Sinds begin jaren ‘90 is Andrea Camilleri (°1925, Porto Empedocle)
niet meer weg te denken uit de bestsellerlijsten. Hij is vooral bekend als de
geestelijke vader van de Siciliaanse Maigret, Salvo Montalbano, de wat norse
commissaris die in zijn geliefde Vigàta de misdaad moet bestrijden, hierbij
bijgestaan door zijn ongewone team. Opvallend aan de Montalbano-reeks, die
ettelijke romans en kortverhalen telt, is het kleurrijke pseudo-Siciliaans dat
de verschillende personages verder typeert.
Ondanks alle succes blijft
Camilleri, die al jaren in Rome woont, echter beweren dat zijn andere
publicaties hem nauwer aan het hart liggen. Die publicaties gaan van essays,
over journalistieke bijdragen en novelles, tot (historische) romans, waarin
vaak een detective-component verweven is.
Noli me tangere http://epo.be/boekenportaal/boekinfo_boek.php?isbn=9789076270913 is daar een mooi voorbeeld van. Het is
een psychologische roman waarin de zoektocht naar eigenwaarde vooropstaat, een
zoektocht die leest als een policier. Zo wordt inspecteur Maurizi ingeschakeld
om de verdwijning van Laura Garaudo op te helderen. De knappe Laura, de dertig
jaar jongere vrouw van Mattia Todini is immers niet teruggekeerd na een haar ‘ghibli’.
Die metaforische woestijnwind staat voor haar stemmingswisselingen waaraan ze
lijdt sinds ze aan haar eerste roman werkt. Laura trekt zich dan terug om naar
zichzelf te luisteren. Dat beweert tenminste haar man, een bekend auteur, die
haar nog aan de lijn had gehad. Volgens Todini had Laura geen reden om niet
naar huis terug te keren, maar de bezorgde echtgenoot raakt er langzaam van
overtuigd dat ze beroofd, gekidnapt en misschien wel vermoord is. Een aantal
aanwijzingen lijken die lugubere hypothese(s) te bevestigen.
Een maand lang bijt inspecteur
Maurizi zich vast in haar dossier. Naast Todini interviewt hij Laura’s beste
vriendin, haar huishoudster, haar minnaars wier bestaan Todini leek te
tolereren... De inspecteur sprokkelt verder informatie bijeen via brieven,
e-mails en andere documenten, terwijl hij telefonisch rapporteert aan zijn
overste die aandringt op een snelle afhandeling van de verdwijningszaak. De
verteller bundelt al die heterogene bijdragen en schuift er nog wat (fictieve)
krantenartikels tussen. Maurizi zal uiteindelijk de waarheid achterhalen, samen
met de lezer, terwijl heel wat personages in het ongewisse zullen blijven.
Sleutels hierbij zijn T.S. Eliots theatertekst The Cocktail Party (1949) en het Noli me tangere-fresco van Fra Angelico (1440-1442), waaraan Laura
een studie wijdde. De referenties naar beide werken duiden Laura’s verdwijning
die het gevolg is van haar existentiële zoektocht, haar ingegeven door haar
egocentrische rusteloosheid en de leegheid van haar bestaan.
Maurizi’s reconstructie van die
leegte wordt gebracht met een bedrieglijke eenvoud. In Noli me tangere hanteert Camilleri niet zijn typische
pseudo-Siciliaans, maar zijn discours leunt erg dicht bij spreektaal aan.
Bovendien knipt hij de roman op in korte hoofdstukken, en dit volgens de dagen
waarop de inspecteur dichter bij de waarheid komt. Laat een noot, die fictie
met realiteit verbindt, de puzzel die net gelegd is weer even door elkaar
schudden.
Amsterdam : Serena Libri 2016, 158 p. Vert. uit het
Italiaans door Els van der Pluijm. ISBN 9789076270913. Distributie: EPO
© 2023 | MappaLibri