Met Oneindig eiland heeft Gamal Fouad (°1976), beeldend
kunstenaar en helft van het kunstenaarsduo Felix & Mumford, zijn
romandebuut gepubliceerd. Het betreft het verhaal van een man die, hoewel hij
nooit eerder een roman publiceerde, schrijfcursussen op de Antillen mag gaan
geven. Waarom juist hij geselecteerd is, blijft ook voor hoofdpersoon Ka een
raadsel. De ontmoetingen die hij vervolgens heeft, leiden tot verwarrende en
hier en daar hilarische situaties. Meer dan eens maakt hij kennis met dubieuze,
haast kolderieke figuren. Het boek eindigt met een beschrijvende epiloog,
waarin Ka zich bevindt in een (kunst)galerie.
Doorheen de roman lijken
fictie en non-fictie moeiteloos in elkaar over te lopen. Het is aan de lezer om
hierin al dan niet een onderscheid in te maken. Die mistige sfeer houdt aan. Al
van bij de aanvang kiest de auteur voor een schrijver waarvan men op de
Antillen denkt dat hij elders populair en beroemd is. Hierdoor probeert Ka zich
voortdurend te verbeelden hoe je je als schrijver dan wel in de openbaarheid
dient te gedragen.
Het
decor waarin Gamal Fouad zijn roman laat afspelen is het kunstenaarsmilieu.
Afwisselend klinkt de stem van een verteller, dan weer de stem van de
ik-persoon. Fouad past zijn zinnen aan: van (te) lange, meanderende
beschrijvingen gaat hij naar korte, feitelijke frasen van slechts enkele
woorden, bijvoorbeeld in het fragment waarbij een heuvel beklommen wordt.
Tegelijkertijd zitten net in die laatste paragrafen filosofische bespiegelingen
over wat kunst voor de welwillende kijker is.
Meermaals gaat Fouad hierbij in overdrive. Zijn
beschrijvingen verliezen vaak het onderwerp uit het oog, waardoor de aandacht
van de lezer verslapt; zijn gedachtespelletjes worden een heel aantal keren
uiteindelijk lachwekkend doordat hij ze niet tot een einde kan laten komen. Een
bladzijde lang praten over een vals platte heuvel zonder top (met andere
woorden: de uiterste oppervlakkigheid) kan dan wel poëtisch bedoeld zijn, maar
is dat in mijn ogen niet. Is het een ironische kijk op al te veel ernst in de
highbrow-omgeving waarin Foaud verkeert? Het kan geen toeval zijn dat hij in
een vorig leven de cursus creative
writing gaf aan de
Rietveld-academie, noch dat ironie en tekst een belangrijk element vormen van
het overige artistieke werk dat hij met zijn partner creëert. Bovendien is het
pseudoniem dat het duo koos, Felix en Mumford, identiek aan de twee aliassen
van de goochelaar in Sesamstraat, met zijn blauwe hoofd en snorretje. Toeval?
Zeer vaak dus jongleert Gamal Fouad met de
werkelijkheid: de reële en de werkelijkheid in zijn roman. Het is een modern
gegeven, een vraag die in veel hedendaagse (Julia Zeh) en minder hedendaagse
(Boudewijn Büch) literatuur aanwezig is. Dat levert een intrigerend
uitgangspunt voor kunst én voor een roman op. Maar helaas, Fouad slaagt er niet
voldoende in om de aandacht van de lezer vast te houden. Anders dan zijn
kortverhalen in tijdschriften als Hollands Maandblad en De
Gids weet hij in Oneindig eiland geen
spanningsboog te creëren. En dat is jammer, want de opzet van het boek is wel
degelijk intrigerend.
Amsterdam : Querido 2016, 327 p. ISBN 9789021402000.
Distributie LMBooks
© 2024 | MappaLibri