Achter de tot op zekere hoogte fascinerende
wereld van de Chinese gevechtssporten kan een andere, moeilijk te doorgronden
parallelle wereld schuilgaan waar een en ander niet steeds volgens het boekje
verloopt. Joost van Driel belicht in zijn roman Jaren van de tijger de Bowugan-vechtkunst.
Hoe hoofdfiguur en ik-verteller
Patrick ertoe gekomen is Bowugan-lessen te gaan volgen, is louter en alleen aan
het toeval te wijten: hij wordt op straat in elkaar geslagen en kan dankzij de
tussenkomst van Ines, Bowugan-adepte, ontsnappen aan zijn belagers. Wat volgt
in de roman is een spel van aantrekken en afstoten tussen Ines en Patrick, met
– je kon het als lezer reeds verwachten - de ‘klassieke’ derde in het spel: de
Ier Steve, met wie Patrick zijn oefeningen afwerkt in het trainingscentrum. En
boven dit trio staat ‘il dottore‘, de leidsman van het centrum.
Joost van Driel werkt
met erg voorspelbare plotwendingen. Patrick, die zijn universitaire studies
concentreert rond de afbeeldingen van de dodendans in laatmiddeleeuwse
handschriften en een relatie heeft met Femke, die haar ambitie hoogleraar te
worden ten koste van alles waar wil maken, zoekt een ontsnappingsroute uit de
sleur die hem, zeker met het oog op de toekomst, dreigt te overvallen.
Er worden heel veel
vragen opgeroepen, zonder dat ook echt een antwoord erop wordt geformuleerd.
Wat weegt op Steve en diens Ierse verleden? Wat en hoe met de relatie tussen
Steve en Ines? Wat met de gewelddadige dood van il dottore? Het zijn elementen
die in het verhaal worden aangereikt om de spanning op te drijven, maar finaal
blijft de lezer op zijn honger zitten. Dat Patrick, zoals blijkt uit het
slothoofdstuk, uiteindelijk met lege handen achterblijft, kan ook niet worden
gezien als een verrijking van zijn relaas.
Kortom: Jaren van de tijger weet niet te overtuigen, tenzij heel misschien
voor de lezer die uit is op verruiming van zijn kennis over de Chinese
gevechtssport. Poëtisch alleszins zijn de benamingen van de erin toegepaste
technieken, zoals ‘witte kraanvogel draait zijn nek’, of ‘vlinder doorboort de
lotusbloem’. Maar toch overheerst de pijn die erbij komt kijken. Pijn die
uiteindelijk zou moeten leiden naar de vrijheid, maar of dit ook echt zo is?
Joost van
Driel: Jaren van de tijger, Vrijdag, Antwerpen 2018, 254 p.
ISBN
9789460016240. Distributie Elkedag Boeken
© 2024 | MappaLibri