De poëzie van Miriam Van hee ademt een grote herkenbaarheid. Dat
blijkt al vanaf de eerste regels uit haar jongste bundel, Als werden wij ergens ontboden.
Meteen wordt de lezer, in het vers 'haven', meegenomen in de ruimte en de tijd.
De je-persoon (een gecamoufleerde ik waarmee ook de lezer zich gemakkelijk kan
identificeren) komt aan in een kleine haven. Het tafereel dat hij op de kade
waarneemt, neemt hem mee in het verleden, naar zijn eigen jeugd. Het is een
sfeer van relatieve vaagheid, zoals veel herinneringen nogal onbestemd blijken,
maar tegelijk wordt het tafereel beeldend opgeroepen. Er is ook sprake van een
zekere nostalgie, maar die melancholie staat het bestaan in het heden niet in
de weg.
Dat
Van hee omwille van die emotionele impact veel lezers kan boeien, hoeft dan ook
niet te verbazen. Ook in deze nieuwe bundel zullen zij hun gading vinden.
Vrijwel alle bekende motieven uit haar werk keren terug: het water en het land,
de reizen naar Rusland, de berg, de kleine objecten die met betekenissen worden
geladen... Tegelijk gaat het echter niet in de eerste plaats om die gevoelens,
maar om wat de taal daarmee vermag. Dat enorme vakmanschap van Van hee is in de
loop der jaren enkel toegenomen. In haar verzen staat geen woord te veel of op
de foute plaats. Met een ogenschijnlijk minimaal aantal elementen weet de
dichteres een heel universum neer te zetten. Daartoe maakt zij optimaal gebruik
van enjambementen, herhalingen, beelden en symbolen.
De meeste gedichten uit deze
bundel weten dat effect maximaal te bereiken. Voortdurend zijn de personages
van Van hee op reis of onderweg, en het ligt nogal voor de hand om dat beeld
ook te zien als een symbool voor het voortschrijdende leven. Het valt op hoe de
vraag naar de bestemming steeds meer opduikt, maar hoe tegelijk dat einddoel
zoveel mogelijk 'open' wordt gelaten. Omgekeerd is er de terugkeer naar het
verleden, dat via herinneringen en tal van dromen wordt opgeroepen. De
vitaliteit van vroeger lijkt voorbij, net als de onbevangen onbezonnenheid; in
plaats daarvan is reflectie gekomen, het vermogen om alles wat meer van op een
afstand te bekijken en te beoordelen. Ouderdom, intimiteit, onzekerheid en
saamhorigheid blijven daarbij de belangrijkste ingrediënten.
Als werden wij ergens ontboden bevat,
kortom, alles wat deze poëzie zo onweerstaanbaar maakt en blijft maken. Lezers
zullen in deze bundel niet meteen veel nieuwe accenten ontdekken, maar wat voorligt
laat een diepe indruk na.
Miriam Van hee: Als
werden wij ergens ontboden, De Bezige Bij, Amsterdam 2017, 57 p.
ISBN 9789023449843. Distributie: WPG Uitgevers
© 2024 | MappaLibri