Een lobbyist bij de Europese instellingen en
een uit Ghana afkomstige en illegaal in Brussel verblijvende jonge vrouw: rond
die twee werelden bouwt Jeroen Theunissen zijn roman Jouw huid op. Het verhaal van de ‘liefde’ tussen Griff en Ama wordt
binnen de wentelgang van de seizoenen, van lente tot de erop volgende lente het
jaar nadien, gevat in een verhaal van aantrekken en afstoten.
In alternerende hoofdstukken,
waarin Ama in de jij-vorm vat probeert te krijgen op haar leven, en Griff als
vertellende ik zichzelf en zijn situatie in kaart brengt, worden twee levens
uitgetekend die al van bij de aanvang weinig kansen op slagen lijken te hebben.
Griff wil niet liever dan het voor bekeken houden met zijn job, ‘die somberte.
Dat gemis. De onbenoembare, onbestemde onrust die mij overviel, heviger dan
ooit.’ De zeepbel van de macht die hij zich als lobbyist wist toe te eigenen,
spat uiteen. Dolend door Brussel raakt hij in een afgelegen café, ‘een kleine
wereld met een overvloed aan zich anders toch maar vervelende nuttelozen’ in de
ban van Ama. ‘Ze had de argeloze, dodelijke schoonheid van wezens voor wie je
een moord begaat’, maar evenzeer: ‘in het schemerdonker was ze de harteloze,
dreigende en prachtige schaduw van een godin.’
Gaandeweg het relaas van hun op
lichamelijk genot gerichte relatie wordt duidelijk dat beiden vastzitten aan
een onverwerkt verleden waarmee zij, vanuit totaal verschillende situaties
uiteraard, in het reine trachten te komen. Voor Griff speelt zijn stukgelopen
relatie met Helen en hun dochtertje Melanie. Hij liet hen, gedreven door de
ambitie het waar te maken in Brussel, in Wales achter. Voor Ama speelt
nadrukkelijk mee dat zij haar geboorteland Ghana ontvlucht is om te ontkomen
aan het gearrangeerde huwelijk met de zoon van een televisiepredikant, die erin
gelaagd is haar moeder in zijn netten te strikken. Daarnaast is er de
herinnering aan haar gestorven broertje Kofi.
Mede door de ontmoeting met een
aantal Brusselse figuren uit de wereld van de internationale dansscène - de
gezelschappen die worden beschreven, zijn duidelijk herkenbaar – en de kansen
die zij krijgt de confrontatie met zichzelf en haar lichamelijkheid - hoe verschillend
overigens van de ‘jouw huid’- fascinatie van de kant van Griff – aan te gaan,
weet zij zichzelf los te wrikken uit de omknelling van haar verleden en de
uitzichtloze situatie als illegaal.
Jeroen Theunissen heeft met Jouw huid in de eerste plaats de
vervreemding gestalte willen geven. Als hij het, ietwat betogend, over het
Brussel van de eurocraten heeft, luidt het bij monde van een nevenpersonage:
‘Brussel is
een deconstructie van het ons bekende begrip van de stad, en misschien daardoor
een immense experimenteerruimte, een plek waar gaten ontstaan, ongedefinieerde
stukjes vol nieuwe mogelijkheden.’
Als idee wel interessant en intrigerend, maar binnen de
roman blijft het hierbij. Personages als Griff en Ama komen niet echt tot
leven, gemodelleerd als ze zijn op de idee dat ze de blijvende afstand tussen
‘hier’ (Brussel, Europa) en ‘daar’ (het Afrikaanse continent) moeten
belichamen. De weinig overtuigende dialogen illustreren dit ten volle. Bij hun
eerste ontmoeting zegt Griff bijvoorbeeld tegen Ama: ‘Ik zal jou redden’. Of
dit als argument kan gelden om haar te veroveren? En dat aan het slot ook de
terroristische aanslag op de luchthaven van Zaventem wordt opgevoerd, lijkt me
niet meer dan een deus ex machina om een streep te trekken onder het geheel.
Kortom: Jouw huid kan niet echt
overtuigen.
Jeroen Theunissen, Jouw huid, De Bezige Bij, Amsterdam 2018, 251 p. ISBN
9789403105000. Distributie Standaard Uitgeverij
© 2024 | MappaLibri