Een heldenleven

‘Ein Heldenleben’ van Richard Strauss is een symfonisch gedicht waaraan doorgaans een autobiografisch karakter wordt toegeschreven: de componist vergroot zichzelf uit tot een held en maakt zijn critici belachelijk – het stuk zou een grote karikatuur zijn. Naar die compositie verwijst de debuutroman Een heldenleven van Persis Bekkering, die voor de Volkskrant kritieken schrijft, onder andere over muziek.
 
In het eerste deel van het boek vertelt violist Adrian hoe hij Igor leert kennen, een briljant muzikant, die iedereen verbluft met zijn vioolspel, maar tegelijk misschien te perfect is: meer machine dan mens. Terwijl Adrian worstelt met zijn leven – zijn vrouw is ervan door – leeft Igor volledig voor de muziek. Deze twee violisten lijken in alles elkaars spiegelbeeld en dat is verdomd confronterend voor Adrian. 
 
Het tweede deel van Een heldenleven speelt zich zeven jaar eerder af en wordt verteld door Kiriko, een half-Japanse beeldend kunstenares die in de knoop ligt met zichzelf (ze ontwikkelt een eetstoornis) en haar werk (waaraan ze grondig twijfelt en dat ze niet graag toont – daarom trekt ze zich terug in haar Monopticon, waar zij alleen haar scheppingen kan zien). Muziek weet haar te raken en als ze bedwelmd raakt door de viool van Igor neemt ze hem mee naar haar appartement. Ze beleven een vreemde liefdesnacht en hebben een ongemakkelijke relatie waaruit blijkt dat ze veel te veel op elkaar gelijken om bij elkaar te passen.
 
Knap is dat het hoofdpersonage zelf niet aan het woord komt, maar beschreven wordt vanuit twee verschillende perspectieven en via twee verschillende vertelwijzes: Adrian doet zijn verslag van zijn ontmoeting met Igor in de ik-vorm; Kiriko vertelt haar verhaal met hem in de derde persoon. Igor lijkt twee volledig uiteenlopende posities in te nemen ten opzichte van de beide andere personages: die van antipode en die van evenbeeld. Het effect dat hij sorteert, is echter tweemaal hetzelfde: Igor is tegelijk onweerstaanbaar en afstotelijk. In de wijze waarop hij de perfectie bereikt, is hij een onbereikbaar voorbeeld voor de anderen, maar tegelijk blijkt hij datgene te missen wat de echte kunstenaar typeert. 
 
Daarmee is deze roman een boek over de manier waarop je als kunstenaar in het leven moet staan: al dan niet los van de wereld. De boodschap lijkt te zijn dat echte kunst niet louter techniek kan zijn, maar doorleefd moet zijn. ‘Een heldenleven’ is dan niet alleen de muziek die in het eerste deel gespeeld wordt door de violisten op hun tournee, het is ook een – net zoals bij Strauss – ironische aanduiding voor de juiste invulling van het kunstenaarsbestaan.

Daarmee heeft Bekkering een kunstenaarsroman geschreven die niet alleen over esthetica gaat, maar ook over het leven en hoe beide onlosmakelijk met andere verbonden zijn. Behalve dat haar boek een prijs dient te winnen voor de lelijkste kaft van het jaar, en wel wat redactie had kunnen gebruiken (het wemelt van de foutjes en slordigheden), is Een heldenleven een meer dan verdienstelijk debuut dat iets doet wat weinig andere auteurs lukt: invoelend schrijven over muziek.
 
Persis Bekkering: Een heldenleven, Prometheus, Amsterdam 2018, 270 p. ISBN 9789044631500. Distributie Pelckmans Uitgevers 

© 2024 | MappaLibri