En toen, Sheherazade, en toen?

9+ - De vertellingen uit de Arabische wereld doen het goed. Bijna tegelijkertijd verschenen drie boeken met vertellingen die hun oorsprong in de Arabische landen, India en Afrika hebben: twee bewerkingen van de vertellingen van duizend-en-één-nacht: En toen, Sheherazade, en toen?  van Imme Dros en Annemarie van Haeringen en Twintig parels:  verhalen uit duizend-en-een-nacht, verzameld door Ed Franck, met illustraties van Martijn van der Linden. En dan zijn er nog de Arabische sprookjes die de Irakese auteur Rodaan Al Galidi verzamelde en opnieuw vertelde, sprookjes ‘uit zijn kindertijd, uit de literatuur, uit de geschiedenis’.

De raamvertelling die de verhalen uit duizend-en-één-nacht samenhoudt, is welbekend: de twee broers en koningen Shariar en Sjahzaman, ontdekken dat ze allebei door hun vrouw bedrogen worden. Nader onderzoek leert hen dat vrouwen in de liefde nooit te vertrouwen zijn en voortaan zullen ze zich tegen die ontrouw wapenen. Shariar, de koning der koningen, laat zijn vrouw doden en wenst elke avond een nieuwe, ongerepte bruid te krijgen. Zij zal de volgende ochtend worden onthoofd opdat ze de kans niet zou krijgen hem ontrouw te zijn.

Zo gaat het jarenlang tot er geen meisjes meer over zijn. Sheherazade, de dochter van de vizier die elke dag voor een nieuwe bruid moet zorgen, besluit de nacht met Shariar door te brengen. Ze vertelt hem het ene na het andere verhaal, brengt hem de hele nacht door in vervoering tot ‘de lucht in het oosten een blos kreeg’. Ze houdt op met vertellen voor het einde van het laatste verhaal. Shariar, benieuwd naar de afloop, laat haar in leven. De volgende nacht gaat het precies zo en nog 1001 nachten lang, tot de koning, die intussen wroeging gekregen heeft over alle moorden die hij op zijn geweten heeft, Sheherazade niet meer kan missen en haar trouwt. Het land haalt opgelucht adem.

Imme Dros putte voor  En toen, Sheherazade, en toen? dus uit dezelfde verhaalstof als Ed Franck in Twintig parels, maar het gaat hier niettemin om twee heel verschillende boeken. Dros heeft thematische keuzes gemaakt en in het oorspronkelijke aanbod van talloze uiteenlopende genres en stijlen drastisch geknipt. Ze legde het accent op de dierenverhalen en de reizen van Sinbad de zeeman. Dat brengt een samenhang mee die het oorspronkelijke aanbod niet kende, en ook de structuur van de verzameling is hechter. Dros gebruikt de gesprekken tussen Sheherazade en Shariar namelijk niet alleen als bruggetjes naar het volgende verhaal, maar laat ze, hoe summier ze soms ook zijn, onderdeel uitmaken van de doorlopende verhalenstroom.

In de bewerking van deze 19de-eeuwse teksten – haar bronnen zijn de vertalingen van John Payne (1842-1916) en Richard Burton (1821-1890) – toont Dros zich opnieuw een begenadigd verteller. Haar verhalen lopen soepel en zijn strak in de hand gehouden. De somtijds gedragen toon vervloeit als vanzelf in modern taalgebruik, waarmee ze de moralistische levenslessen die Sheherazade de koning opdist, vakkundig beslecht. Het is aan te raden Dros’ tekst hardop te lezen, dan blijkt pas ten volle wat een gevoel voor evenwicht, ritme en stilistische accuratesse ze aan de dag legt. Je blijft lezen, of luisteren naar die fascinerende verhaalstem, zoals Shariar dat deed.

Annemarie van Haeringen brengt een speels soort exotisme in het boek. Ze schildert oosterse motieven in kleding en decor, tot zelfs in boomstammen toe, of in de golven waarop Sinbad in zijn tobbe afdrijft. Ze combineert perfect humor en gevoel voor dramatiek. Haar dierenfiguren zijn ronduit grappig: een paniekerige eend krijgt vorm in bibberend aquarel, een door een djinn omgetoverde vrouw verschijnt als een blozende hinde -- een ‘blauwkous’, bovendien. De uit eenvoudige elementen opgebouwde overzichtsscenes en landschappen met okergele, roze of lila luchten hebben een dramatische toon. De mooie dynamiek en het gedurfde kleurgebruik missen hun effect niet op de paginagrote prenten met een hardroze hemel, een groene, blauwe of paarse golfslag. Mooi, indrukwekkend.

Inhoudelijk knoopt ze mooi aan bij het concept van de raamvertelling met twee illustraties aan begin en einde van het boek in hetzelfde decor. De evolutie die Sheherazades vertelling in het koninkrijk teweegbracht, is er subtiel in geïllustreerd. De eerste prent beeldt het overspel uit dat de bedrogen koning in de paleistuin ziet. Strakke, zware plantenmotieven staan haast als tralies voor het tafereel, net zoals op de coverprent, met Shariar en Sheherazade in een hemelbed. De tweede illustratie beeldt een liefdevolle Shariar en Sheherazade uit in dezelfde tuin, die door de slingerende plantenmotieven nu een veel zachtere toon krijgt.

En toen Sheherazad en en toen? is en zeer knap boek. Een bewerking die traditie en moderne lezing laat harmoniëren en waarin schrijver en illustrator elkaar uitstekend hebben gevonden.

Imme Dros, Annemarie van Haeringen: En toen, Sheherazade, en toen?, Leopold, Amsterdam 2017, 185 p. ill. ISBN 9789025872960. Distributie: WPG Uitgevers 

© 2024 | MappaLibri