Clarice haar beddengoed in brand. Ze liep zware brandwonden op, ook
aan haar rechterhand. Na een lastige revalidatie had ze geld nodig, en begon ze
met de columns/kronieken. Als ze schrijft, is ze intens hulpeloos, en ze doet
daarvan verslag. Ze spreekt vele lezers aan, van wie een aantal gewoon contact
met de schrijfster opnemen. In haar excentrieke, soms hermetische maar altijd
oprechte ‘crónicas’ komt die ‘lezer’ vaak aan bod. Clarice blijft Clarice en
doet geen toegevingen aan het krantenpubliek. Ze schrijft:
‘Het personage lezer is een
merkwaardig, vreemd personage. Terwijl die lezer volledig individueel is en op
een geheel eigen manier reageert, is hij zo verschrikkelijk verbonden met de
schrijver dat hij in feite de schrijver is.’
Dit
citaat laat zien hoe indringend de schrijfster te werk gaat, hoe ze bestaande
inzichten omkeert en diepgaand onderzoekt. Ze vergt veel van haar lezers, maar
de lezer krijgt er ook veel voor terug. Lispector diept op wat meestal
verborgen blijft en laat meteen ook zien dat die verborgenheid het enige is wat
je kunt laten zien.
Je leest deze kronieken best langzaam, in teugjes.
Omdat ze nooit anekdotisch zijn – of de anekdote ernstig nemen en diep gaan
graven - en recht op hun doel, de lezer, afgaan. Lispector moet je mondjesmaat
proeven. Haar kronieken kunnen uitgroeien tot een lievelingsboek, waar je vaak
naar teruggrijpt. Net dat totaal andere dat Lispector beschrijft (of veeleer
‘schrijft’) grijpt de lezer aan: hij wordt uit zijn wereld getild en komt
terecht in een landschap waarin hij zichzelf kan zien wandelen, waar hij nieuwe
inzichten kan opdoen. Clarice’s teksten overrompelen vaak, en vragen naderhand
om verdieping. Ze doet beroep op een actieve lezer.
De
uitgebreide biografie van Benjamin Moser is een geschenk dat ons naast de
kronieken aangeboden wordt. Moser is een geboren biograaf. En hij blijft vooral
dicht bij het oeuvre. In grote lijnen wordt Lispectors leven geschetst. Maar
Moser houdt de vinger aan de pols van haar boeken. De lezer van de kronieken
krijgt hier de gelegenheid inzicht te krijgen in het volledige werk van
Clarice, waarvan alle thema’s grondig worden verkend en in het perspectief van
de Braziliaanse en universele literatuur geplaatst.
Ik heb toch drie bezwaren,
maar die halen het boek niet onderuit. Ten eerste verwaarloost Moser vaak wat
in andere talen over Lispector geschreven is. Vooral Braziliaanse, Canadese en
Franse auteurs hebben al eerder over Lispector geschreven. In Frankrijk is
zelfs het volledige werk vertaald. Ten tweede – en dat is merkwaardig voor een
boek waarin vooral gefocust wordt op het werk – wordt de vroege dood van
Lispectors moeder steeds weer te berde gebracht als een haast onontkoombare
interpretatie van het werk. Lispector zou vooral haar schuldgevoel over haar
moeders dood hebben uitgeschreven. Ik vind dat een (te biografisch gerichte)
reductie. Er is niet vaak een zo onmiddellijke relatie tussen leven en werk. En
ten derde wordt Lispectors werk ook sterk teruggebracht tot joodse thematieken.
Het jodendom - zijn religie, spiritualiteit en symboliek - blijkt altijd het
beslechtende woord te hebben als het op de interpretatie van het werk aankomt. Lispector
was van joodse origine en dat heeft in haar schriftuur meegespeeld, maar toch
niet zo overweldigend als de jood Moser het wil laten uitschijnen.
Met die drie reserves in het
achterhoofd kan de lezer zich toch met vrucht verdiepen in het werk van één van
de meest fascinerende en eigenzinnigste hedendaagse Braziliaanse schrijfsters.
Met de twee hier besproken boeken is, naar ik hoop, het terrein geëffend voor
méér Lispector in het Nederlands. Dat is geen gemakkelijke taak, en het vergt
moed van de uitgever, maar daar heeft de lezer nu meer dan recht op.
Clarice Lispector: De ontdekking van de wereld.
Kronieken, Amsterdam : De Arbeiderspers 2016, Vert. van A
descoberta do mundo door Harrie Lemmens. ISBN 9789029505758
Benjamin
Moser: Clarice Lispector. De biografie, Amsterdam : De Arbeiderspers 2016, 559
p. Vert. van Why this world : a biography of
Clarice Lispector door Adri Boon. ISBN 9789029505772
© 2024 | MappaLibri